Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ingezonden

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ingezonden

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waarde broeder Janssen!
Toen ik de vorige week uw stuk las onder den titel „Een nieuwe gezangbundel”, heb ik uitdrukkingen gelezen, die ik voor mij liefst had, dat u ze voor uzelven gehouden had. „Ik ben, zoo schreef u, „niet principieel tegen het zingen van gezangen in de kerk”, en later zegt u: „Ik geloof ook beslist niet, dat er eenig principieel bezwaar kan aangevoerd worden tegen het zingen van gezangen in de kerk.” U had u zelven wat nader moeten verklaren. De uitdrukking „zingen van gezangen en wel in de kerk, doet het meerendeel van ons volk niet weldadig aan.” Ik weet, er wordt door enkele predikanten wel eens een versje in de preek gelast van een van onze godzalige vaderen, maar ik hoop, dat zij dat toch niet doen om een gezangversje voor te dragen voor afwisseling. Een versje passend bij de preek, maar wel omdat zij het met de gezonde waarheid onzer vaderen eens zijn. Het gaat niet om het gezangvers, maar om den inhoud. De berijming van de psalmen is niet geïnspireerd, maar is zuiver. Zij heeft nu eenmaal meer crediet dan Jes, 63 zou hebben, door Beets berijmd. En voorwaar de stof zou bij geen Jesaia blijven. De bekende gezangbundel is zeer gemengd, er schuilt veel verderf in maar; neem aan, dat ik een van de goede gezangen a. s. Zondag liet zingen in de gemeente. Wat dan? Wel, Ds. Janssen is er niet principieel tegen, en hij zou geen principieel bezwaar aanvoeren. Dus al wat voorviel, al de ellende kwam, zonder principieel gezondigd te hebben. U hebt aanleiding gegeven, Br., dat menige lezer buiten onze kerk ook zegt: „Ds. Janssen is ook vóór gezangzingen in de kerk.” Wel ben ik blij, dat u het vooreerst nog maar met de psalmen houdt, maar waar het blijkt, dat de oppervlakkige geest van voorheen en thans gedurig dorst naar mooie versjes en prachtige wijsjes en het oude wel wat verouderd schijnt, daar hebt u ook die zelfde geest, die zich ook onder ons volk bevindt, geprikkeld door uw uitdrukking, Ik vindt dit niet doordacht. Zij, die naar nieuwigheden staan, hebben geen voedsel noodig. Waar u zelf niet op tegen hebt en wat u zoo voetstoots gelooft en neerschrijft in de Wekker, is niet altijd verkieslijk en heilzaam voor een ander.
Uw toegenegen Br.
M. DEN BOER.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1914

De Wekker | 4 Pagina's

Ingezonden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juni 1914

De Wekker | 4 Pagina's