Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

F. v.d. S. te H. In Jer. 21:13 wordt gesproken van de „inwoners des dals” en van „de rots van het plein.” Hoe hebben wij dit te verstaan; Jeruzalem lag toch op een berg ? Wat is de bedoeling van deze beeldspraak ?
Jeruzalem lag niet op een, maar op drie heuvelen, n.l. Sion, Moria en Akra. Herodes heeft later den heuvel Bezetha nog bij de stad getrokken. Tusschen die heuvelen lagen dalen. Het dichtst bevolkt was het dal tusschen Akra en Sion, later het Kaasmakersdal genoemd. Wordt door den profeet dit dal genoemd, dan is het duidelijk, dat hij het oog heeft op de bedrijvige bevolking van Jeruzalem.
Van „de rots van het plein” zeggen de kantteekenaars: Alwaar de tempel op het plein van den berg Moria stond, of: voor welke rots buiten een effen veld ligt.
Tusschen de dalen verhieven zich de bergen, die op de hoogvlakte, waarop Jeruzalem lag, als rotsen uit de vlakte der dalen opstegen. Of met die rots nu Moria met den tempel of Sion met den koninklijken burcht bedoeld is, wordt uitgemaakt door hetgeen volgt: „Gijlieden die zegt: Wie zou tegen ons afkomen. Of: wie zon komen in onze woningen.”
Met de inwoners des dals wordt bedoeld de bevolking; met de rots van het plein de regeering. Samen: geheel Jeruzalem.

D. H. te A. Wat is er in te brengen tegen de leer van het Vagevuur?
1°. De Heilige Schrift in alles toch richtsnoer van geloof en leven zwijgt er van. Nergens vinden we het vagevuur vermeld. Wel worden we overal gewezen op zaligheid tegenover rampzaligheid. Tus-schen die beide is niets. Zie Matth. 3 :12; 13:42, 43, 47; 25:32, 34, 41 en 46; Luk. 16: 36 (wel eene klove, geen vagevuur) ; 23 : 43; Joh. 5 : 29; Openb. 14 : 13; 20: 15.
2°. De leer van een vagevuur is in strijd met de leer der schrift. Let slechts op 2 Cor. 5:1; op Filipp. 1:23 (Het ontbonden en met Christus zijn kent geene scheiding); op 1 Joh. 1 :7 (Waar het bloed van Jezus Christus van alle zonden reinigt, is geen vage- d.i. zuiveringsvuur meer noodig.
3°. De apostelen hebben er niet van geweten, de z. g. n. apostolische vaders evenmin; eerst in 593 is de leer van het vagevuur door de kerk aangenomen.

K. te N. We behoeven niet te vragen, wat regel is. Regel is naar den woorde Gods, dat de man priester is in zijn gezin. Op hem rust derhalve de heilige roeping de zijnen, voor te gaan in den gebede. Nu zijn er huisgezinnen, waarin de vrouw die taak vervult. Dit moet bij ontstentenis van den vader, als deze of overleden of ongesteld of van huis is. Ook ligt er een drang der noodzakelijkheid als de vader geheel vervreemd is van God en Zijn dienst. Is dit echter niet het geval, dan trede de vrouw niet in het werk des mans; de Heere heeft hem gesteld tot een hoofd der vrouw; op hem de roeping zijn geheele gezin te vertegenwoordigen in het gemeenschappelijk gaan tot den troon der genade. (In dit laatste is niet begrepen de persoonlijke uitgang tot God van elk der gezinsleden in bet bijzonder).
In het door u bedoelde geval is de vrouw een leesbare brief Christi; van den man moogt ge naar den aard der liefde gelooven dat de Heere de hand Zijner genade aan hem geslagen heeft. Nu mist de laatste de vrijmoedigheid om voor te gaan, d.i. hij gebruikt de vrijmoedigheid niet, waartoe hij toch geroepen wordt.
Nu wilt u de vrouw opleggen de plaats van haren man in te nemen, doch zij heeft juist bezwaar om dit te doen, daar zij meent, daartoe niet gerechtigd te zijn.
Ik vind, waarde broeder, dat die vrouw eene gezonde opvatting van hare plaats heeft en zou die vrouw in geen geval willen opdringen om voor te gaan. De man moet bearbeid worden. Hebt u al eens goed nagegaan, waaruit het „geen vrijmoedigheid hebben” voortkomt? Hoevele redenen er kunnen worden opgegeven, ze zijn alle terug te brengen tot..,. een verkeerd liefhebben van zichzelve. Dat is niet uit God, maar uit den booze. En in geen geval mogen we dit in de hand werken!

A. (Amsterdam) L.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 december 1913

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 december 1913

De Wekker | 4 Pagina's