Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (I)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En al wat uit het geloof niet is, dat is zonde. Rom. 14:23b.

Ik kan mij voorstellen, dat menigeen, dit opschrift lezend begint te vragen, „maar wat beteekent dat?”
Welnu, ik zal den belangstellenden lozer niet lang in het onzekere laten en hem zeggen, dat onder dit motto enkele artikelen zijn te verwachten over „Scheiding, contra doleantie.’“ Deze beide acties op kerkelijk gebied zijn maar niet in data, maar in beginselen van elkander verschillend.
Wij, Christelijke Gereformeerden, leven nog immer uit ‘t beginsel der Scheiding; in de vereenigende (?) Gereformeerde Kerken praedomineert boe langer hoe meer de doleantie-partij, is het de B.-richting die het roer houdt, is het de Heraut, die den grondtoon aangeeft bij alle ingrijpende zaken, in het de Vrije Universiteit, die zich verre boven de Theologische School te Kampen verheft, welke school, naar luid van prof. H. H. Kuyper’s artikelen in „de Heraut”, van een roomsch beginsel uitgaat.
Ik kan mij indenken, dat het voor de professoren te Kampen en voor do mannen van „de Wachterbond” nu niet zoo aangenaam ie zulke bittere pillen te moeten slikken; ik begrijp zeer goed, dat zij alle hens aan ‘t dek roepen en van oud tot jong aan de pompen zetten om ware het mogelijk hun beginsel-nog te redden, maar dat alles loochent het feit niet, integendeel bevestigt het, dat do doleantiepartij of B-richting de leiding heeft.
Wie wil, kan het zien, dat in de „Gereformeerde Kerken” nog immer twee beginselen om den voorrang worstelen, maar tevens zien, hoe men zich heeft opgemaakt om de nog restende kleine overblijfselen van 34 te vernietigen. O zeker, ook de doleantie wil ‘34 wel verheerlijken, wil meezingen in ‘t koor om de scheiding een groet t’e brengen, maar zij is mij gelijk aan de afscheids groet, die men brengt aan een graf, waar meestal als wachtwoord wordt gehuldigd: „van de dooden niets dan goed”. Zie zoo ook de B.-richting in de Gereformeerde Kerken. Zij verheerlijkt ze wel, maar zij leeft niet uit dat beginsel; liefst gaf zij het een mooi steentje; ja zij had er een praalgraf voor over.
Voor de B-richting beeft de Scheiding een stuk van het verleden, maar haar beginselen mogen niet beheerschen het heden; — daarvoor zijn ze niet wetenschappelijk, niet zuiver kerkrechtelijk, niet diep Calvinistisch genoeg. De „Gereformeerde beginselen", door de Vrije Universiteit gehuldigd, die moeten den toon aangeven, waarmêe het lied des kerkelijken levens wordt ingezet. Zoo ia op heden de kerkelijke toestand in de vereenigde Gereformeerde Kerken.
Mag men het dan de Christelijke Gereformeerde kerk in Nederland zoo euvel duiden, dat zij niet mee heeft kunnen jubelen in dat hoog gestemde lied, op de z. g. vereeniging van 1892 ? Wanneer ons het wezenlijk verschil werd gevraagd tusschen de beide kerkelijke bewegingen, die als afscheiding en doleantie staan geboekt, dan zouden wij antwoorden: „de scheiding is geboren, de doleantie ia gemaakt]” Daarmee bedoelen wij niet, dat al wat met de Scheiding in verband staat onvoorwaardelijk goed, en al wat met de doleantie in verband staat onvoorwaardelijk slecht moet heeten. Schrijver dezes zou hiervoor nooit een lans willen breken.
Neen, niet al wat uit de Scheiding opkomt is uit God en al wat uit de doleantie spruit is uit de menschen. Integendeel, ook de mannen der Scheiding hadden evengoed hun groote gebreken als die dor Doleantie, gelijk zij ook beiden hun waardeerbare eigenschappen bezaten. Wij willen zelfs nog verder gaan en het openlijk uitspreken, dat in de kerk der Afscheiding veel was, dat moeielijk door ons kan worden toegejuicht, evenmin als de gebreken, die ons kerkelijk leven uit het heden aankleven.
Het gaat hier echter niet over personen, die hun vele zwakheden hadden, noch ook over zaken, die beter hadden kunnen gedaan worden, maar het raakt hier de beginselen, en daarnaar geoordeeld, dan is het pleit beslecht, want de onomkoopbare stam der historie ia hier het antwoord niet schuldig gebleven.
Dan is de Scheiding een geloofstuk, bezield door de Cock’s wapenspreuk „blind in de toekomst en willig in het gebod”,—dan is dat een uittrekken geweest als van Abraham, niet wetende waar men komen zou, — als van Luther, wien geen plannen maar slechts geloofsgetrouwen inspireerde. De Doleantie daarentegen is voor ons een meesterstuk — getuigenis van een genialen overleg, werpend planmatige lijnen op ‘t kerkelijk doek, maar missend het innig geestelijk contact, waardoor de Scheiding U aangrijpt en u altijd weer tot een blij heroïsme oproept, juist dan als het golft en schuimt in het kerkelijk leven, gelijk in de laatst verloopen maanden ook in onze kerk het geval was. Hierover een volgende maal.

A. (Amsterdam) S.

P. S. Op dringend verzoek zijn wij aan deze artikelen begonnen. Meermalen werd ons gevraagd of ontvingen wij een schrijven om toch weer eens ons kerkelijk standpunt te belichten. Welnu, hiermee worde dan heden, onder afsmeeking van ‘s Heeren leiding, on onder dankzegging voor het in mij gestelde vertrouwen, voldaan.

S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juni 1915

De Wekker | 4 Pagina's

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 juni 1915

De Wekker | 4 Pagina's