Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze liturgische geschriften 43

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze liturgische geschriften 43

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XLIII.
De belijdenis onzer Kerk sluit zich ten nauwste bij de Heilige Schrift aan en wijst altijd heen naar het genadeverbond en deszelfs beloften. Dat is de gouden draad, welke in onze confessie overal zichtbaar is. Nergens kan uit onze confessie of uit onze liturgische geschriften op afdoende wijze worden aangetoond, dat onderwerpelijke genade, eene veronderstelde wedergeboorte of veronderstelde bekeering als rechtsgrond wordt gesteld, waarop de sacramenten worden toegediend. Sla de belijdenis op waar ge wilt, lees de liturgische geschriften zoo welsprekend door hun bezielenden inhoud en ge zult altijd weder tot hetzelfde resultaat komen, dat de Heere de sacramenten verordend heeft om Zijn beloften te beteekenen en te verzegelen. Nergens leert de belijdenis, nergens zegt de liturgie, dat de sacramenten veronderstellen de wedergeboorte door den Heiligen Geest en de rechtvaardiging door het geloof in Christus, maar zij roepen het ons toe, dat de Drieeenige God onze Verbonds God is en dat de beloften van dat Verbond waarachtig zijn en getrouw. Deze rijke Schriftuurlijke Verbondsgedachte ademt in frischheid en kracht op schier elke bladzijde der belijdenis en liturgie ons tegen. De verwaterde en verzwakte verbondsbeschouwing, die in de tweede helft der 17e eeuw ingang begon te vinden, toen het rationalisme de Kerk het levensbloed druppel na druppel aftapte, kent onze belijdenis nog niet. Zij heeft een heerlijke massieve taal om de gedachten der Schrift te vertolken; zij plaatst ons in het midden van het heldentijdperk toen men leefde bij zijn Bijbel en als kinderen luisterde naar zijn taal. Het is de fout niet alleen der Duitsche, maar ook der Neo-Gereformeerde theologie, dat zij veel te philosophisch, en te weinig Schriftuurlijk is. Haar zwakke zijde ligt altijd in haar gebrek aan Schriftmatig betoog. En dat is juist de kern en de kracht van belijdenis en liturgie, dat zij niet wijs willen zijn boven ‘t geen men behoort wijs te zijn, maar dat zij zich in haar taal en gedachtegang geheel en al laten beheerschen door de Heilige Schrift. De nieuwe methode zwaait den scepter van haar denken over de Schrift en wringt de Schrift naar een vast systeem; de goede Gereformeerde methode door onze vaderen in belijdenis en liturgie gevolgd is de Schrift te laten spreken ‘t eerst, en altijd aan die Schrift te geven het laatste beslissende woord en ten laatste te zwijgen als Gods Woord zwijgt.
Juist dat bijbelsch karakter geeft aan belijdenis en liturgie een blijvende waarde, een beslissende beteekenis, een boeiende taal, een echt Gereformeerde verbondsbeschouwing. Het is daarom ten eenemale onjuist en geeft blijk van weinige bronnenstudie, wanneer men met Ypey in zijn „Beknopte geschiedenis der systematische godgeleerdheid” aanneemt, dat eerst Coccejus de man zou geweest zijn, die op onze erve de verbonds-theologie haar diepgang heeft gegeven en in haar beteekenis heeft ontwikkeld. Wat Coccejus leverde was niet veel meer dan caricatuur. Hij heeft de verbonds-theologie door mannen als Calvijn, Olevianus, Zacharias Ursinus, Bullinger e. a. uit de Heilige Schift opgediept en in onze belijdenis en liturgie vastgelegd, versplinterd, het organisch verband tusschen het Oude en Nieuwe Verbond stuk geslagen.
Coccejus had stellig een groot verstand, maar in hem klopte niet het warme hart, zoo noodig om de bezieling der verbonds-theologie te verstaan. Die bezieling spreekt ons toe op menige bladzijde der belijdenis en vindt haar schoone toonen in de warme taal onzer liturgische geschriften.
Slaan wij nu onze belijdenis op, dan treft ons vooreerst art. 33, waar wij lezen: „Wij gelooven, dat onze goede God, acht hebbende op onze grovigheid en zwakheid, ons heeft verordend de sacramenten om aan ons Zijne beloften te verzegelen.” Voorts in art. 34, spreekt de belijdenis van „het verzegelen met het merkteeken des Verbonds” en van „het doopen op dezelfde beloften” als waarop onder het Oude Verbond de besnijdenis geschiedde. Schoon is vervolgens antwoord 66 van den Catechismus, waar geleerd wordt: „Sacramenten zijn heilige, zichtbare teekenen en zegelen van God ingezet, opdat Hij ons door het gebruik daarvan de belofte des Evangelies des te beter te verstaan geve en verzegele”. En op de vraag wat die belofte inhoudt, lezen wij: dat ons vanwege het eenig slachtoffer van Christus aan het kruis volbracht vergeving der zonde en het eeuwige leven wordt geschonken”. Verder wordt er nog met nadruk op gewezen, dat de Sacramenten ons verzekeren, dat onze volkomene zaligheid in de eenige offerande van Christus staat, die voor ons aan het kruis is geschied.
Nergens dus zooals wij hieruit duidelijk kunnen zien, is er sprake van een verzegeling van iets in den mensch, maar alleen en overal van iets aan den mensch, nl. de belofte des Evangelies, dat onze zaligheid staat in de eenige offerande van Christus.
Niets anders dan deze belofte wordt nu ook bij den volwassen doop beteekend en verzegeld. Zou hier een andere maatstaf moeten worden aangelegd, dan zouden onze vaderen met zich zelf in tegenspraak zijn geweest, en zou het formulier voor den doop der volwassenen in lijnrechten strijd zijn met de formulieren van eenigheid. En dit te denken ware absurd.
Uit de verzegeling van deze Verbondsbelofte nu vloeit voort de belijdenis, die van den doopeling wordt geeischt.
J.J. van der Schuit

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1914

De Wekker | 4 Pagina's

Onze liturgische geschriften 43

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1914

De Wekker | 4 Pagina's