Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze liturgische geschriften 75

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze liturgische geschriften 75

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

LXXV.
Na een tamelijk breede toelichting omtrent den persoons des Middelaars en de beteekenis van zijn beide naturen, zien wij ons voor een ander stuk uit het formulier van den volwassen doop geplaatst. Dat andere stuk raakt de subjectieve of onderwerpelijke zijde. Immers de derde vraag heeft naar het objectieve ook het subjectieve element, als aan het eind wordt gezegd: „of gij gelooft,dat Jezus Christus u tot een Zaligmaker van God geschonken is, en dat gij door dat geloof ontvangt vergeving der zonden in zijn bloed en dat gij een lidmaat van Jezus Christus en van zijn kerk door de kracht des Heiligen Geestes zijt geworden”?
Velen zouden het stellen van zulk een vraag ten strengste afkeuren bij het doen van belijdenis, en het spook van het Labadisme al om de hoek zien gluren. Om aan dat spook te ontvluchten, moet het belijden zoo voorwerpelijk mogelijk zijn, en hoe knapper bol in de leer des geloofs, hoe eerder het hekje ontsloten wordt, dat toegang geeft tot den Heiligen disch. Maar deze richting werd door onze Gereformeerde vaderen absoluut verworpen en als onschriftuurlijk gebrandmerkt. Niet slechts wat men belijdt, maar ook hoe men belijdt blijve een punt van ernstige overweging èn voor de kerk, die belijdenis afneemt èn voor den mensch, die belijdenis aflegt.
En nu is dit altijd het centrum der Gereformeerde religie, de kern van het Gereformeerd belijden geweest, dat men zocht naar de harmonische eenheid tusschen het onderwerpelijke en het voorwerpelijke, hoofd en hart, leer en leven. Lees waar ge wilt in onze Liturgischen bundel, maar overal zult ge een snaar dier eenheid voelen trillen, — altijd weer dat echt praktikale, dat „van harte” bij gezonde Bijbelkennis gevoegd.
Zoo wil de Heere het, en Christus kerk heeft niets anders te doen, dan die wil te eerbiedigen en te vertolken voor het oor van elk belijder.
Een groot prediker deed dit eens in deze treffende woorden: „Een belijdenis bloot in naam is een ijdel praalvertoon, waarmede men ter helle gaat. Zij is gelijk een vederbos op een lijkkoets, gelijk het versiersel op zwarte paarden, die den doode ten grave voeren. Wacht u bovenal voor een wassen belijdenis, die de zon niet kan verdragen. Denk ernstig na over een leven, dat dubbele waakzaamheid behoeft. Zijt wat gij belijdt. Indien gij u voorneemt den Satan te dienen, huichel dan niet, dat gij den Heere zult vreezen, en indien Gij God wilt dienen, dien Hem met uw gansche hart.”
Ik vraag: is dat niet een woord, waard, dat het prijke aan den wand van elke concistorie-kamer, waar de jeugd in de waarheid onderwezen wordt.
Ook onze Vaderen voelden diep de ernst, de beteekenis van het belijden en vandaar, dat zij in de belijdenisvragen ook op het subjectieve element den nadruk legden. Zeer terecht. Elk, die door belijdenis tot de kerk van Christus behoort, draagt het merk en het veldteeken van Christus. Ieder, die belijdt, trekt aan het uniform van Jezus' keurbende, legt den eed van trouw af aan het vaandel van Koning Jezus, belooft den Heere in oprechtheid te zullen dienen en acht de smaadheid van Christus meerdere rijkdom dan de schatten van Egypte. Belijden in den zin, zooals Gods Woord dit kent, is het uitspreken van een beslist persoonlijke levenskeuze om den Heere te vreezen.
Niemand kan naar het eigen woord van Jezus twee heeren dienen; 't is òf God òf Satan, Christus òf de wereld; een derde is niet mogelijk. Daarom ieder, die belijdenis aflegt, doet dit òf met de ernst der oprechtheid en dan draagt hij de geestelijke wapenrusting met eere òf hij huichelt en dan is hij een spion, die straks gefusileerd zal worden. Wanneer de kerk met de belijdenis van een historisch geloof zou te vreden zijn, dan zou vooreerst het formulier van den volwassendoop een groote misslag zijn en spoedig gewijzigd moeten worden; dan zouden vorvolgens onze belijdenisschriften een herziening behoeven; dan zouden ten derde onze Gereformeerde vaderen op verschillend Synodes zich deerlijk vergist hebben; dan zou ten laatste de kerk uitspreken, dat er voor haar was een neutraal terrein, een tertium genus, een derde soort tusschen Christus en Satan, tusschen den breeden en den smallen weg. Waar dit door ieder Christen wordt afgekeurd, omdat Gods Woord in deze zoo duidelijk spreekt, daar heeft de groote Dordsche Synode 1618—'19 zeer terecht in de vragen van 't Formulier van den volwassen doop doen gevoelen, dat zij alleen waarlijk kunnen belijden, die ontdekt zijn aan hunne zonden en tot Christus de toevlucht nemen. Het futlooze standpunt, door anderen in lateren dagen ingenomen, was gelukkig in den bloeitijd der Gereformeerde theologie op onze erve onder de Gereformeerden onbekend. Afkeerig van alle methodisme en labadisme, hadden zij toch den prijzenswaardigen moed om het belijden van den naam van Christus op schriftmatigen diepgang te houden en het nimmer pasklaar te maken op de leest van het Evangelie naar den mensch.
Gelukkig, dat wij in 't doopsformulier voor volwassenen nog een kostbaar erfstuk onzer vaderen hebben, waaruit wij hun kerngezond standpunt kunnen leeren, waaraan wij nooit anders dan tot schade van Christuskerk zullen tornen ! Laat ons nu nagaan of in het laatste gedeelte van de derde vraag naar geloofsverzekerdheid òf naar geloofs werkzaamheid, m a. w. naar het wèlwezen òf naar het wezen des geloofs wordt gevraagd.
J.J. van der Schuit

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1914

De Wekker | 4 Pagina's

Onze liturgische geschriften 75

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1914

De Wekker | 4 Pagina's