Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (VI)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (VI)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En al wat uit het geloof niet is, dat is zonde. Rom. 14:23b.

Uit de acte van afscheiding bleek ons daghelder, dat er volkomen eenstemmigheid was omtrent de beginselen op kerkelijk en theologisch gebied en dat vooral de confessioneele zijde in de afscheiding sterk op den voorgrond trad.
In de eenvoudige letterlijke opvatting van de Gereformeerde belijdenis was men het hartelijk eens on dat is in de Christelijke Gereformeerde Kerk gebleven tot de doleantie.
Het is een zeer bedenkelijk verschijnsel, dat boekdeelen spreekt, hoe niet vóór maar tijdens en na het uitbreken der doleantie de confessioneele uitspraken werden verwaterd en heel de Gereformeerde belijdenis in haar hartader werd aangetast. Dat ik hier niet te voel zeg en dat dit nog veel minder een smaadwoord is, moge blijken uit een uitspraak van den genialen leider der doleantie Dr. Kuyper. Mij dunkt deze moet zelf eens gevoeld hebben, hoe hij toch feitelijk de Gereformeerde belijdenis geweld aandoet, toen hij, schrijvende over „wedergeboorte en geloof” zelf „een bedenking van ge-wicht” voorzag. In zijn werk over „den Heiligen Geest” lezen wij deel II bladz. 155: „Wij voorzien tegen 't geen we over wedergeboorte eerbiediglijk neerschreven een bedenking van gewicht, waar wij volstrekt niet overheen mogen glijden. Het is namelijk ontegenzeggelijk waar, dat men in Gods Woord en op grond daarvan in onze formulieren van eenigheid een eenigszins gewijzigde voorstelling (ik cursiveer) van den gang der zaken vindt, die bij oppervlakkige beschouwing de door ons gegeven voorstelling schijnt te veroordeelen.”
Deze uitspraak is van groot gewicht, Yan zulk een bekentenis nemen wij dubbel nota, niet om het van Dr. Kuyper te kunnen zeggen, noch ook om de doleantie eens te kunnen kapittelen — dat zij verre — maar omdat bet hier gaat over voor ons zoo heilige beginselen, dat zij daarmede staan of vallen.
Immers uit deze bekentenis wordt het ons duidelijk, welk een vaag, onprincipieel, dualistisch standpunt tegenover de belijdenis wordt ingenomen.
Eenerzijds verklaart Dr. Kuyper het van harte met de belijdenis eens te zijn en anderzijds geeft hij een „gewijzigde voorstelling” d, i. zulk eene, die Schrift en Belijdenis niet geeft. Dat is het fijne puntje, dat men het in den wortel niet eens is met de waarheden, zooals zij in onze belijdenisschriften zijn geformuleerd. Dat is de oorzaak der jammerlijke verdeeldheid in de „Gereformeerde Kerken” en ia tevens één der oorzaken, waarom wij Christelijke Gereformeerden niet konden meegaan met de Vereeniging in 1892. In ons „bezwaarschrift” tegen die Vereeniging ingediend op de Synode der Christ. Geref. Kerk gehouden te Amsterdam 1892, wordt o. m. gezegd: „En eindelijk ia het ons oen overwegend bezwaar voor gereformeerd te erkennen, wat door de voorgangers der doleerende kerken in den laatsten tijd in het publiek is uitgesproken en geleerd omtrent de Wedergeboorte en den Heiligen Doop.” Dit bezwaar handhaven wij nog steeds onverzwakt en onvoorwaardelijk, weshalve wij ons niet kunnen en niet mogen vereenigen met de „Gereformeerde Kerken”, omdat wij een verschil in belijdenis hebben.
Wat deze „gewijzigde voorstelling” door Dr. Kuyper gegeven inhoudt, wat dit verschil in belijdenis is, kan ons duidelijk worden uit deze woorden van den theologischen matador. Hij schrijft: „Het werk Gods gaat dus voor de Gereformeerden aan elke openbaring van geloof of hooger leven vooraf. En dit werk Gods kan zoolang in ons schuilen en verborgen blijven, dat het jaren lang aanwezig was zonder dat wij er iets van merkten. En al is het dan ook, dat zulk een uitverkorene met zijn booze natuur hier jaren lang tegen in worstelt en soms tot zijn ouden dag als een goddelooze loopen blijft, toch is daarom het zaad door God in zijne ziel gestrooid, niet verstikt, maar te Zijner tijd zal de bekeerende genade ook hem overkomen en ten leven uitbrengen, wat God in de ziel reeds zooveel vroeger, op geheel verborgen wijze gewrocht had. Zoo kan nu ook 't geloofsvermogen, de geloofskiem jaren lang in de diepte van ons steenen hart werkeloos verborgen liggen zonder dat of gij zelf of een ander er iets van merkt. En met het oog hierop blijft het nu een open vraag of er niet ook wel onder de heidenen zulk een daad Gods bij den een of ander kan plaats grijpen. Hierop nu moet geantwoord, dat dit metterdaad geschiedt, want als de zending onder de heidenen uitgaat, kan niet één hunner gelooven tenzij de Heere hem vooraf het vermogen hiertoe verleent.”
Als men dat nu een eenigszins gewijzigde voorstelling noemt, dan is er voor ona geen verschil tusschen zulk een voorstelling en een afwijking van de belijdenis.
Ik weet het, men beroept zich in de „Gereformeerde Kerken” op de besluiten der Synode van 1905 inzake leergeschillen, maar deze Synode heeft niets besloten, zij heeft alleen beide richtingen getolereerd. Zij heeft wat „vage en algemeene uitdrukkingen” gekozen en voor 't overige zijn de geschillen gebleven. Beide richtingen in de Geref. Kerken kunnen met een beroep op deze Synode hun standpunt handhaven. Feitelijk is men na 1905 in de Gereformeerde Kerken nog verder van het goede pad afgegeven, wijl men synodale sanctie aan de leergeschillen heeft gegeven.
Een uitspraak dezer Synode moge dit bewijzen.

A. (Amsterdam) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juli 1915

De Wekker | 4 Pagina's

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (VI)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juli 1915

De Wekker | 4 Pagina's