Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is op het oogenblik in ons werelddeel een prins die een koningskroon is aangeboden, welke door hem is aangenomen, maar die den moed mist zgn koningrijk in bezit te nemen, ‘t Is een gek geval. De man loopt gevaar een bespotting te worden en de grootmachten die hem benoemden eveneens. Want zooals het op ‘t oogenblik in zijn toekomstig koningrijk gesteld is, is het maar ten zeerste geraden dat hij er niet heen gaat. De historie kan hem op dit punt uitnemende lessen geven. Wij denken maar aan het Maxilaansche avontuur (1863) dat aan Maximiliaan van Oostenrijk het leven koste en zijne vrouw in het gekkenhuis bracht. De prins dien wij bedoelen is de prins von Wied, de toekomstige koning van het nog te stichten koningrijk Albanië. Met opzet druk ik mij zoo uit. Want het koningrijk zelf waarover deze man de kroon aanvaard heeft bestaat nog niet eens. Ja het bestaat op het papier, en de protocollen van de gezantschapsconferentie te houden. Dan is dat nieuwe koningrijk Albanië gesticht en den Albanezen is eenvoudig gezegd: dat zij van nu aan een koninkrijk zullen uitmaken en door een koning zullen worden bestuurd. Niet maar een koning van hunne keuze, maar door een die de Europeesche grootmachten daarvoor zouden aanwijzen. En het lot viel op den prins von Wied. Maar de Albanezen zijn een zonderling volk. Vrijheidslievend tot in het woeste en onbesuisde toe en als zoodanig zijn ze volstrekt niet in hun schik met dezen koning.
Zij zouden maar liever hun oude leventje van stroopen, plunderen en onderling twisten voortzetten en ten bewijze dat het hun ernst is met dit voornemen zijn ze in onderhandeling getreden met een uit de hunnen die een voorname plaats aan het Turksche hof inneemt en hebben dezen bij het al niet officieel dan toch officieus de heerschappij aangeboden. En deze heeft, ook weer niet officieel maar toch officieus deze heerschappij aanvaard. En wordt daarbij gesteund door Turkije weer niet officieel, want zoo glad is de Turk wel, dat hij zich de vingers niet brandt. Met een stalen gezicht verzekerde de Turksche grootvizier dat hij van deze plannen totaal niets wist, maar uit de inmiddels in beslag genomen papieren en telegrammen blijkt duidelijk dat Turkije in alles de hand heeft en alles doen zal om de prins von Wied uit Albanië te houden. Want daarmede verliest Turkije al zijn invloed in Albanië en dit wil het tot geen prijs. Want in de toekomst kan Turkije nog o zoo veel nut hebben van Albanië en de grootmachten konden den dag nog wel eens beklagen waarop zij dit land tot een koningrijk hadden gemaakt. Voorloopig gaat de prins von Wied er dan ook nog maar niet heen. In een particulier gesprek moet de Duitsche Keizer het hem ernstig ontraden hebben en dit moet diepen indruk op den prins hebben gemaakt. Wellicht dat hij het land waarover hij in naam het bewind aanvaard heeft, nimmer betreedt en de taal waarop hij zich met zulk een ijver toelegt nooit behoeft te spreken. Hij zou de eerste koning in spè niet zijn.
Wat er daar in den Balkan nog eens geschieden zal laat zich op het oogenblik niet gemakkelijk berekenen, maar dat er weer wat broeit is zeker. Vooral sinds de bekende Enver beij die indertijd de oude Kiamil tot heengaan gedwongen heeft de teugels van het bewind in handen heeft genomen. Hij is de schoonzoon van den tegenwoordigen sultan en heeft feitelijk zichzelf tot minister van oorlog gemaakt. Het eerste wat hij gedaan heeft is een groote schoonmaak houden. Niet minder dan 500 officieren en daaronder 200 generaals werden op eens aan den dijk gezet en met alle kracht legt hij zich thans op de reorganisatie der Turksche strijdkrachten zoowel te land als te water toe. Een knap duitsch generaal is tot instructeur van het Turksche leger benoemd en van een der Zuid-Amerikaansche staten is een reusachtig oorlogschip overgenomen dat in den loop van dit jaar in dienst zal worden genomen. Griekenland dat nog altijd met de onopgeloste eilandenkwestie zit, is tengevolge van dit alles allerminst gerust en het volk kwam op het hooren van al deze dingen in heftige beroering. Wel heeft de minister president de gemoederen wat gekalmeerd, maar men vertrouwt in Griekenland noch den Turk, noch den Bulgaar omdat men vreest dat beiden onder een hoedje spelen. Want Bulgarije gunt even min aan Griekenland het succes van den oorlog, dat Griekenland geheel ten koste van Bulgarije heeft behaald. Het onderling wantrouwen is groot en in plaats dat de Balkanstaten zich met kracht kunnen gaan toeleggen op genezing en herstel van de wonden die den oorlog hun maatschappelijk leven heeft toegebracht, moeten ze onmiddellijk de reorganisatie van hunne levende strijdkrachten ter hand nemen en daaraan weer millioenen ten koste leggen.
‘t Is in een woord een verschrikkelijke toestand. De bevolking is op een verschrikkelijke wijze gedund. Overal schreef een correspondent, ziet men invaliden jonge, krachtige mannen, maar voor het leven totaal ongeschikt. De oude mannen en jonge kinderen moeten het land bewerken. Is het niet schreiend. En trots dat alles zich weer maar wapenen. Wij begrijpen het dat er in onze dagen krachtige stemmen opgaan die vragen: hoe lang nog? Hoe lang zal het nog duren alvorens de volkeren zullen inzien dat een oorlog een verwoesting is van het nationale leven in al zijn vertakkingen. Mogen die stemmen meer en meer doordringen ook tot de kabinetten waarin de verantwoordelijke leiders zitten opdat deze mannen in onze zoo ernstige dagen zich meer en meer van hunne verantwoordelijke roeping bewust mogen worden, die God ze op de schouderen heeft gelegd.
Ds. H. Janssen
(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 januari 1914

De Wekker | 6 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 januari 1914

De Wekker | 6 Pagina's