Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De hemelvaart van Christus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De hemelvaart van Christus

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heere dan, nadat Hij tot hen gesproken had, is opgenomen in den hemel en is gezeten aan de rechterhand Gods.” Markus 16 : 19.

Lukas eindigt zijn evangelie, en begint het tweede boek door hem geschreven, bekend onder den naam van „De handelingen der Apostelen”, met de hemelvaart van Christus. Die hemelvaart is geschied nadat Jezus door den Heiligen Geest aan de apostelen, die Hij uitverkoren had, bevelen had gegeven.
Aan welke hij ook, zoo verhaalt Lukas, nadat Hij geleden had, zichzelven levend vertoond heeft, met vele gewisse kenteekenen, veertig dagen lang, zijnde van hen gezien en sprekende van de dingen, die het Koninkrijk Gods aangaan. Die veertig dagen na ‘s Heeren opstanding moesten bijzonder dienen om de Zijnen nog nader voor te bereiden op Zijn naderend heengaan, en inzonderheid om hen te onderwijzen te bemoedigen en te troosten met het oog op de gewichtvolle taak, welke hun was opgelegd, om getuigen van Christus te zijn. Uitgeleid uit Jeruzalem, volgt nu het elftal, den Meester naar den Olijfberg, vanwaar Hij zal opvaren ten hemel in hun aller tegenwoordigheid. Opmerkelijk is de plaats daartoe uitgekozen.
Zoo menige nachtelijke ure had de Heere op den Olijfberg, in den nacht doorgebracht in het gebed. Aan de voet van dien berg lag de Olijvenhof, Gethsemané genaamd, waar die vreeselijke benauwdheid was doorleefd, welke de Man van smarten zeggen deed: Mijn ziel is bedroefd lot den dood toe.
In de nabijheid van dien berg lag de liefelijke rustplaats Bethanië, waar Maria, Martha en Lazarus woonden, waar zoo menige aangename ure was doorgebracht. Van af den Olijfberg had men voor zich een prachtig panorama. Vandaar zag men de heerlijkheid van Jeruzalem, waar men al van ouds van had gezongen: Jeruzalem is wel gebouwd, welsaamgevoegd; wie haar beschouwt, zal haar voor ‘s bouwheers kunstwerk groeten.
Buiten de poorten dier stad zag men ook op Golgotha, de plaats waar de Heere gekruist was. Wél mogen we daarom den Olijfberg wel een gedenkwaardige plaats noemen, vanwaar Christus de Heere, is opgenomen in den hemel. En wie beschrijft het oogenblik voor de jongeren des Heeren, dat zij hier op den Olijfberg hebben doorleefd. Zij waren zoo op Jezus' heengaan voorbereid, dat niemand hunner daar meer aan twijfelen kon. Maar vergeten we niet, zij waren menschen van gelijke bewegingen als wij. En och de werkelijkheid van vele dingen is dan gewoonlijk zoo geheel anders als de voorstelling, welke wij daar van hebben gemaakt. Der woorden, der vragen en der gedachten vol, staan zij daar als dienaren, die de laatste bevelen van hun Koning ontvangen. Eindelijk heft de Heere Zijne handen over hen op, evenals de Hoogepriester gewoon was als hij het volk zegende, en zoo geschiedde het, dat de Heere zegenend van hen scheidde. Opstijgend van de aarde, eerst langzaam, daarna sneller, is Hij weldra uit hun gezicht verdwenen, want een wolk kwam en nam Hem weg van voor hunne oogen.
Dit was geen droom, geen visioen, maar volkomen werkelijkheid, waar elf mannen bij tegenwoordig waren als getuigen. Was het wonder, dat die elf daar stonden en opzagen naar den hemel, om Hem, dien ze als hun Heere en Zaligmaker kenden, na te staren, zoo lang zij konden? En terwijl ze daar zoo staan, zien ze op een oogenblik twee mannen bij hen staan in witte kleeding, welke hen toespraken en zeiden: Gij Galilesche mannen! Wat staat gij en ziet op naar den hemel? Deze Jezus, die van u opgenomen is in den hemel, zal alzoo komen, gelijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien heenvaren. Wondervolle verschijning. Engelen in menschelijke gedaante in wit gewaad, het beeld der heiligheid, gebruikte de Heere, om Zijne bedroefde discipelen te vertroosten. Nu konden ze aanbidden, en naar des Heeren Woord wederkeeren naar Jeruzalem, zich verblijdende in de heerlijkheid des Heeren. Nu zullen ze wachten op de belofte des Vaders, dien de verheerlijkte Heiland, in den Heiligen Geest, als in den beloofden Trooster zal zenden. Zoo is dan de profetie vervuld, die van deze verheerlijking van Christus had getuigd. Getuigd in beeld en schrift. God vaart op met gejuich, zoo had men al gezongen bij de opvoering van de Ark des Heeren, terwijl in een anderen psalm was gezegd: Gij zijt opgevaren in de hoogte. Zoo ging de weg van den Middelaar door lijden tot heerlijkheid. Denk die hemelvaart in van Christus in betrekking tot den persoon van Christus zelven, en we duizelen bij de gedachte, aan hetgeen de Heilige Schrift daaromtrent getuigt: ,opgenomen in de hemelen gezeten aan de rechterhand Gods.”
Wat al lijden smaad en vernedering is daar aan voorafgegaan. Hoe vreeselijk was dat sterven op Golgotha, onder die jammerkreet: Mijn God, mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten.
En nu, nu is de groote strijder, zijn lijden te boven. Nu is Hij met eer en heerlijkheid tot in alle eeuwigheid gekroond. Lezen we van Gods rechterhand, dan moet dit oneigenlijk en op Gode waardige wijze worden verstaan.
We weten. God is een Geest, en een Geest heeft in den eigenlijken zin geen lichaam en dus ook geen rechterhand. Doch de Heere heeft in Zijn heilig Woord met onze menschelijke zwakheden rekening gehouden. We lezen ook van Gods oogen, handen en andere lichaamsdeelen. Zitten aan iemands rechterhand, duidde bij de Hebreen en bij andere volken aan, een bijzondere eervolle onderscheiding. In de H. S. duidt dan ook het zitten aan Gods rechterhand aan, de bijzondere geheel eenige eer, waarmede Christus gekroond en verheerlijkt is, gelijk een Paulus dit onderschrijft in de H. S. als hij getuigt, dat Christus uit de dooden is opgewekt en dat de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus Hem gezet heeft tot Zijne rechterhand in den hemel. Verre boven alle overheid en macht, en kracht, en heerschappij, en allen naam die genoemd wordt, niet alleen in deze wereld maar ook in de toekomende. Als Heere en Koning heerscht Christus nu, en regeert Hij Zijne kerk, die Hij ook beschermen en bewaren zal, als Sions Koning, dien alle macht gegeven is in hemel en op aarde. Naar Zijne menschelijke natuur verhoogd en gescheiden van de aarde, heeft Hij, scheidend van Zijne discipelen, hun het troostwoord achtergelaten: Ziet Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleindiging der wereld. Naar Zijn Godheid, majesteit, genade en Geest, zal Hij van Zijne gemeente niet wijken. Slechts enkele dagen na Zijne opneming in den hemel, zal in de uitstorting van den H. G. het bewijs geleverd worden, hoe de Heere aan Zijne belofte gedenkt. Niet tot schade maar tot groote en blijvende winst strekt derhalve deze verheerlijking van Christus voor Zijne geloovigen. Hoe helder is het gezien, hoe schoon en zinrijk is het uitgedrukt als Paulus in Ef. 2 daarvan getuigt: dat God, die rijk is in barmhartigheid ons met Christus levend gemaakt, ons mede opgewekt en ons mede gezet heeft in den hemel in Christus Jezus.
Daar ziet de apostel op de eenheid, die daar is tusschen Christus en Zijne geloovigen. Eene eenheid als daar is tusschen het Hoofd en de leden van het lichaam. Zoo getuigt ook onze Christelijke belijdenis ergens, dat we nu in en door de verheerlijking van Christus, ons vleesch tot een pand in den hemel hebben, waardoor de verheerlijking van de geloovigen, als leden van Christus lichaam verzekerd is.
