Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De eerste vredesduif! Slechts eenige dagen heeft zij gefladderd en dan nog heel ver weg en heel heel hoog. Maar zij heeft zich vertoond en .... zij is allerwege met blijdschap begroet. Want al is zij helaas weer even spoedig verdwenen als zij gekomen is; dit eene heeft zij ons toch doen zien, dat de begeerte naar vrede intensief sterker wordt en dat wij daarom de groote woorden, die er dezer dagen gesproken worden, niet al te ernstig moeten nemen. Hoe dichter het tijdstip van den vrede nadert, hoe onverzoenlijker woorden er door de leidende mannen zullen gesproken worden. Dat is nu eenmaal zoo. Men gaat zoo ver van elkander af, dat men ten slotte zonder dat men het vermoedt, vlak met den rug tegen elkander aanstaat en zich maar behoeft om te keeren en de vrede is er. Dat wil niet zeggen, dat ik hem morgen of overmorgen verwacht. Allerminst. Ik verwacht eerst nog een heele groote en bloedige krachtmeting van de beide partijen, eene krachtmeting, die aan honderdduizenden het leven kosten zal, en wanneer het resultaat van die bloedige botsingen, die hoogst waarschijnlijk op verschillende fronten zullen plaats vinden, de zaak weer onbeslist laat, wanneer de Entente gaat inzien „wij krijgen de Centralen er niet onder” en de Centralen gaan begrijpen:” „wij leggen onzen wil aan de Ententen niet op,” dan zal de nuchtere bezinning komen. Ik reken daarbij op de hulp van Engeland. Misschien vindt men dat vreemd. Maar de Engelschen zijn op en top praktische lui. Zij vragen bij alles wat zij ondernemen: welke winst werpt het voor mij af? En zoo lang het nu maar in de winst gelooft, zet het door en offert het alles op.
Maar zoodra het ziet, dat het resultaat een verlies en wel een ontzettend verlies zijn zal, dan is de Engelschman de eerste weer om halt te houden, want hij wil tot geen prijs verliezen. Hij verandert liever onmiddellijk van koers, dan zijn eigen verlies te helpen vergrooten. Op dit oogenblik is het echter in Engeland nog zoover niet. Wel zijn er toonaangevende bladen, die het onbewimpeld durven uitspreken, dat de toestand voor de Entente niet rooskleurig is, maar dit gevoelen is nog niet algemeen. Telkens rijst de hoop weer, dat het einde van alles de verplettering van Duitschland zal zijn. Een zoodanige verplettering van de eene partij door de andere, dat de verpletterde partij op genade en ongenade aan de andere overgeleverd is, houd ik echter langzamerhand voor uitgesloten. De Entente verplettert Duitschland niet, maar evenmin verpletteren de Centralen Engeland. Duitschland onoverwinnelijk op het land, Engeland onoverwinnelijk op de zee. Dat is naar mijn oordeel het voorloopig eind van dezen oorlog. Want ieder gevoelt, dat er op die manier nooit anders dan een in elkander gezetten vrede komt, die de kiemen voor een volgenden oorlog in zich draagt. Maar laat ik tot de vredesduif terugkeeren. 't Was Nikita, de koning van het land der zwarte bergen, die de eerste vredesduif opgelaten had. Staatsman bij uitnemendheid en beter dan iemand anders met de internationale politieke verhouding in Europa bekend, begreep hij, dat waar het nu zoo ver gekomen was, dat do Oostenrijkers op het punt stonden zijn koninkrijk te bezetten, voor hem het oogenblik gekomen was om zich met Oostenrijk te verstaan.
