Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jezus, door Pilatus overgegeven om gekruist te worden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jezus, door Pilatus overgegeven om gekruist te worden

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Pilatus dan willende de schare genoeg doen, heeft hun Barabbas losgelaten en gaf Jezus over, als hij hem gegeeseld had, om gekruist te worden.” Markus 15 : 15

Nu het Sanhedrin der Joden, Jezus ter dood had veroordeeld, maar de Joden in die dagen het recht niet hadden om iemand ter dood te brengen, gaf men den veroordeelde over aan den stadhouder Pilatus. Zoodoende kwam Jezus dan nu voor het wereldlijk gericht.
Hoe zich dit alles heeft toegedragen, kunnen we thans niet bespreken. We bepalen ons voor ditmaal alleen bij het slot van het rechsgeding voor Pilatus. De stadhouder, die wist dat de Joden Jezus uit nijdigheid hadden overgeleverd, trachte zich eerst van de zaak af te maken, met te zeggen: gij hebt een wet, oordeelt hem zelf. Maar de Joden bekenden, ’t was hun niet geoorloofd iemand te dooden. Het zenden van Jezus naar Herodes leidde ook tot niets dan alleen tot vermeerdering van Jezus lijden, door smaad, hoon en bespotting, waarmee Herodes Jezus terugzond naar Pilatus, met de verklaring, dat hij geen schuld in dezen mensch gevonden had. De stadhouder is zoodoende eindelijk genoodzaakt de zaak van Jezus te behandelen. Herhaaldelijk onderzoek heeft echter Pilatus herhaalde malen doen verklaren, dat hij geen schuld in Jezus vond. Als Romeinsch stadhouder en rechter had hij derhalve, den beschuldigde moeten rechtvaardigen en vrijlaten. En waarom deed de stadhouder dit niet? Pilalus was een man met een door en door ongelukkig karakter. Een rechter die bang is om recht te doen, uit vrees, dat hij het volk tegen zal krijgen, kan het ongelukkiger? Een rechter, die iemand beslist, na onderzoek onschuldig verklaart, en dan om het volk te behagen, met een geweldige lijfstraf wil straffen en dan loslaten, wie zou zoo iets ooit hebben kunnen en durven verwachten, van een Romeinsch rechter? Zoo iets was ongehoord. Maar neen, ook daarmeê is het vergramde volk niet tevreden. Onvermurfbaar voor alles, eischen zij onvoorwaarlijk van den stadhouder, dat Jezus gekruist zal worden.
Zelfs voor de keuze geplaatst, wie Pilatus op het feest, gelijk gebruikelijk was; zal loslaten, Jezus of den moordenaar Barabbas, hebben ze geen oogenblik beraad van nooden. Als uit éénen mond klinkt het: Niet dezen, maar Barabbas!
En o vreeselijk, wat we daar lezen van Pilatus, dat hij der schare willende genoeg doen, Barabbas heeft losgelaten, maar Jezus overgaf om gekruist te worden. Wél was Pilatus maar een heiden, die de God Israëls niet kende, maar afgedacht daarvan, had Pilatus recht te doen en het recht te handhaven, zonder te vragen of dit al of niet naar des menschen genoegen was.
Daarbij komt nog dat de kruisstraf een zoo vreeselijke, en voor een Romein zoo afschuwelijke straf was, dat nooit, dan bij uiterst zeldzame gevallen, een Romeinsch burger tot die straf werd veroordeeld. Ontzachelijk werd die straf hierdoor nog verzwaard omdat er altijd een geeseling aan voorafging, en wel een romeinsche, die nog zooveel vreeselijker was dan een Joodsche. Onbeschrijfelijk is dan ook het lijden, waar Christus aan onderworpen is geweest, nog vóór dat de eigenlijke kruisiging plaats had, Onbeschrijfelijk ook de smaad en de schande den Zoon des menschen aangedaan, die volgens de profetie, een snarenspel was van drankwoede, en aan wien is bevestigd geworden, wat zoovele eeuwen te voren was voorspeld: Ik ben mijner broederen vreemd geworden en onbekend den zonen mijner moeder!
