Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vorige week verschenen de gezanten van Engeland, Frankrijk en Rusland onverwacht bij den gezant van België, en verklaarden in naam en op last van hunne regeeringen, . dat zij niet zullen rusten alvorens de Duitschers België hadden ontruimd en volledige schadeloosstelling voor de geleden verliezen ontvangen had. De Belgische gezant, aldus het bericht, dankte uit naam van zijne Regeering, voor deze plechtige afgelegde belofte, 't Is begrijpelijk, dat dit bericht dat niet weersproken is, met eenige bevreemding door ons gelezen is. Want waarom was eene zoodanige verzekering in de bestaande omstandigheden noodig? Was de moed en het vertrouwen der Belgen in de Entente geschokt? Werd er twijfel geopperd van de zijde der Belgische regeering of de Entente hare beloften jegens België wel nakomen zou? Of was er vreeze bij de Entente, dat de Belgische regeering op de Duitsche vredesvoorstellen zou ingaan en daardoor het geheele spel voor dé Entente bederven ? 't Wil ons voorkomen, dat er eene oorzaak voor deze officieele verklaring moet zijn, al is zij ons op dit oogenblik nog verborgen. Ik geloof zelfs, dat er van Duitsche zijde ernstige pogingen worden aangewend om met Belgie tot een vergelijk te komen, en had Belgie op dit oogenblik den moed zich van de Entente los te maken, het zou van Duitschland heel wat zou kunnen gedaan krijgen. Er moet Duitschland alles aan gelegen zijn om zijn handelingen goed te maken. Maar ik geloof niet, dat Belgie op dit oogenblik daartoe den moed heeft. Er gaan misschien wel stemmen in die richting op, maar de regeering als zoodanig kan zich van de Entente niet losmaken, en om nu allen twijfel dienaangaande bij de Belgische regeering weg te nemen, hebben de Entente mogendheden door hunne officieele vertegenwoordigers andermaal deze verklaring gedaan en daardoor Belgie vaster dan ooit te voren aan zich verbonden.
Op de verschillende fronten valt er in de laatste weken niets bijzonders voor. Veel artillerievuur, hier en daar stormaanvallen met kleine plaatselijke successen, maar die totaal geen invloed hebben op het geheel. Hier wordt 500 M. loopgraaf op den vijand veroverd; maar ginds moet 300 M. aan den, vijand worden afgestaan. Hier worden 1000 krijgsgevangenen gemaakt, maar elders 800 man verloren, zoodat er door beide partijen van een succes gesproken worden kan, omdat men zijn verliezen zooveel mogelijk verzwijgt. Men houdt elkander in evenwicht. Over Saloniki nog geen licht. Zullen de Centralen er tegen oprukken of zullen zg het vasthouden en daardoor de Entente dwingen tot een offensief. De plannen der Centralen op den Balkan zijn in nevelen gehuld. De Entente beweert, dat een expeditie naar Egypte en het Suez-kanaal voorbereid wordt, maar de Centralen antwoorden er niet op. Telkens verklaart de Engelsche pers, dat de opmarsch naar Saloniki aanstaande is, maar de Centralen komen niet in beweging.
Er broeit daar wat, maar wat er broeit is ons onbekend. Oostenrijk bezet heel langzaam Albanie en stuit daarbij op heel weinig tegenstand. Het welbekende Durazzo wordt thans bedreigd, en wanneer dit gevallen is, is het laatste steunpunt voor de Entente aldaar bezweken en zijn de illusies van Italie voorloopig vervlogen. De onderwerping van Montenegro is geheel voltooid, alleen over den vrede kan niet onderhandeld worden, omdat er geen gevolmachtigden zijn en koning Nikita blijkbaar niet in de mogelijkheid is gevolmachtigden aan te wijzen. In Kaukasie hebben de Turken thans een ontzaglijk verlies geleden. De sterke vesting Erzeroem is door de Russen genomen en met die vesting is eene reusachtige hoeveelheid artillerie en munitie in de handen der Russen gevallen. Het legerbestuur spreekt zelfs van 1000 kanonnen; laat dit getal een weinig overdreven zijn, het valt niet te ontkennen, dat de Russen een buitengewoon succes gehad hebben en daar Turkije en de Centralen als een geheel moeten beschouwd worden, is de val van Erzeroem een gevoelig verlies voor de Centralen. Van welken invloed de val van deze vesting op het verdere verloop van operaties in den Kaukasus zijn zal, laat zich nog niet vaststellen, want eerstens is het leger, dat zich in de vesting bevond, ontkomen; tweedens waren groote troepenmassa's onderweg om den val der vesting te voorkomen; derdens is het terrein door zijne natuurlijke gesteldheid bij uitstek geschikt om een opmarsch der Russen met succes te weerstaan, al kunnen de Russen zich thans van Erzeroem als steunpunt bedienen, en eindelijk moet nog blijken of de Russen daar sterk genoeg zijn, om de vruchten van hun overwinning te plukken. Dit alles overwegende en samenvattende, komt het ons voor, dat de val van Erzeroem een groot verlies is voor de Centralen, maar een verlies, dat op de eindbeslissing van dezen geheelen oorlog althans op dit oogenblik nog van geen beteekenis is. Afwachten is ook hier de boodschap.
Met Amerika schijnt Duitschland nu veel nota's te hebben gewisseld om zoo langzamerhand in het reine te komen, ja zelfs zijn er eenige teekenen waaruit af te leiden valt dat de sympathien van president Wilson meer naar de zijde der Centrale, dan naar die van de Entente gaan. De moeilijkheden, die Engeland in de laatste weken aan den handel der neutrale Staten bereidde, zullen daar wel niet vreemd aan zijn. Deed de Engelsche regeering in deze aangelegenheid den zin van een groot gedeelte van het parlement, dan stonden ons nog zeer moeilijke tijden te wachten. Op dit oogenblik bied de regeerjng nog hardnekkig weerstand aan den drang, die uit het parlement opkomt, maar de vraag is, of zij dat zal kunnen blijven doen. Naarmate het duidelijker wordt, dat eene economische uitputting van Duitschland onmogelijker is, zal ons land allereerst worden beschuldigd, dat het goederen naar Duitschland uitvoert en daardoor Duitschland in den oorlog tegen Engeland steunt. Dat zal Engeland hoe langer hoe meer prikkelen tot verscherpte maatregelen ten opzichte van onzen invoer. Wat wederkeerig de stemming in ons volk zal prikkelen en onze Regeering in een zeer moeilijk parket brengen kan.
Alles overwegende, blijven het steeds hoog ernstige tijden, waarin er redenen te overig zijn om te volharden in het gebed en zich te verootmoedigen voor den Heere.

L. (Leiden) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1916

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1916

De Wekker | 4 Pagina's