Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is m de laatste weken niet veel nieuws van het oorlogsterrein. De slag aan de Aisne, die nu al een maand duurt, is zoo langzamerhand een soort van vestingoorlog geworden, en daardoor heeft hij voor ons zeer veel van zijn belangstelling ingeboet, Eenige dagen achtereen scheen het alsof het front der bondgenooten bij Verdun zou doorgebroken worden; een paar open forten waren genomen, de Duitschers waren de Maas over en, naar men meende, zou het nu regelrecht op Parijs aangaan. Maar deze oorlog is vol verrassingen. Het oorspronkelijke veldtocht-plan van de Duitschen schijnt belangrijk gewijzigd, en op dit oogenblik is het zwaartepunt van de strijd weer zoo naar het Noord-Oosten verlegd, dat wij gedurig het geschut kunnen hooren bulderen. Dat komt daarvan, dat de Duitschers Antwerpen hebben moeten innemen, omdat deze sterke vesting, waar binnen een groot gedeelte van het Belgische veldleger besloten was, een dreigend gevaar voor den opmarsch der Duitsche troepen was. Tot elken pnjs moest Duitschland trachten een vereeniging van dit leger, dat zeker 125.000 man sterk was met het leger der bondgenooten te beletten. Daarom moest Antwerpen ingenomen worden. Alleen zoo kon het Belgische veldleger onschadelijk gemaakt worden. De uitkomst heeft echter niet aan de verwachting beantwoord. Want wel is Antwerpen ten koste van zeer veel menschenlevens ingenomen, maar het overgroote en allerbeste gedeelte van het Belgische veldleger is aan de Duitschers ontsnapt, en heeft kans gezien zich met het leger der bondgenooten te vereenigen. Daardoor is de beteekenis van den val van Antwerpen verbazend verminderd en de Duitsche bladen hebben dan ook maar matigjes over deze verovering gejubeld. Het eenige voordeel, dat Duitschland thans van de verovering van Antwerpen heeft, is: dat het al zijne vijanden voor zich en niet één achter zich heeft. Geheel België bevindt zich dan in Duitsche handen en uit alles blijkt, dat de Duitschers thans langs de Noordkust Frankrijk willen binnen dringen. Duinkerken en Calais zijn thans de plaatsen, die ten koste van alles moeten ingenomen worden. Of dit echter gelukken zal, moet worden afgewacht. Stellig valt hier binnen eenige dagen eene beslissing, die voor beide partijen ver rijkende gevolgen zal hebben Gelukt het den Duitscher het front der bondgenooten op dit punt te verbreken, dan marcheert hij ongehinderd Frankrijk binnen; want dan is er daar niets wat zijn opmarsch zou kunnen stuiten. Maar dan breken er ook bange dagen voor de legers der bondgenooten aan, die als dan onmiddellijk gevaar loopen in den rug te worden aangevallen, wat met eene totale omvatting gelijk staat. Dat de Duitscher het daarop nog altijd voorzien heeft, staat onzes inziens vrij wel vast. Maar wee, wanneer hem dit niet gelukt en hij wordt teruggeslagen, dan zal die terugslag noodwendig gevolgd worden, door een terugtrekken en de Antwerpsche stelling zou weer o zoo spoedig in het bezit van de bondgenooten kunnen zijn. Niemand kan op dit oogenblik met eenige zekerheid voorspellen wat binnen enkele dagen geschieden zal. Maar in met dat alles wordt de oorlog onrustbarend gerekt. De winter staat aanstonds voor de deur en de oorlog zelf moet feitelijk nog beginnen. Het einde is nog niet te voorzien, tenzij dat er iets bijzonders gebeurt; anders is het gevaar groot, dat hij zich tot diep in het volgende jaar uitstrekt.
Welk een stroom van ellenden die voor ons Vaderland zal meebrengen, is niet te beschrijven. De handel ligt op dit oogenblik zoo goed als stil. Die langs de kaden van Rotterdam wandelt en de uitgestrekte spoor-emplacementen overziet, wordt getroffen door de doodelijke stilte, die daar heerscht. Het getal werkeloozen neemt toe. Belgische vluchtelingen vertoeven nog bij tien duizenden in ons Vaderland en groot is het getal, dat dagelijks weer naar ons gastvrije Vaderland terugkeert.
De invoer van suiker heeft Engeland geheel verboden. Eerst was de invoer nog toegestaan op voorwaarde, dat er een certificaat van oorsprong aan toegevoegd werd, waaruit afdoende bleek dat het suiker uit Nederland was, maar thans heeft Engeland ook deze bepaling herroepen en allen invoer absoluut verboden. Wat dat beteekent, kan men alleen beseffen als men weet, hoeveel millioenen kiligrammen suiker er dagelijksch in ons land worden geproduceerd. Gemiddeld maakt eene beetwortel fabriek in een etmaal 2500 balen van 100 kilogram, dat is dus rond 250.000 K.G. ruwe suiker. En hoeveel van deze fabrieken zijn er niet? Dat de regeering ingegrepen heeft, wat betreft de uitvoer van kaas. aardappelen, boter enz. is zonder twijfel lofwaardig De prijzen van deze producten zouden anders zoo onrustbarend gestegen zijn, dat wij ze met meer hadden kunnen koopen Wij mogen zelf niet verarmen ten koste van het buitenland. En ook de economische schade moet zoo veel mogelijk gelijkmatig gedragen worden. De producenten mogen zich in zulke moeilijke en zware tijden als thans niet verrijken ten koste van de consumenten. „Die koren inhoudt, vloekt het volk” heeft Salomo in zijne dagen reeds gezegd. Maar toch schijnt dit woord nog niet genoegzaam doorgedrongen; wanneer men bijv. leest, dat men een partij rogge voor de consumptie totaal ongeschikt maakt, liever dan haar voor de door de regeering vastgestelden prijs te verkoopen dan verdienen zulke lui achter slot en grendel gezet te worden. Het volk moet in deze dagen zich zelven wat trachten te vergeten en persoonlijke belangen weten op te offeren aan algemeen e.
De Heere bewijst ons nog zulke onverdiende zegeningen dat wij nog buiten den oorlog blijven; laten wij de financieele gevolgen met een eenparigen schouder dragen. De regeering heeft zulk een hoogst moeilijke taak, die zij tot op dit oogenblik op een loffelijke wijze vervult. Laten wij haar daarin steunen met al onze krachten en bovenal den Heere bidden, dat HIJ blijve met ons land en met ons volk, dat het zoo diep verbeurd heeft en waaraan de Heere nochthans met gunst en ontferming gedenkt.
Ds. H. Janssen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1914

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1914

De Wekker | 4 Pagina's