Als we met een gewoon mensch als onzer één hadden te doen, een mensch die na gerechtelijk onderzoek volstrekt onschuldig was bevonden, en men zou dien behandelen, gelijk Jezus behandeld is, dan zou de geheele wereld er van spreken, en volstrekt eenstemmig verklaren, dat zoo iets, met één woord, allerschandelijkst is. En nu geldt het maar niet een Adamskind als wij zijn, maar dat wordt Hem aangedaan, die niet alleen de Zoon des menschen, maar die ook de Zone Gods is. De van ouds beloofde Verlosser en Immanuël, van wien God de Vader heeft getuigd: Deze is mijn geliefde Zoon in Wien Ik mijn welbehagen heb. Hem durft men een spotkleed om het lichaam te hangen, een doornenkroon op Zijn hoofd te zetten, in Zijn aangezicht te spuwen, en aan al wat laag en verachtelijk is over te geven. En om dan de maat vol te meten, zal dit het laatste zijn, dat Jezus ter kruisstraf wordt verwezen.
Maar is er dan niemand die dit gruwelijk onrecht zich aantrekt? Is er dan zelfs bij een Romeinsch rechter geen gevoel, geen bewustheid van recht meer, en wat moet er van een land en volk, wat moet er van geheel de samenleving in deze wereld worden, als dit maar zoo kan doorgaan? Dergelijke vragen en bedenkingen kunnen nog met alle andere worden vermenigvuldigd, maar wat geven ten slotte al dergelijke redeneeringen. De geschiedenis plaatst ons voor feiten, en die feiten kunnen alleen uit een ander gezichtspunt worden verklaard.
De Schrift moet vervuld worden, en Gods Raad zal bestaan. Ook het kwaad dat er in de wereld is wordt door God bestuurd. Menschen, onbewust van wat ze doen, moeten Gods Raad uitvoeren.
Jezus is overgeleverd door de Joden aan Pilatus, deze doet als rechter afstand van zijn recht, en laat het met boosheid en nijdigheid vervulde volk beslissen. En wat was er dan anders te wachten, dan dat Jezus sterven moest. Meende Pilatus al, dat hij macht had om met Jezus naar zijn welgevallen te doen, de Heere had in Zijne verantwoording voor den stadhouder verklaard: „gij zoudt geen macht hebben over Mij, indien het u niet van boven gegeven ware.” Daaruit blijkt, hoe de bijzondere Godsregeering hier behoort opgemerkt te worden. Christus was gekomen om het welbehagen des Vaders te volbrengen. Opgetreden als Borg en Middelaar heeft Hij al de zonde Zijns volks op zich genomen. Zijn Naam is Jezus, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hunne zonden.
Daartoe moet Hij dan ook als Borg de straf der zonde dragen. Om anderen van den vloek te kunnen verlossen, moet Hij den vloekdood sterven. Aan den eisch der Goddelijke gerechtigheid moet worden voldaan. Dat alles heeft Jezus vooruit geweten. Hij heeft er Zijne discipelen mede in kennis gesteld, maar zij konden dat toen nog niet verstaan. Om de vreugde Hem voorgesteld, zien we Hem nu de schande verachten en het kruis verdragen. Hij, die geen zonrle gekend heeft, heeft God de Heere zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem.
Aangrijpend is de gedachte, welke we hierin tot werkelijkheid zien komen Jezus de onschuldige, als de meest schuldige behandeld en veroordeeld! Het Sanhedrin had geen enkele wettige beschuldiging. Het waren slechts groote woorden, door blindheid, verharding en verregaande boosheid hun ingegeven, dat men tot Pilatus zeide, op de vraag, wat Jezus gedaan had; indien deze geen kwaaddoener ware, wij zouden hem u niet hebben overgeleverd. Herodes heeft evenmin een oorzaak van beschuldiging tegen Jezus kunnen vinden. Judas heeft zijn euveldaad erkend, met te zeggen: Ik heb verraden onschuldig bloed. De stadbouder Pilatus heeft tot herhaalde malen toe verklaard: Ik vind geen schuld in dezen mensch. Duidelijker en krachtiger bewijzen voor Jezus onschuld konden er nooit zijn, en juist dit was het, wat in den Borg werd vereischt. Hij is de Heilige, de Onnoozele, de Onbesmette, in één woord, het heilige Lam Gods. In deze hoedanigheden zal Hij lijden en sterven. Zoo zal Hij zich overgeven tot in den dood, ja tot in den dood des kruises. Daarin schittert Zijn eeuwige, Zijn ondoorgrondelijke, reddende zondaarsliefde. Hoe ook gesmaad, gelasterd, gefolterd, gesard en gepijnigd, als de Man van smarten, gaat Hij geduldig als het Lam Gods, Zijn lijdensweg. Telkens mag men, Hem in onze gedachten op dien weg volgende, wel vragen: Wie heeft eene smart als Zijne smart?
