Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (XXI)

Bekijk het origineel

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (XXI)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En al wat uit het geloof niet is, dat is zonde. Rom. 14:23b.

Niet te miskennen is, dat het tractaat van de Reformatie een meesterstuk in de ecclesiologie (leer der Kerk) zal blijven. Kuyper had evengoed tot titel kunnen kiezen: doleantieprogram, òf veroordeeling van de Kerk der scheiding.
Dit program in 1884 door den leider opgesteld zou men twee jaar later met stipte nauwkeurigheid afwerken.
Bij de geheele doleantie-beweging liet men zich niet leiden door de uitspraken onzer Gereformeerde belijdenis. Waarom ook? Men achtte dit totaal overbodig. In hot tractaat had men een uitgewerkt plan en werden met mathematische zekerheid de lijnen getrokken, die men slechts had te volgen om te weten, waar men uitkomen zou. De geloofsjubel der scheiding „willig in het gebod en blind in de toekomst” kende de doleantie niet. Die warmte en bezieling miste heel de beweging van ’86, waarbij alles te voren nauwkeurig bereitend en vastgesteld was.
Meesterlijk en architectonisch is dit gansche boek, waarin tot in de kleinste bijzonderheden omschreven is, hoe het gebouw der doleantie zou moeten verrijzen. Forsch in zijn opzet en streng logisch in gedachtengang brengt het beurtelings bij elken recht geaarden zoon der scheiding verwondering en afkeer teweeg. Nooit heb ik dit boek opgeslagen en weer neergelegd of altijd kwam in mij de gedachte op: als de beginselen in dit tractaat ontwikkeld juist zijn, als deze den toets van Gods Woord en belijdenis kunnen doorstaan, moet de Christelijke Gereformeerde Kerk haar zelfstandig bestaan prijsgeven.
Juist sloeg ik dezer dagen de brieven aan een vriend te Jeruzalem van wijlen Ds. Gispen op en het trof mij zeer hoe deze scherpzinnige prediker er niet anders overdacht. In zijn brief van 2 Mei 1884 schrijft Gispen zoo snedig als hij alleen kon: „Nu ik het tractaat gelezen heb, roep ik uit „de Gereformeerde wereld bestaat. Zij bestaat in „Ons Program” en „Tractaat van de Reformatie der Kerken”. Zij staan nu naast elkaar op een boekenplank en ik noem dat hoekje „de Gereformeerde wereld”.
Ja de Gereformeerde wereld bestaat in deze twee doorwrochte werken van den i Amsterdamschen Hoogleeraar. Allen, die het niet gelooven willen, roep ik toe: „kom en zie”. Het tractaat is het machtigste pleidooi tegen de afscheiding, dat ik ooit gehoord of gelezen heb.” Vooral deze laatste zin is raak en gij zoudt het liefst niet willen gelooven, dat deze zelfde man acht jaren later, toen voorzitter der Synode van de Kerk der Scheiding een loflied op de vereeniging zong en arm aan arm met deze haters en verachters der Scheiding den weg opging. Hij geleek mij toen veel op den onvoorzichtigen Jozua, die ook eens in een onbewaakt oogenblik een verbond sloot, dat hem later zoo rouwde. De kerkelijke combinatie, de saamrijging in ’92 was echter nog pijnlijker dan het verbond ten tijde van Jozua met de Gibionieten. Toen lieten althans de Israëlieten nog hun rechten gelden, maar in ’92 werd de rol omgekeerd en Israël of de zonen en dochteren der scheiding werden tot hout-hakkers en waterputters verlaagd. De A-partij moet altijd voor de B.-partij bukken en wie de waarheid geen geweld wit aandoen, moet erkennen dat niet ’34 maar ’86 de leiding heeft. Deze vernedering kunnen wij om des beginsels wil nooit gedoogen en wij waren in onze conscientie gebonden in 1892 met heiligen ernst te protesteeren tegen een combinatie, waarbij de Christ. Geref. Kerk het onder-spit moest delven. Immers dat kon niet anders. Wanneer de doleantie haar beginsel niet losliet m. a. w. wanneer niet op een wettige kerkelijke vergadering herroepen werd wat in „het tractaat” in „separatie en doleantie” en in zoovele Heraut artikelen ontwikkeld was, rechtstreeks indruischend tegen de Kerk der Scheiding, dan moest volgen, dat hiervan de Scheiding de dupe werd.
Dan toch was naar dat doleantiebeginsel niet de Kerk van ’34, maar die van ’86 de eenige echte voortzetting in historische lijn van de Gereformeerde Kerk in ons vaderland. De doleantie toch sprak het onomwonden uit dat de Scheiding een breuke in de. Kerk van Christus had geslagen, die voor ’t forum van belijdenis en historie niet te verdedigen was.
Welke breuke naar ’t beginsel der doleantie alleen te rechtvaardigen is, zal in de nu volgende artikelen ontwikkeld worden.

A. (Amsterdam) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 december 1915

De Wekker | 4 Pagina's

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (XXI)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 december 1915

De Wekker | 4 Pagina's