Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Wel, wel! daar vind ik, snuffelende in eenige oude papieren, een paar vragen, de een van Juli, de andere van September 1915. Ik haast me ze te beantwoorden, verschooning vragende voor mijne achteloosheid, de vragers dankende voor hun voorbeeldeloos geduld, dat hen deed wachten en uitzien, zonder te manen.)

Militair G. V. Mag een christelijk jongeling trouwen met een meisje van eene andere kerk? Zoo ja, moet dan het meisje overgaan tot de kerk van den man?
Ik aarzel, om deze vraag met een enkel „ja” of „neen” te beantwoorden. Beide komen mij in dit geval te beslist voor. Liever zeide ik „neen” dan „ja”. In de practijk des levens zien we echter dikwijls eene al te strenge theorie gewroken. In het algemeen noemen we een huwelijk tusschen twee, die tot verschillende kerken behooren ongewenscht. De bezwaren worden in den regel gering geschat. Waarom zou men elkander niet kunnen dragen? Het verschil lijkt niet zoo groot of men wil het niet zoo groot zien, als het werkelijk is. Kan men niet even goed godvreezend zijn als Chr. Gereformeerd of Gereformeerd of Hervormd of Luthersch? De kerk maakt toch niet zalig? Men vergeet, dat wat buiten het huwelijk ons over de kerkmuren kan doen heenzien, in het huwelijk zoo gemakkelijk tot botsing aanleiding geeft Wie lidmaat is eener kerk moet het geheel zijn, niet half. De gemeente waartoe men behoort, heeft hare rechten op den mensch, eischt den mensch geheel op voor hare gemeenschap. Derhalve is het eene scheeve verhouding als man en vrouw, kerkelijk gescheiden, dit verschil trachten te deelen, door 's morgens b.v. naar de kerk van den man, 's avonds naar die van de vrouw te gaan. 's Morgens is de vrouw, 's avonds de man niet op zijne plaats. En doen zij dit niet, houdt een ieder zich aan de kerk, waartoe hij behoort, dan sluipen, al is de haag van wederzijdsche liefde en waardeering nog zoo dicht, toch de kleine vossen binnen om den wijngaard te verstoren. Nietwaar, ieder stelt toch zijne kerk het hoogst, dweept in meerdere of mindere mate met zijn predikant, kan het eigenlijk niet goed uitstaan, als de ander opgetogen over de gehoorde predikatie thuis komt, terwijl hij (zij) zelf heeft neergezeten onder eene prediking, die, ja wel goed en zuiver, maar toch dit keer geen bovenste beste was. Daarbij, de predikanten maken het niet allen even lang of kort en dan .… de koffie! Kleinigheden? Ge hebt volkomen gelijk. Maar ons leven wordt door kleinigheden vaak beïnvloed. We zullen niet struikelen over een kei als de Amersfoortsche, maar glijden uit over een stukje schil van een sinaasappel. En, is de liefde, naar het bekende spreekwoord, blind, die blinddoek begint te slijten, wordt doorzichtig, valt tenslotte geheel weg. Het sluwe vosje van kerkisme nestelt zich tusschen man en vrouw, en knap, wie het verdrijft. Hierbij komt nog, dat het huwelijk met kinderen gezegend kan worden (het huwelijksformulier rekent er zelfs op). Waar moet het kind gedoopt worden? De eerste in de kerk van den vader, de tweede in de kerk van moeder, enz.? Later komt de vraag van de catechisatie. Waar een gedeeld kerkelijk leven is in een huisgezin, behoeft het niet te verwonderen, als later de kinderen het met de vraag: welke kerk? niet zoo nauw nemen. In dat gedeelde kerkelijk leven ligt de wortel der verwildering. De eenheid van vader en moeder bevestigt den band om de kinderen.
Het is noodig èn met het oog op de verhouding tusschen man en vrouw èn met het oog op de kinderen, dat de ouders in het kerkelijke eene lijn trekken.
Maar er zijn toch wel huwelijken, waarin het heel goed gaat, al is er zulk eene gedeeldheid?
Indien het zoo is (ik geloof dat er altijd wel een haakje zal zijn) maar, indien het zoo is, dan is het eene uitzondering.
Op uitzonderingen te rekenen is eigen aan de luchthartigheid der jonkheid. De ervaring leert echter, dat uitzonderingen uitzonderingen zijn, en dat de regel regel is.
Laten daarom onze jongelingen en jongedochters rekening houden met het kerkelijke. Wie eene vrouw begeert, begeere haar van den Heere. Ook wie eenen man begeert doe zulks. Zij in de eerste plaats de vraag naar de vreeze Gods, en dan ook naar de kerk.
Of het meisje dan wel de „jongen” zich zal moeten schikken, hangt van omstandigheden af. Het betere inruilen voor het minder goede mag toch niet. In alle gevallen dient de overgang tot eene andere kerk met overtuiging te geschieden.

v. W. te V. Over de zaak, waarover ge mij schrijft, loopen de meeningen zeer uiteen. De een is er voor, de ander tegen, deze acht het noodzakelijk, gene zondig. Indien er bij u bezwaar is, doe het dan niet. Alleen, wanneer we persoonlijk overtuigd zijn, dat iets goed is, kunnen we het met vrede en biddende doen, anders niet.

d.H. (den Haag) L.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juli 1916

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juli 1916

De Wekker | 4 Pagina's