Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze liturgische geschriften 49

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze liturgische geschriften 49

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XLIX.
Vragen wij wat de inhoud der belijdenis is, dan geeft het formulier een afdoend antwoord. Het formulier huldigt niet de meening van sommigen, dat wie belijdenis doet een besliste persoonlijke verzekering moet kennen. Ook al staat het bevindelijk leven er niet buiten, en al moet onverzwakt worden vastgehouden, dat zonder dat er nooit geen waar belijden kan zijn, toch is op laatst ons gevoelig bevindelijk leven niet de inhoud des geloofs 't welk wij te belijden hebben.
Zulk een belijden, wie voelt het niet, zou feitelijk ons los rukken van het vaste fondament onzer zaligheid; zou de laatste, de eenige afdoende grond n.l. de Christus en Zijne gerechtigheid uitwisselen, voor een grond, die in den mensch moest gezocht worden.
Ter verduidelijking en ter bemoediging voor alle oprechten van hart, mag ik zeker hier een woord aanhalen van vader Brakel, een man, doorkneed in de praktijk der godzaligheid. Wat deze „Groote in Israël” zegt in betrekking tot het Heilig Avondmaal pas ik toe op het belijden — en doe dit met te grooter vrijmoedigheid, wijl vooral bij dit sacrament er ook is een belijdenis des geloofs onzerzijds.
Brakel zegt: „Men heeft niet van noode, eene volkomene vaste, werkzame verzekering zonder bekommernis, dat men in den staat der genade is, en een wederkeeren op die verzekering; maar het is genoeg, dat men overtuigd zij van de uitgaande daden des geloofs en der bekeering, al durft men dit besluit daaruit niet opmaken: ik geloof; ik ben bekeerd, Een waar geloovige zal in zich bevinden, a. dat hij met al zijn hart den eenen tijd wel gevoeliger dan den anderen tijd uit gaat naar den Heere Jezus, om door zijn bloed gerechtvaardigd, om door zijne volbrenging van de wet met zijne heiligheid bekleed, en door Zijnen Geest veranderd en geheiligd te worden; dat hij naar Jezus uitziet, verlangt, roept, loopt, wacht, zich aan Hem overgeeft, dat hij tegen het ongeloof worstelt om Jezus in het hart te brengen, en om verzekerd te worden, dat men in Hem gelooft, en deel heeft aan Hem en zijne goederen.
B. Hij zal niet tevreden zijn met te gelooven, dat hij genade verkregen heeft, maar dat hij met al zijn hart begeert de bezitting„ het genot, den smaak van de goederen des verbonds; dat hij verheft op een dadelijke vereeniging met God, op een leven met een indruk van des Heeren tegenwoordigheid, op vrede der conscientie, op de liefde en vreeze des Heeren. Als hij dit mist, zoo is hij ontroerd; heeft hij het verloren, hij kan niet rusten, tot dat hij het wederom bekomt, want het is zijn leven, zijn zoetigheid, zijn zaligheid.
C. Hij zal in zich bevinden eene haat en afkeer van de zonde, eene smaat als hij zondigt, een telkens weer opstaan een loopen naar 't bloed van Jezus tot verzoening, eene lust en liefde om den Heere welbehagelijk te leven : Hij bevindt in zich een strijd tusschen vleesch en geest; dat de aardsche begeerlijkheden hem gedurig tot de aarde, en van God aftrekken, en dat de geest, het herboren gedeelte, het geestelijk leven, dat in hem is, hem gedurig wederom van de zonde tot God trekt en dat in dezen strijd, dan het vleesch tot zijne smart de overhand heeft en somtijds tot zijn blijdschap de geest”.
Dit woord van Brakel mag wel commentaar op de belijdenisvragen uit 't formulier van den volwassen doop heeten. De inhoud van het belijden is nooit het betuigen, dat wij verzekerd zijn, dat wij zoo ver en zoo diep geleid zijn, dat wij een volkomen geloof bezitten; dat wij zedelijk weten bekeerd te zijn. Integendeel, wij komen — naar luid van ons Avond maalsformulier — om te belijden dat wij midden in den dood liggen en dat wij mitsdien ons leven buiten ons zelf in Jezus Christus zoeken.
Deze twee zaken zijn het dus, die den inhoud van het belijden uitmaken a.eene oprechte erkentenis van onze verlorenheid, b. een hartelijk zich toebetrouwen aan Jezus als onze sehuldovernemenden Borg.
Dit en niets anders wordt ook in de vragen van het formulier uiteengezet. Reeds in het leerstellig gedeelte lezen wij uitdrukkelijk, dat het niet geoorloofd is de volwassenen te doopen, tenzij die te voren hunne zonde gevoelende, belijdenis doen van hunne boetvaardigheid en van hun geloof in Christus.
Wanneer dus iemand zou zeggen, ik ken geen bekommernis vau wege mijne zonde, ik heb geen behoefte aan Jezus noch liefde tot den dienst van God, dan leert dit formulier het ons met behartigingswaardige nauwgezetheid, dat dezulken ook geen belijdenis mogen en kunnen doen.
Twee zaken dus, kennis van zijn ellende en geloof in Christus zijn de wezenlijke inhoud van elk waar belijden en diens volgen ook de inhoud der belijdenis vragen uit 't formulier. Deze twee zaken moeten bij ieder Christen, die staat om te belijden, een gehoorbodem in zijne zieleleven vinden; deze twee zaken blijven do grondtoon van alle belijden in Christus kerk op aarde.
Dit geloof is gewis in trap en mate onderscheiden, juist wijl het een levend geloof is. Een dood geloof kent noch kwijnen noch wassen. Het is een stuk steen. Het is ten hoogste een kunstbloem zonder geur, zonder ontwikkeling, zonder groeikracht. Maar geheel anders is het met het levend geloof; dat is een bloem, die onder regen en zonneschijn der genade Gods tot hooger schoonheid en kracht ontluikt.
Twee zaken, inhoud van het belijden. Wij zullen nu zien hoe deze twee zaken in de belijdenisvragen worden omschreven.
Kampen
J.J. van der Schuit

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 maart 1914

De Wekker | 4 Pagina's

Onze liturgische geschriften 49

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 maart 1914

De Wekker | 4 Pagina's