Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Indrukken en Ervaringen (LXXII)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Indrukken en Ervaringen (LXXII)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Men kan dit bejammeren, te veranderen is dit niet. Engeland bezit tegenover ons een dwingende macht, waar wij thans geen andere macht tegenover kunnen stellen. En wij kunnen feitelijk eerst dan met recht klagen en protesteeren wanneer Engeland ons het noodige onthoudt. Zoolang het dit niet doet, en wij kunnen, zij het dan ook tegen ietwat verhoogden prijs, het benoodigde nog krijgen, hebben wij feitelijk niets te zeggen. Derhalve dienen onze mannen aan de grens door de bestrijding van den smokkelhandel in dubbelen zin het vaderland. Want hoe minder er gesmokkeld worden kan, hoemeer er in ons land blijft, wat tengevolge heeft dat de prijzen voor de verschillende artikelen niet onrustbarend verhoogd worden, wordt er daarentegen veel, heel veel gesmokkeld en onze invoer wordt scherp gecontroleerd, dan volgt daaruit, dat er langzamerhand een tekort ontstaat en dat tekort is oorzaak, dat de prijzen kunstmatig worden opgedreven terwijl de winsten die er gemaakt worden verdwijnen in de zakken van menschen die niet gecontroleerd kunnen worden. Tweedens bedreigt de smokkelhandel onze neutraliteit, want zij steunt de vijanden van Engeland wel niet in dien zin, dat Duitschland daardoor in staat zou kunnen gesteld worden om ook economisch den oorlog tegen Engeland vol te houden. Dat is dwaasheid. Een volk van 70.000000 kan niet gevoed worden door een volk van ruim 6 millioen, al konden wij net zooveel invoeren en uitvoeren als wij wilden, dat zou voor Duitschland niet meer zijn, dan een druppel in een emmer. Van sommige artikelen als rubber en margarine zou het stellig voordeel hebben, maar anders is Duitschland voor zijn economische positie uitsluitend op zich zelven aangewezen, Als Duitschland zich zelf niet voeden kan is het verloren. Dat weet men trouwens in Duitschland heel goed en om ons land in geen enkel opzicht eenige moeilijkheid te bereiden, heeft het zelfs zijn militairen aan de grenzen bevolen om den smokkelhandel mede te helpen bestrijden. Toch is dit niet altijd door onze mannen begrepen, dat de smokkelhandel onze neutraliteit bedreigde, ja ik durf het gerust te zeggen dat niets onze mannen zoo gedemoraliseerd heeft als de bestrijding van den smokkelhandel. Zonder twijfel heeft daartoe in de allereerste plaats de inkwartiering medegewerkt. Van meet af heb ik gewaarschuwd tegen een te nauw contract van onze militairen met de grensbewoners en er met kracht op aangedrongen dat er voor de militairen in de grenskantonnementen barakken zouden gebouwd worden. Daardoor had men een al te vrij verkeer van de militairen met de bewoners kunnen voorkomen en een bron van zedelijk kwaad toegestopt, want die grensbewoners zijn bijkans allen bij den smokkelhandel geïnteresseerd, en onze soldaten die den smokkelhandel moeten bestrijden, worden bij de smokkelaars ingekwartierd. Dat gaat niet goed. Ieder kan begrijpen dat er daardoor eene verhouding tusschen de bestrijders en de bedrijvers van het kwaad moest ontstaan die de bestrijders in hun bestrijding verzwakken en de bedrijvers in hun bedrijf versterken moet. Want de bedrijvers die met hun handel ontzaggelijk veel geld konden verdienen, trachtten de bestrijders, dat waren de militairen, zoo veel mogelijk op hun hand of in hun macht te krijgen. Geen middel was hun daarvoor te goed. De drank en het geld speelden daarbij een groote rol. Men zag niet op een borrel en er zijn corpscommandanten die mij rondweg verklaard hebben: wij hebben geen gevallen van dronkenschap gehad, totdat wij met onze compagnie aan de grens kwamen. Begrijpelijk dat was de eenvoudigste manier om onze mannen aan zich te verbinden op den dag met hen drinken en 's nachts met hen knoeien. Want smokkelen doet men meestal des nachts. Soms is het gelukt om de artikelen te voren naar een plaats of woning vlak bij de grens te brengen, maar heel dikwijls moet er uren ver met de „vrachtjes” bukvet, plantenboter of petroleum geloopen worden. Gewoonlijk gaat men in kleinere of grootere ploegen. Ieder draagt zijn „vrachtje” en zoo beweegt zich de bende op eenigen afstand van elkander behoedzaam en voorzichtig in de richting van de grens. Heeft men een afspraak met de militairen, dan zijn eenige soldaten zoo lafhartig geweest om voor wat geld hun een plaats aan te wijzen waar zij zonder gevaar de grens kunnen passeeren, dan is men gerust. Bekend met al de geheime sluipwegen, nadert men de afgesproken plaats, waar de bedoelde soldaten zich bevinden. De voorlooper geeft het getal van de bende op, het bedrag wordt uitbetaald, wat meestal per hoofd berekend wordt en varieert van ƒ 2 tot ƒ 5 en de bende gaat de grens over. Bestaat echter een dergelijke afspraak niet en is het niet gelukt de militairen op de een of andere wijze om te koopen, dan staat de zaak heel anders. Dan moet men rekening houden met de verschillende posten en wachten, en vooral met de kleine patrouilles die in het terrein rondzwerven. Ook is de mogelijkheid niet uitgesloten dat er op hen geloerd wordt en daartoe een gedeelte van het terrein is afgezet. Derhalve is het voor de smokkelaars zaak om op alles voorbereid te wezen. De voorlooper verkent den weg, ontwaart hij iets verdachts dan geeft hij onmiddellijk een teeken en plotseling vallen allen neer om zich alzoo onzichtbaar te maken, wordt men opgemerkt en aangewezen door een post, poogt men eerst nog te vluchten, maar zoodra de post schiet, blijven de meesten staan omdat zij vreezen anders te zullen getroffen worden. Stoot men plotseling op een van de rondzwervende patrouilles, dan tracht men de patrouille om te koopen. Geen middel is daarvoor te goed, wanneer geld niet helpt neemt men tot andere middelen zijn toevlucht, waarbij helaas de vrouw een gevaarlijke rol speelt.

De Veldprediker

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 mei 1916

De Wekker | 4 Pagina's

Indrukken en Ervaringen (LXXII)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 mei 1916

De Wekker | 4 Pagina's