Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Reformatie in Engeland (XIV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Reformatie in Engeland (XIV)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naast de Puriteinen, die de Engelsche Staatskerk vaarwel zeiden, waren er ook nog in die kerk echte voorstanders der Gereformeerde leer. Onder deze moet vooral worden genoemd Wightgift, die, ofschoon voorstander van het bisschoppelijk stelsel, met kracht de zuivere waarheid handhaafde. Hij is de ontwerper van de later zoo beroemd geworden negen Lambethartikelen. Daarin wordt in heldere taal opgekomen voor de Calvinistische beginselen; inzonderheid wordt in die artikelen de absolute praedestinatie, zoowel de vrijmachtige verkiezing als verwerping en- de geestelijke doodstaat des menschen bepleit. Ofschoon deze artikelen een grooten invloed uitoefenden, toch gelukte het Wightgift niet, ze algemeen aangenomen te zien.
Toch beriepen de Calvinisten in de Engelsche Staatskerk zich uitdrukkelijk op deze artikelen tegenover het in die kerk meer en meer opkomend Arminianisme, ja zij aanvaarden ze voor zich als de Bijbelsche uiteenzetting van de leer der waarheid.
De tegenstand tusschen Calvinisten en Arminianen werd in die kerk hoe langer hoe grooter. Evenals toen tertijde in ons land, werd de leer van don vrijen wil des menschen door vele predikers verdedigd. Hier kwam nog bij dat in de Engelsche Staatskerk de Arminianen tevens krachtige voorstanders waren van het bisschoppelijk stelsel, evenals in ons land de Remonstranten de Overheid zeggenschap in de kerk wilden verleenen. 't Ging om 't zelfde beginsel, n.1. of Christus Koning zou zijn in de kerk of de Overheid, dan wel een bisschop. De predikant Bandcroft, die later aartsbisschop is geworden, verdedigde zelfs de stelling dat het Episcopaat eene goddelijke instelling is en dat de bisschoppen hun ambt naar goddelijk recht (pure divino) bezaten.
Ten slotte kwam er nog een geschil bij in de Engelsche kerk, n.l. het geschil over den Sabbath. De puriteinen, geleid door hunne Schriftuurlijke beginselen drongen op strenge viering van den Sabbath aan. Bij de Episcopalen vond dit toen nog geen weerklank.
De verwarring in de Staatskerk was dus groot aan het einde van Elisabeth's regeering in 't begin der zeventiende eeuw. Schijnbaar was er eenheid door de conformiteitsacte, maar in waarheid waren er allerlei gistingen en partijschappen. Die gisting werd nog niet beter onder haar opvolger Jacobus I, die in 1603 den Engelschen troon besteeg Jacobus was de zoon van Elizabeth's nicht, de ongelukkige Maria Stuart, die Elizabeth had laten onthoofden. Na Maria's dood was haar zoontje Jacobus in Schotland opgevoed in eene streng presbyteriaansche omgeving. Men koesterde dus goede verwachtingen van hem. Spoedig zagen zich de puriteinen in Jacobus teleurgesteld. In Maart 1604 gaf Jacobus I in het parlement zijne meening te kennen over de kerkelijke geschillen. Er zijn, zeide hij, in het Engelsche Koninkrijk drie godsdienaten, n.l. de ware, dat is de godsdienst der Episcopaalsche kerk; de valsche, dat is die der Roomschen, en de schismatieke n.1. de Puriteinen, welke laatste niet geduld mag worden. Daardoor werd het den puriteinen duidelijk water van Jacobus te verwachten was. In 1604 werd ook Bancroft in plaats van den overleden Wightgift aartsbisschop van Canterbury. Spoedig daarna gaf hij een geschrift uit, bevattende 141 canones of leerregels, waarin het bisschoppelijk systeem in al zijn strengheid werd doorgevoerd. In 1605 werden de leeraars der Staatskerk te Londen bijeengeroepen in de St. Pancraskerk om hunne instemming met die canones te betuigen. Zeer velen weigerden, wat ten gevolge had dat twee honderd leeraars in hunne bediening geschorst werden. Bange vrees sloeg velen om 't hart, te meer daar ook Jacobus toen reeds in Schotland trachtte de bisschoppelijke Staatskerk in te voeren en de presbyteriaansche kerk alom te vernietigen, gelijk wij vroeger in Schotlands Kerkgeschiedenis gezien hebben.
Wat Jacobus wilde, werd al meer en meer duidelijk, n.l. handhaving van ééne kerk in Engeland, de bisschoppelijke, aan welks hoofd de koning zou staan. Ook de Roomschen moesten voor die Staatskerk gewonnen worden.
Calvinist, Arminiaan, Roomsgezind, allee moest één zijn in één kerk, al was Jacobus voor eigen persoon een tegen-stander van do leer der Arminianen. Hij liet, om als !t ware die eenheid af te beelden, zijn zoon huwen met eene roomsche prinses. De liefde voor bet koningshuis verminderde hierdoor zeer en vele puriteinen begonnen te vragen of men zulk een koning nog behoefde te gehoorzamen. Dit gevoelen kwam duidelijk aan het licht ia 1609, toen aan eene Engelsche Universiteit eene dissertatie verdedigd werd, waarin betoogd werd dat een volk vrij was religionis causa (ter wille van den godsdienst) van den koning afvallig te worden en de wapenen tegen hem op te nemen.
Andere puriteinen verlieten het land, om zich in Holland of America te vestigen, Zoo baande Jacobus zelf den weg naar hot schavot, welke door zijn zoon, den lateren koning Karel I, helaas zou betreden worden.
Persoonlijk was Jacobus in zijn' belijdenis Gereformeerd. In den strijd, die in ons land gestreden werd tusschen Remonstranten en Calvinisten, koos Jacobus beslist voor de laatsten partij, tegen de Arminianen. Ook zond hij afgevaardigden naar do Synode van Dordrecht in 1618, die de Arminianen veroordeelden, maar hij wilde allee doen om de ééne Staatskerk te redden en afscheuring tegen te gaan. Ter wille van die eenheid verbood hij ook in 1622 het prediken over de praedestinatie en de rechten des konings en weigerde hij de Dordtsche leerregels voor de Engelsche kerk te aanvaarden.
Kerk en staat moesten één zijn en beiden buigen voor den koning. Tegenover dit beginsel stelden zich de puriteinen op kerkelijk gebied en weldra ook op staatkundig gebied als eene democratische partij, die de rechten des volks tegenover den koning wilde verdedigen, en dit ook onder Karel I gedaan heeft.
Die hevige worsteling der democratische en puriteinsche partij tegen den koning, bezien wij D.V. de volgende maal.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1915

De Wekker | 4 Pagina's

De Reformatie in Engeland (XIV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1915

De Wekker | 4 Pagina's