Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is gelukkig een weinig ontspanning gekomen in den internationalen toestand. Nog voor de verschijning van het vorige nummer, wisten wij, dat de Grieksche minister-president Venizelos, was afgetreden en dat de koning aan een oud-minister van financiën de vorming van een nieuw Kabinet had opgedragen. De koning, een zwager van den Duitschen keizer, moet hardnekkig geweigerd hebben aan de zijde.der Entente te strijden, waarop Venizelos met kracht had aangedrongen; en dit was de oorzaak dat hij aftrad. De Fransche en Engelsche bladen verbergen hun teleurstelling over dit resultaat niet en zeggen dat de koning hoog spel speelt. Wij gelooven het niet. Ten eerste werd de koning in zijn weigering gesteund door den chef van den generalen staf, die met klem van redenen er den koning op moet gewezen hebben, dat het Grieksehe leger in geen enkel opzicht voor dezen strijd gereed was, want dat, wanneer Griekenland met Engeland en Frankrijk mee ging, het onmiddellijk door Bulgarije zou worden aangevallen, waartegen het zich alsdan niet zou kunnen verdedigen. En ten tweede: Venizelos moge populair zijn, de koning is het niet minder, en nooit zal het Grieksche volk vergeten wat het in de laatste oorlogen aan zijn koning verschuldigd is. De toestand in Athene is rustig. Griekenland heeft genoeg van den oorlog. Het kan er heel, heel weinig bij winnen, ontzaglijk veel bij verspelen. Voor de Entente is dit besluit echter een bittere teleurstelling, want het valt moeilijk in te zien, hoe zij zonder de hulp van Griekenland de forceering van de Dardanellen tot een goed einde kunnen brengen. Had Griekenland zijn medewerking verleend, had dit het landingsleger kunnen leveren, zonder hetwelk een doorbreken van de Dardanellen eenvoudig onmogelijk is.
Maar nog in een ander opzicht is er een merkbare ontspanning ingetreden. Want op bet laatst der vorige week, Zaterdag 6 en Zondag 7 Maart, scheen het alsof Italië inderdaad zijn neutrale bonding zou opgeven en den oorlog aan Oostenrijk verklaren. De stemming onder het volk was de laatste dagen zoo oorlogszuchtig geworden en de verantwoordelijke regeeringspersonen spraken in zulke raadselachtige woorden over de komende dingen, dat ieder oogenblik een ultimatum van Italië aan Oostenrijk werd verwacht. Duitschland begreep, dat alles moest worden aangewend om Italië buiten dezen oorlog te houden en daarom drong het er met klem bij Oostenrijk op aan, dat het met Italië zou onderhandelen en tot iederen prjjs het oorlogsgevaar zou afwenden. Aanvankelijk weigerde Oostenrijk hardnekkig, want het begreep, dat die onderhandelingen zonden uitloopen op een afstand van grondgebied, maar in bet allerlaatste oogenblik, toen de vrede tusschen Oostenrijk en Italië aan een zijden draad hing, gaf Oostenrijk toe, met het gevolg, dat de politieke barometer onmiddellijk begon te dalen en het gevaar voorbijdreef. Over de onderhandelingen zelf hangt de sluier der geheimzinnigheid, maar zij, die het weten kunnen, zeggen, dat de prijs door Italië bedongen en door Oostenrijk te betalen niets minder is dan Trient, Wij zullen maar afwachten wat er van aan ie. Ons verblijdt het, dat de oorlog althans niet zal worden uitgebreid. Want bet valt niet aan te nemen, dat Roemenië voor Rusland het zwaard zal trekken, en dan blijft de Balkan althans in rust. Wel spannen de Entente-mogend-heden alles in om Roemenië er in te betrekken, en te Londen en te Parijs spreekt men alsof de oorlogsverklaring aan Turkije te Boecharest gereed lag, maar de wensch is hier de vader van de gedachte. De openhartigheid, waarmede de Russische minister van Buitenlandsche Zaken in de Doema de plannen van Rusland inzake. Turkije en Konstantinopel heeft uitgesproken, heeft niet alleen de stemming in Roemenië plotseling gewijzigd, maar evenzeer onrust in Londen en Parijs veroorzaakt. Wel tracht men die onrust zoo veel mogelijk te verbergen, om Rusland in geen enkel opzicht onaangenaam te wezen, maar toch zijn er, die het een ramp voor Europa zouden achten, wanneer Rusland zijn plannen in dit opzicht verwezenlijkte. Het valt dan ook op, dat de beschieting van de Dardanellen in de laatste dagen niet meer zoo heftig is als te voren. Ia dat omdat men goed gaat begrijpen, dat deze geheele forceering een spelen in de kaart van Rusland is, om alzoo Rusland tot een wereldrijk te maken, dat straks alle andere Staten vertreden zal Ik weet bet niet, maar nu de politieke constellatie zich eensklaps ten voordeele van Duitschland beeft gewijzigd, zie ik de Dardanellen nog niet opengebroken.
Noch op het Oostelijk, noch op het Westelijk oorlogsfront is er in de laatste dagen iets van belang geschiedt. Wel schijnt thans op bet Oostelijke een zeer groote slag te woeden, waarvan de afloop nog onbekend is, maar op wiens uitslag de Russen niet heel gerust zijn. Het schijnt, dat von Hindenberg de Russen telkens door zijn stoute strategische plannen verrast, en dat zij moeten raden naar de bedoelingen van zijne ondernemingen. Daardoor worden zij telkens ingesloten, alvorens zij bet vermoeden, en redden zich dan alleen met reusachtige verliezen en met achterlating van ontzaglijk veel materiaal, dat den Duitschers dan als oorlogsbuit in de handen valt. Maar gevolg van dit alles is, dat de oorlog lang duurt, langer dan iemand het bad vermoed. Ik herinner mij nog levendig, dat een van onze officieren in de maand October zeide, dat wij Paasch-eieren in het veld zonden eten. Niemand geloofde bet toen; ieder dacht dat het overdrijving was. En thans staat Paschen voor de deur, en het einde is nog niet te zien, Ieder vraagt: hoe lang nog? En er is er maar één, die bet weet. Die ééne is God, die ook in dezen wereldoorlog het laatste woord spreken zal.

L. (Leiden) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 maart 1915

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 maart 1915

De Wekker | 4 Pagina's