Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Art. 55, Synode 1915 (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Art. 55, Synode 1915 (I)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de laatst gehouden synode zijn verschillende zaken ter sprake gekomen, welke als nog niet rijp voor definitieve beslissing, naar de Classes teruggezonden zijn, om na beraad ter classicale vergadering, ter volgende Synode opnieuw behandeld te worden. De verschillende Classes hebben zich dus op de vergaderingen in Mei a. s. over die zaken uit te spreken en hun oordeel daarover ter Synode te brengen. Daar het nu nog vroeg genoeg is om vóór de laatste Classis in de kerkeraden daarover te spreken, willen wij op een enkele dier zaken de aandacht vestigen, gelijk wij reeds ter Synode aan enkele broeders beloofden. Zoo werd, volgens Art. 37 der notulen van 1915, door de Synode besloten, de instructie van de Classis Groningen:
„De kosten der Synode worden percentsgewijze van de verschillende Classes geheven”, weder naar de Classes terug te zenden ter beoordeeling om in 1916 op de Synode te behandelen. Zoo wijst Art. 57 b.v. op het nieuwe Kerkelijk Handboekje. Wij willen echter alleen op Art. 55 dier notulen wijzen:
„De Synode oordeele of niet de bepaling bij Art. 77 D. K. op de royeering betrekking hebbende, moet vervallen en zoo die moet blijven bestaan of deze letterlijk of naar den geest moet worden opgevat”. (Cl. Groningen).
„De Classis Utrecht stelt aan de Synode voor, de bepaling bij Art. 77 D. K. betreffende kerkverzuim, in dien zin toe te passen, dat voortaan niet naar den letter, maar naar den geest dier bepaling worde gehandeld”.
Vervolgens melden de notulen hierbij: „Ds. Joh. v. d. Vegt betoogt, dat deze bepaling ingaat tegen het karakter van de sleutelen des Hemelrijks. Die sleutelen zijn medisch; zij bedoelen dus geenszins op deze wijze van iemand, die als lid der gemeente geboekt staat, af te komen. Als in strijd met ons kerkrecht, moeten, zoo meent Ds. v.d. Vegt, zulke bepalingen worden geschrapt”. Het gevolg van de breede discussie over deze instructie was dat door de Synode het volgende voorstel werd aangenomen:
„Het is wenschelijk dat de bedoelde bepaling bij Art. 77 der D. K. worde herzien en wordt voor die herziening deze bepaling naar kerkeraden en Classes verwezen, Met het aannemen van dit voorstel vervalt de voornoemde instructie van de Classis Utrecht”.
De bepaling, welke dus door de Synode van 1916 D. V. zal worden herzien is geplaatst achter Art. 77 der D. Kerkorde en luidt als volgt:
„Wanneer leden zonder wettige redenen de openbare godsdienstoefening verzuimen en daarin volharden, in weerwil van de opwekking en vermaning des kerkeraads, zullen zij na één jaar vervallen worden verklaard van hun lidmaatschap. Doch zoo zij ergerlijk zijn in leer of leven, zal men met hen de gewone orde der kerk volgen”.
Daar echter van deze bepaling door kerkeraden misbruik gemaakt is, werd deze bepaling nog nader omschreven door de bepaling van 1891, aldus luidende:
„De Synode, alles gehoord hebbende, en overwegende dat bedoelde bepaling alleen van toepassing is op personen, die de openbare godsdienstoefening in de Christ. Geref. gemeente nalaten, zonder overigens af te wijken in leer of leven, wekt de kerkeraden op: zich te hoeden tegen verkeerd gebruik van dat artikel, hetzij door daarvan gebruik te maken om zich te ontdoen van leden, die lankmoedig behoorden gedragen en vermaand te worden, hetzij door het toe te passen op zulke leden, die in leer of leven dwalen en met de gewone censure moeten worden behandeld”.
Uit deze tweede bepaling blijkt dus dat royeeren of schrappen van leden die een geheel jaar de godsdienstoefening in de Christ, Geref. gem. verzuimden, niet mag toegepast op censurabele leden, die in leer of leven dwalen, maar evenmin op zulke leden, die met de leer der Kerk instemmen en onberispelijk van wandel zijn, doch om persoonlijke redenen, bijv. bezwaar tegen een ouderling of leeraar, de kerk verzuimen. Deze leden moeten lankmoedig worden gedragen en getracht moet worden door opruiming van vermeende of werkelijke bezwaren hen voor de Kerk des Heeren te behouden. Hieruit blijkt dat slechts in zeer zeldzame gevallen tot royeeren of schrappen van het lidmaatschap mag worden overgegaan.
Uit de toelichting door de afgevaardigden uit Drenthe aan de Synode van Leeuwarden 1891 gegeven, bleek, dat in een concreet geval duidelijk werd, hoe er van die bepaling inzake het royeeren misbruik kan gemaakt worden. Nog kort geleden werd in eene kleine gemeente een lid geroyeerd dat noch in leer noch in wandel dwaalde, ja dat zelfs nimmer vermaand was om zijn kerkverzuim. Zulk een royeeren is in strijd met de bepaling van 1891. En als dan zulk eene kennisgeving van royement nog onderteekend wordt door al de leden des kerkeraads (twee ouderlingen en twee diakenen) dan lijkt het meer op een pauselijke bul dan op een royement.
Bij zulk misbruik is het zeer gewenscht de bepaling omtrent het vervallen verklaren van lidmaten eens onder de oogen te zien. De classis Groningen deed dan ook onzes inziens een goed werk de aandacht der kerk op deze bepaling bij Art. 77 D. K. te vestigen. Bepalingen toch, die gemakkelijk tot misbruik leiden, moeten dunkt ons, herzien en zóó gewijzigd dat het misbruik derzelve wordt onmogelijk gemaakt.
Ter voorlichting willen wij dan ook in enkele artikelen er op wijzen, hoe deze bepaling ontstaan is, of zij den toets van het Gereformeerd kerkrecht kan doorstaan en of wijziging derzelve mogelijk is.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1916

De Wekker | 4 Pagina's

Art. 55, Synode 1915 (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1916

De Wekker | 4 Pagina's