Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (XXXII)

Bekijk het origineel

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (XXXII)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En al wat uit het geloof niet is, dat is zonde. Rom. 14:23b.

Wat was de reformatie uit de 16e eeuw? Zie hier het antwoord op echt doleerende leest geschoeid, door Dr. Kuyper in het Tractaat gegeven. Z.H.G. zegt op pag. 134: „In Wittenberg en Genève scheidde men zich niet af van de kerk, waarin men geboren was om een nieuwe kerk op te richten, maar men maakte zijn eigen oude kerk los uit haar correspondentie met andere kerken, riep een nieuw en beter kerkverband in het leven en zuiverde zijn kerk van misbruiken.” M. a. w. de reformatie stond in het teeken der doleantie, was geen afscheiding, maar slechts breuke met de roomsche hierarchie. Naar Kuyper's gevoelen bleven Luther en Calvijn dus in hun eigen kerk; zuiverden ze van misbruiken en scheurden zich slechts los uit de goddelooze Roomsche organisatie. Ik weet niet, maar als Luther en Calvijn nog eens zulk een filosofische beschouwing over hun reformatorisch optreden konden hooren, zij zouden met meer recht dan eens Festes kunnen zeggen: „de groote geleerdheid brengt u tot razernij.”
't Is toch voor ieder, die onbevooroordeeld de geschiedenis leest, duidelijk, dat de reformatie uit de dagen van Luther en Calvijn geen doleantie, maar afscheiding was. De kerken uit de Hervorming geboren, kwamen toch niet slechts te staan traast, maar lijnrecht tegenover de bestaande Roomsche Kerk. Deze kerken wilden wezenlijk wat anders zijn, 't geen nog daghelder blijkt uit onze 37 geloofsartikelen en Heidelbergsche Catechismus. Ik kan eenvoudig niet begrijpen, hoe men den moed heeft gehad om aan de Hervorming uit de 16e eeuw de doleantie-theorie op te dringen. Hoe kan toch ooit van de kerken uit de reformatie gezegd wat Kuyper in '86 van de doleerende kerken schreef: „Een doleerende kerk is niet een tweede kerk naast de bestaande, maar het is en blijft geheel dezelfde kerk slechts met dit onderscheid, dat zij thans doleert. Alle denkbeeld alsof het optreden als doleerende kerk het oprichten van een nieuwe of andere kerk zou zijn, moet dus verworpen worden. Het blijft dezelfde kerk.” Wie dit nu het reformatorisch standpunt van Luther en Calvijn noemt, — wie hierin nu de continuiteit met de kerken der reformatie wil zoeken, zulk een Don Quichot verheugt zich vrij over zijn overwinning in het steekspel der spitsvondigheden.
Dat nu de leiders van '86 zulk een doleantie-idee aan reformatie uit de dagen van Luther en Calvijn wilden opdringen, laat zich zeer gemakkelijk verklaren.
Immers dan waren de kerken van '86 en niet die van '34 de wettige voortzetting van de Gereformeerde kerken in Nederland. Dan stond niet de Afscheiding, maar de doleantie op 't standpunt der Reformatie. Dan was de Afscheiding scheurmakerij, die èn in historischen èn in confessioneelen zin den band met het verleden had doorgesneden.
Wellicht brengt iemand als bedenking in 't midden, dat de Doleerenden dit toch nimmer van de Afscheiding hebben gezegd. Ik zou deze bedenking kunnen beantwoorden met de vraag of dit niet rechtstreeks uit 't standpunt der doleantie volgen moet?
Maar deze bedenking verdampt en verdwijnt in het niet door de feiten, die nog meer zeggen dan woorden. Of hebt ge nooit geboord, dat de Doleerenden den euvelen moed hebben gehad om op plaatsen, waar reeds een Christ. Geref. Gemeente bestond, toch nog een nieuwe kerkformatie te stichten en doleerende kerijen te institueeren? Hier spreekt het feit, dat 't verschil tusschen '34 en '86 zoo groot was, en de doleantie de kerk der Afscheiding zoo ver zag afgebogen van de juiste historischen-reformatorischen lijn, dat dit recht gaf om tegenkerken op te richten, waarin die juiste lijn zich zou kunnen voortzetten. Ik weet ook wel, wat voor een kunstgreep men hier toegepast heeft en gezegd: het bestaan van twee kerkformaties in eenzelfde stad of dorp, hoezeer ook beiderzijds in beginsel als niet normaal beschouwd, zal men om den nood der tijden dragen. Maar wie voelt hier niet, dat dit een spelen met woorden, erger een spelen met het heilige is Men erkent, dat het niet normaal is, d. w. z. niet naar de norma of verbindende regel van Gods Woord en men zal dat verkeerde, dat zondige toch maar „dragen”, 't Is precies als op heden nog in de zoogenaamd vereenigde Gereformeerde kerken tusschen A en B, waarin het altijd nog uitkomt hoe een uitwendige vereeniging de innerlijke verdeeldheid niet opheft! Zulk een gedeeld, gescheurd kerkelijk leven op één plaats is niet normaal, niet naar den Woorde Gods, is zonde, en de Geref. kerken „dragen”, bestendigen het. Nadert dat niet de stelregel der Jezuieten: „'t doel heiligt de middelen!”
Nergens duidelijker komt het standpunt en tevens het scheidingspunt van Doleerenden en Afgescheidenen voor 't zoeklicht, dan waar men een doleerende kerkformatie tegenover de kerk der Afscheiding durfde stichten.
Ook Ds. Bos, redacteur van de Wachter, beeft in No. 52 (13e, Jaargang) deze zondige handeling der doleerenden afgekeurd ! Zou Ds. Bos niet begrepen hebben, dat hij daarmede een schrap door heel de beweging van '86 heeft gehaald? Hier kan het een van 't andere niet geïsoleerd worden.

A. (Amsterdam) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 1916

De Wekker | 4 Pagina's

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (XXXII)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 maart 1916

De Wekker | 4 Pagina's