Theologische School

Maandagavond 8 uur trad de Weleerw. Heer Ds. J.W. Geels, voorzitter van het Curatorium der Theol. School, in de Eben-Haëzer kerk te 's Gravenhage op, om Ds. F. Lengkeek als Docent aan de Theol. School tot zijn dienstwerk in te leiden.
De bevestiger koos voor deze gelegenheid de woorden der Heilige Schrift uit Titus 2 : 7 en 8. De kracht van een Dienstknecht des Heeren en vooral van een Docent aan de Theol. school bestaat in zijn eigen voorbeeld. Paulus deed zijn geestelijken zoon Titus het goddelijk vermaan door den zendbrief hooren: „Betaam u zelven in alles een voorbeeld”. Deze vermaning prijst zich aan door haren schoonen inhoud, door hare hooge belangrijkheid en door haren heilzamen invloed.
(Deze leerrede zal a. s. week in haar geheel worden opgenomen).
Het formulier der onderteekening, dat in drie vragen voor deze bevestiging is saamgevat, wordt den nieuwen docent ter beantwoording voor gelezen, die daarop antwoordt: „Ja, ik; van ganscher harte!” Na eene hartelijke toespraak zingt de gemeente Doc. Lengkeek Psalm 134 : 3 toe.
Dinsdagmorgen richtten wij onze schreden naar de Theol, School om de opening van den nieuwen cursus bij te wonen, bij welke gelegenheid Docent Lengkeek zijne inaugureele rede zou uitspreken.
De Voorzitter van het curatorium laat Ps. 84 : 3 zingen, leest Psalm 112 en gaat voor in het gebed. Z.Eerw. heet allen hartelijk welkom. Hij hoopt, dat de cursus 1914/15 een rijk gezegend studiejaar moge zijn voor docenten en studenten, voor school en kerk,
Doc. F. Lengkeek onderteekent het formulier en verkrijgt het woord. Z.Eerw. schetst den strijd zijner ziel, toen de Heere door de Synode deze heilige taak op zijne schouders legde. Het was hem pijnlijk zich te moeten losmaken van eene gemeente, die hem lief on dierbaar is. De Heere heeft hem evenwel volle vrijmoedigheid gegeven deze roeping te aanvaarden.
Z.Eerw. zou kunnen spreken over het goede recht der opleiding van Dienaren des Woords, doch wil spreken over het doel dier opleiding. Hij behandelt het onderwerp: „Didaktikos”, waarvan de apostel spreekt in 1 Tim. 3 : 2b en 2 Tim. 2 : 2b: „Bekwaam om anderen te leeren”. Na eene korte woordverklaring wijst de spreker
1° op den onafwijsbaren eisch van het didaktikos voor den Dienaar des Woords; die taak in geheel zijn optreden is de leeraar, niet slechts op den predikstoel en in de catechisatiekamer, maar ook in zijn huis- en krankenbezoek en in het regeeren der gemeente; —
2° de noodzakelijkheid, dat bet didaktikos in beginsel aanwezig zij; —
3° de beteekenis der opleiding in het algemeen en der propaedeutische en theologische vakken in het bizonder voor het didaktikos; —
4° de roeping der studiosi en de taak van den docent.
Docent van der Heiden draagt daarna het rectoraat over aan docent Lengkeek, dewijl doc. Janssen thans als Veldprediker dienst doet. De aftredende rector houdt eene korte rede en hoopt, dat de studenten marsch-, tocht- en slagvaardig mogen zijn, als de Koning der kerk hen mobiliseert voor zijne gemeente op aarde.
De fata van den afgeloopen cursus worden vervolgens medegedeeld. De nieuwe cursus begint met 18 studenden, 8 Theologen en 10 Literatores. Doc. van der Heijden sluit met dankgebed dit samen zijn, nadat gezongen is Ps. 119 : 3.
Ds. T.A. BAKKER,
Secretaris van het Curatorium.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen