Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nadere verklaring

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nadere verklaring

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu de redacteur van ons blad een vloed van ingezonden stukken naar aanleiding van het artikel „Een centraal weeshuis” ontvangen heeft en reeds een artikel van A daarover geplaatst werd, bestaat er mijnerzijds behoefte aan een nadere verklaring opdat wij elkander in de discussie over de zaak zelf niet misverstaan. Ik stel dan ook op den voorgrond, dat ik de zaak van het centraal weeshuis in den geest der broederlijke liefde wensch te bespreken, opdat wanneer er inderdaad een centraal weeshuis komen zal, het een centraal weeshuis zij, dat door de liefde en de offervaardigheid der Christelijke Gereformeerde Kerk wordt gesticht en in stand gehouden. Niemand verdenke mij dan van booze plannen of voornemens. Al ben ik persoonlijk een voorstander van gezinsverpleging, waarvan ik tot nu toe de meest vruchtbare resultaten zag, dat zal mij niet beletten mijn persoonlijk gevoelen in dezen prijs te geven, wanneer inderdaad blijken mocht dat de strooming in onze kerk een weeshuis begeert. Ik zal dan zonder twijfel naar de mate der gaven en krachten die God mij schonk aan de verwezenlijking van dat plan mede arbeiden. Zoo behoort het onder broeders te zijn die het heil van Zion zoeken. Maar, zooals ik zeg, moet eerst vaststaan dat de zaak der weezenverzorging in onze kerk urgent is en dat men de voorkeur aan een weeshuis boven gezinsverpleging geeft. Deze twee vragen moeten goed uit elkander worden gehouden. Alvorens ik nu de urgentie van het vraagstuk ga bespreken, moet ik eerst mijn opponent A een kleine terechtwijzing toedienen, dat wanneer hij opponeeren wil, hij beginnen moet met goed te lezen wat geschreven is, want hij dicht mij woorden en profetiën toe, die ik mij niet bewust ben gesproken te hebben. Want de woorden, die hij op het weeshuis laat slaan, hebben blijkens het verband waarin zij voorkomen met het weeshuis niets gemeen. Zij zijn in algemeenen zin bedoelt, wat broeder A zelf wel zal inzien wanneer hij mijn stuk nog eens bedaard overleest. Ieder zal het met mij eens zijn dat ongenoegzame en onvoldoende voorbereiding oorzaak geweest is dat vele op zichzelf goede plannen, juist tengevolge daarvan zijn verongelukt, zoodat niemand voorloopig den moed had er.een hand naar uit te steken.
Wat verder broeder A tegen mij aanvoert acht ik nauwelijks de moeite der weerlegging waard. Want de vergelijking met de kas der Emeriti pred., pred. weduwen en weezen, gaat m.i. volstrekt niet op. De verzorging van onze weezen is niet aan de orde, onze weezen worden verzorgd, evengoed als de weezen van predikanten, al geschiedt dit dan ook niet uit een daarvoor opgerichte kas. Maar wat wel aan de orde is, is het al of niet urgente van een gemeenschappelijke weezenverzorging door alle diaconieën samen. Dat een kerkeraad de bevoegdheid heeft om desnoods alleen een weeshuis opterichten en te onderhouden, zal niemand betwisten, maar dat art. 25 van onze D.K.O. wel wat al te gemakkelijk door broeder A met het synodaal besluit van 1912 in verband gebracht wordt, staat m.i. vast. Ik zie volstrekt niet in wat art. 25 en het Syn Besl. van 1912 met elkander te maken hebben. De e.k. Synode zal misschien op dat punt wel licht ontsteken, maar ik geloof niet dat zij in haar nadere verklaring van hare uitspraak het gevoelen van broeder A zal bevestigen. Het spijt mij zeer, dat broeder A mijn artikel zoo slecht gelezen heeft, want dan had hij zeker het slot van zijn artikel in de pen gehouden, daar dit hem ingegeven is door een totaal verkeerde exegese van de woorden, die ik boven reeds uit hun verband heb toegelicht als niet op het opterichten weeshuis doelende.
Hiermede neem ik voorloopig afscheid van de zaak, maar veroorloof mij aan het Bestuur van het opterichten weeshuis de navolgende vragen te richten aan wier beantwoording ik en velen met mij groote behoefte hebben en waarvan onze verdere medewerking in deze zaak beslist afhankelijk zal zijn.
I. Vraag ik vriendelijk aan het Bestuur om te willen mededeelen, waarom er slechts 25 diakenen te Utrecht tegenwoordig waren, daar het getal diakenen in onze kerk toch veel grooter is?
II. Hoeveel gemeenten door deze diakenen werden vertegenwoordigd en of alle broeders een mandaat hadden om voor de oprichting van een weeshuis te stemmen?
III. Op welke gronden houdt men zich overtuigd en welke bewijzen heeft men er voor dat het vraagstuk der algemeene weezenverzorging in onze kerk urgent is, daar tot nu toe iedere gemeente haar eigen weezen onderhield?
IV. Waarom geeft men de voorkeur aan een weeshuis boven gezinsverpleging? Zijn dit alleen financieele of ook moreele redenen ?
Ik hoop dat het Bestuur deze vragen in ons kerkelijk orgaan zal willen beantwoorden. Laat daarover nu uitsluitend de discussie gaan. Al het andere is bijzaak en leidt zoo ligt van de hoofdzaak af. Dan wordt de zaak behandeld en blijven de personen er buiten. Velen met mij hebben aan een antwoord op deze vragen behoefte. Welnu, het Bestuur geve dat, en wanneer het werkelijk een afdoend antwoord is dan twijfele het niet of ik behoor tot de eersten die voor de oprichting van een zoodanig weeshuis gaan ijveren.

L. (Leiden) J.

P. S. Als ieder nu maar begrijpt dat we geheel „de Wekker” nu niet vullen kunnen met stukken over de weeshuis-zaak.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 1913

De Wekker | 6 Pagina's

Nadere verklaring

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 mei 1913

De Wekker | 6 Pagina's