Dat was heel goed gezien van den koning. De Entente had hem evenals Servië wel met schoone woorden gepaaid, maar ten slotte hem en zijn land evenals Servië aan hun eigen belangen opgeofferd. Want niet ter wille van Servië of Montenegro wil de Entende in Saloniki, puur eigenbelang drijft hen zich daar vast te zetten en in te graven, omdat zij meent, dat zij daar zijn moet om de Centralen den opmarsch naar Egypte, Mesopotamië, Perzië en Voor-Indië onmogelijk te maken. Of dit juist gezien is, zullen de komende gebeurtenissen wel uitwijzen. De mogelijkheid is volstrekt niet uitgesloten, dat het voor de Entende een volslagen misrekening blijkt te zijn en dat de centralen heel kalmpjes Aziatisch Turkije intrekken en aan de Bulgaren opdragen de Entente eenvoudig binnen Saloniki vast te houden. De Entente, die van een offensief van de Centralen in Saloniki verwacht, zou dan genoodzaakt wezen zelf het offensief te beginnen tegen de Bulgaren die de Warda-linie moeten hebben versterkt en daar heel rustig den opmarsch der Entente uit Saloniki kunnen afwachten. 't Is natuurlijk op dit oogenblik niet te zeggen dat het zoo loopen zal, maar de mogelijkheid is niet uitgesloten, dat het zoo loopt. Maar ieder zal nu gevoelen, dat de Entente in Servië en Montenegro eenvoudig aan zijn eigen belangen heeft opgeofferd. Daarom zoekt de koning van Montenegro aansluiting bij de Centralen en bood hij volledige onderwerping aan.
Maar het blijkt hoe langer hoe duidelijker, dat de komende vrede niet buiten den wil der oorlogvoerende volken tot stand komen zal. De volken, die zooveel offers hebben gebracht, zullen volstrekt niet buiten de vredesonderhandelingen willen gehouden worden en een regeering, die dat niet beseft, loopt in de toekomst hetzelfde gevaar als koning Nikita.
Toen hij het in beginsel met Oostenrijk eens was, kwam het volk en vooral een deel van het nog aanwezige leger en weigerde hardnekkig de overeenkomst te bekrachtigen, En de daad bij het woord voegende, week het uit naar Albanië, waar het zich met de overblijfselen van het Servische leger vereenigde. De koning, door zijn volk verlaten en tegengewerkt door zijn eigen huisgezin — want 's konings echtgenoote moet fel tegen eene overeenkomst met Oostenrijk gekant zijn en eveneens zijne zonen — kon de getroffen overeenkomst tegenover Oostenrijk niet nakomen, en daar hij zich niet in de handen der Oostenrijkers wilde of durfde geven, bleef hem niet anders over dan zijn land te verlaten en naar Frankrijk te gaan. Daarmede was de vredesduif weer verdwenen en de oorlog woedt weer onverzwakt voort. Maar Montenegro wordt geheel onderworpen en ik vermoed, dat de Oostenrijkers er buiten Nikita om, spoedig een soort van officieele regeering zullen samenstellen, waarmede zij dan vrede willen sluiten. Verder verwacht ik een opmarsch naar Albanie, dat geheel van vijanden zal worden gezuiverd en waardoor Oostenrijk zijn invloedsfeer aan de Middellandsche Zee duchtig zal uitbreiden en eene bestendige bedreiging voor Italie zal worden, dat door deze uitbreiding een groot deel van zijn toekomstdroomen ziet vergaan.
Wanneer Oostenrijk het eenigszins in de macht heeft, komen Servië en Montenegro in staatkundigen zin niet meer op de kaart van Europa terug, en indien zij terugkeeren, dan zal het als vazalstaten van de Donaumonarchie zijn. Wat er met Albanië geschieden zal, ligt nog in het duister. Dat de Oostenrijkers het in dezen veldtocht zulten onderwerpen, lijkt mij zoo goed als zeker; maar of de prins van Wied er weer zal terugkeeren, waag ik niet te beslissen. Maar indien dit geschiedde, zou het als een vazal van Oostenrijk zijn. Oostenrijks invloed op den Balkan ontzaglijk uitgebreid en Duitschlands invloed in Aziatisch Turkije bevestigd, dat zie ik op dit oogenblik als het voor de hand liggend resultaat van dezen bloedigen oorlog, waarvan het einde zich nog niet laat voorspellen.

L. (Leiden) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 1916

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 1916

De Wekker | 4 Pagina's