Een kind kan bedroefd zijn als zijn vader naar een ver gelegen land is getogen en nu ver van zijn kind verwijderd is. Maar die droefheid zal spoedig getemperd zijn als dat kind weet en verzekerd is, dat die vader wederkomt en dat hij heenging in ‘t belang van zijn kind. Jezus ging heen, gelijk de Heere te voren tot Zijne discipelen had gezegd, om plaats voor hen te bereiden in het huis des Vaders. Daarna zou Hij wederkeeren en hen allen tot zich nemen. Kan scheiden in vele gevallen oorzaak zijn tot bittere droefheid, zoo zelfs, dat ge bij oogenblikken overstelpt wordt van droefenis, bij de herdenking van Christus luistervolle hemelvaart kan en mag daar geen sprake van zijn. Neen, dan past de gemeente des Heeren, dan past ieder oprecht geloovige een blijde, een feestelijke en Godgewijde stemming der ziel. We vieren dan geen gedachtenis van een gestorven vriend, wiens ziel is opgenomen in den hemel, gelijk door dwaalgeesten wordt geleerd, maar we vieren gedachtenis van de zichtbare en lichamelijke hemelvaart onzes Heeren en Zaligmakers, Jezus Christus.
Dat was de kroon op Zijn arbeid. Dat is de heerlijkheid, waarin Gods heilige engelen en de geesten der volmaakten Hem lof en eere toebrengen tot in eeuwigheid. In die heerlijkheid wordt Hij ook op aarde door al Zijn volk erkend. In die heerlijkheid van den grooten en verheerlijkten Priester-Koning zullen hemel en aarde in de schoonste harmonie Hem loven en verheerlijken, als de Heere der Heeren en de Koning der Koningen.
Als uit den hemel Zijner heerlijkheid roept Hij het Zijn gunstgenooten op aarde toe: Waar Ik ben, daar zal ook mijn dienaar zijn. Ik leef en gij zult leven! Zie, dit mag de snaren van de harpen der oprechten stemmen om te jubelen:
„Hoopt op den Heer gij vromen,
Is Israël in nood.
Er zal verlossing komen.
Zijn goedheid is zeer groot.”
Die met Christus lijden zullen ook met Hem verheerlijkt worden.
Wie van den Olijfberg terugblikt naar Bethlehem, en geheel dat leven van Gods Zoon, die in de menschelijke natuur op aarde verscheen, tracht te overzien, zal het aan stof niet ontbreken, om met den gewijden dichter te getuigen: Heilig (maar ook wondervol) zijn o God Uw wegen. Van af die kribbe te Bethlehem, tot aan den Olijfberg op den morgen van Jezus hemelvaart, wat is het alles als de openbaring van Gods raad, één ondoorgrondelijk wonder. Al de deugden Gods zien we daarin verheerlijkt. Zoo menige bladzijde uit de geschiedenis van Jezus' leven en werkzaamheid, zou bij oogenblikken doen vragen: waarom aldus en alzoo. Maar gekomen aan het eind van die geschiedenis, verspreidt de verheerlijking van Christus een heerlijk licht over alles.
En dat licht is zoo bijzonder leer- en troostrijk voor alle geloovigen. Deze wereld is voor Gods kinderen het land der ruste niet. Wat kan er in dat korte leven op aarde ook door Jezus oprechte volgelingen veel geleden en geworsteld worden. Maar het oog gericht op de kroon, die daar schittert aan het einde van de baan, wekt op tot moedig strijden, geduldig lijden, en vertrouwend wachten. Ja dat wekt op, om met volharding en lijdzaamheid te loopen de loopbaan ons voorgesteld.
Ziende, niet slechts op de groote wolk der getuigen, maar bovenal op Jezus, die om de vreugde Hem voorgesteld, het kruis heeft verdragen en de schande veracht. Het groene hout heeft men aangegrepen, en het dorre hout zal niet gespaard blijven. De haat en vijandschijp tegen Gods Gezalfde, keert zich ook tegen hen, die van Christus zijn.
Maar gelijk Christus, als de Zoon Gods, alle vijanden overwonnen heeft en met eer en heerlijkheid is gekroond, zoo wachten ook al zijne oprecht geloovigen, dat zij met en door Christus zullen overwinnen. Ja die dag der volkomene verlossing komt voor Petrus, Jakobus, Johannes en voor al de discipelen en discipelinnen des Heeren.
Uw sterfdag zal uw kroondag zijn. Gekomen uit de groote verdrukking, — gekomen uit het land van tranen en en zuchten, zullen onze oogen den Koning zien in Zijne schoonheid. En dan, ja dan zult ook gij zeggen; Voorwaar, de helft is mij niet aangezegd, want het is een groot goed, dat de Heere heeft weggelegd voor allen, die Hem vreezen.
J. Wisse

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 1914

De Wekker | 4 Pagina's

De hemelvaart van Christus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 1914

De Wekker | 4 Pagina's