Gods heilige toorn over de zonde doet Hem zwoegen. Wat Hij niet had geroofd, moet Hij nochtans wedergeven. Hoe wordt Hij geperst, tot het alles is volbracht. Met smaad en schande overdekt, heeft Pilatus Jezus, na Hem de smartvolle geeseling te hebben laten ondergaan, aan ’t volk voorgesteld en gezegd: Zie den mensch! Maar neen, daar heeft de boosheid van menschen geen gevoel voor. Van barmhartigheid of medelijden is bij menschen geen sprake. Het is en blijft maar als uit eenen mond: Weg met dézen van de aarde! Ware het mogelijk geweest voor de engelen om te weenen, dan zouden deze troongeesten Gods hebben geweend en gejammerd bij het zien van al die smarten. Hoe vreeselijk is de zonde, mogen we hierbij wel uitroepen, die zulk een lijden en zooveel leed heeft veroorzaakt. En als dan God Zijnen Eeniggeboren Zoon niet heeft gespaard, wat hebben zij dan te wachten, die zonder Borg en Middelaar voor hun eigen zonde en schuld eens zulten moeten boeten! Geen wonder dat de mensch, door Gods Geest ontdekt, in zulk een spanning en hoogklimmende benauwdheid kan komen, dat uit den angst en de benauwdheid des harten, de noodkreet der ziel tot God opstijgt: O God, wees mij zondaar genadig! Sterven zou dan de zondaar in wanhoop, als in het heilig evangelie niet een weg tot ontkoming was aangewezen in Hem, die als de Rechtvaardige voor onrechtvaardigen heeft geleden,
Geloovig ziende op uw lijdende Verlosser, ziet ge in Hem uwe zonden gestraft, uwe losprijs aangebracht, gerechtigheid verworven en uwe zaligheid gewaarborgd. Onbeschrijfelijk groot wordt dan het wonder van genade, u in ’t voorbijgaan van zoo velen, te beurt gevallen. Dan zijn het niet meer de Joden, dan is het niet meer Pilatus, maar dan zijn het uwe zonden die Jezus al dat lijden en al die vernederingen hebben aangedaan.
Moet ge dan antwoorden op de vraag, waarom dat lijden des Heeren u zoo aandoet en waarom de persoon des Lijders u zoo aantrekt, dan zijt ge niet verlegen, wat ge daarop moet antwoorden. O neen, dan smelt de getuigenis van al het volk des heeren in één woord saam: Wij hebben hem lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. En wanneer is de liefde van Christus duidelijker gebleken, wanneer heeft die liefde sterker getuigenis gegeven dan juist toen het er op aan kwam, om den bitteren beker Zijns lijdens te drinken. Bedroefd tot den dood toe in Gethsemané, — het voorwerp van smaad, schande en verachting, eerst voor den Joodschen Raad, dan voor koning Herodes, vervolgens voor Pontius Pilatus, om ten laalste onder helsche angsten en benauwdheden te sterven aan het vloekhoutl En op de vraag waarom en waartoe dit alles, dit veelzeggende antwoord: Om Zijn arm ellendig en nooddruftig volk te verlossen van het eeuwige verderf en hen recht te verwerven tot het eeuwige leven.
We sluiten onze overdenking met woorden van den bekenden Lange:
„Weenend sta ik in het dal der schimmen,
„Doofgehuild door ’t woedend stormgetier.
„Boven mij een vuurzee om de kimmen.
„Onder mij een Belialsrivier.
„Overal omringen mij de strikken,
„Ik worstel met den twijfel mijner ziel;
„Ik heb geen moed meer, en mijn beuklaar viel,
„Alles werwelt en mijn knieën knikken.
„’k Blijf toch staande! Eén heeft mij aangegrepen,
„Waar Diens hand zich in de mijne sloot,
„Kan geen macht mij ten verderve slepen,
„Hij is sterk, ja sterker dan de dood!
„Schoon nu schijnbaar me in den kamp vergetend,
„Heeft Hij toch mijn ziele gansch gered,
„En hoe soms mijn onmacht mij ontzet,
„Aan Zijn almacht hangt zij vastgeketend.
J. Wisse

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1914

De Wekker | 6 Pagina's

Jezus, door Pilatus overgegeven om gekruist te worden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1914

De Wekker | 6 Pagina's