Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus.

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

N. te A. Jes. 42:19. Wie is er blind Jan mijn hnecht, en doof gelijk mijn bode, dien Ik zend? Wie is blind gelijk de volmaakte, en blind gelijk de knecht des Heer en ?

Het eerste gedeelte van dit hoofdstuk wijst ons op den Messias, in vs. 1 ge- noemd door den Heere: Mijn knecht, Onder deze benaming wordt meer gewezen op den Heere Jezus. Zoo Jes. 52 :13 ; 53 : 1 1 ; Ezech. 34: 24; Zach. 3 : 8 ; Matth. 2 :18. Bij uitnemendheid is Christus de knecht des Heeren, waai; Hij komt om den wil des Vaders te volbrengen tot redding van verloren zondaren. Filipp. 2 : 6—8.

Wordt Jes. 42:19 buiten het verband ftangehaald, dan worden terstond onze gedachten naar Hem henengeleid. Da Costa tèekent bij deze woorden dan ook aan: ,Welk eene treffende voorstelling van den ïessias en Zijne vernedering, in zijn Ijjden! der de zondaars scheen Hij de meest Bëhuldige, onder de ellendigen de meest ellendige, en toch was Hij de volmaakte dienaar des Heeren, die al zijn wil volbïacht.” Te meer lijkt deze verklaring goed om den overgang van den 2den persoon ia vs. 18: „Hoort, gij dooven” op den Bden persoon in vs. 19, welke overgang zou doen vermoeden, dat de dooven en blinden in vs. 18 nu gewezen worden op den bode, dien de Heere zend. Dezen zelfden overgang vinden we echter oök in VS. 20, waar klaarblijkelijk het eerste en het tweede deel van den tekst dfinzelfden persoon aanwijzen, en in vs. 22 worden wij duidelijk gewezen op het volk Israël.

De meeste uitleggers zien dan ook in onzen tekst geene heenwijzing naar den Messias, maar denken aan het Joodsche volk en dan wyzen deze woorden op de ongevoeligheid, de verhardheid van Israël, die Jesaja in 53:1 doet uitroepen: „Wie heeft onze prediking geloofd en aan wien is ,de arm des Heeren geopenbaard ?” Zie ook vs. 20 en 23.

Blind is Israël voor de daden, doof voor de woorden des Heeren. Is Israël echter een bode en hoe kan gesproken worden van den volmaakteP Calvijn meent, dat inzonderheid de priesterschap bedoeld wordt. Dat deze genoemd kan worden bode des Heeren, is duidelijk uit vergee lijking met Maleachi 2, De priesters zijn in de eerste plaats aangewezen om het volk te leiden en te onderwijzen in de vreeze des Heeren, boodschappers te zgn van Hem. Hoe ergerlijk het echter met de priesters gesteld was, leeren ons verscheidene plaatsen uit de profetieën. Doof waren zij voor de vermanende stem der prefeten, blind voor de wet, welke zij hadden te onderwijzen. Ook voor de bedenis; teekenis van „de volmaakte” verwijzen we naar Mal. 2:4—7. Het woord engel in ; 7 = bode en de volmaaktheid ligt in het verbond en de zegening des Heeren over Levi.

Zoo de priester voorgaat, volgt het volk.

Volgens deze verklaring ziet Jes. 42 : 19 dus niet op den Messias, maar op het volk Israël. De doofheid en blindheid is dus zonde, waarom Israël in ballingschap verkeert. De Heere zal echter Zijn volk en gunstgenooten niet vergeten (43 : 1).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 1913

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 augustus 1913

De Wekker | 4 Pagina's