Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (XLIX)

Bekijk het origineel

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (XLIX)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En al wat uit het geloof niet is, dat is zonde. Rom. 14 : 23b.

Wat nu de vrees voor en de aanklacht tegen 't bestaan der Synodale Commissie betreft, door de doleantie van '86 weer voor 't zoeklicht gebracht, zij moet, hoezeer ook verklaarbaar, ten eenemale ongegrond geacht.
Immers deze bedenkingen tegen den inhoud van dit reglement krijgen eerst dan beteekenis, wanneer men zou kunnen aanwijzen, dat dit „permanent bestuur” de classicale en synodale vergaderingen beheerscht.
Dat dit bestuur in het Herv. genootschap aldus optreedt, is droeve waarheid, maar nog altijd wordt 't bewijs gemist, dat de Synodale Commissie der Christ. Geref. Kerk zoo overheerschend kan optreden. Eenheid in naam is daarom nog geen eenheid in der daad.
Wanneer wij den lastbrief onzer Synodale Commissie vergelijken met die, welke in het Herv. Genootschap geldt, dan merkt men aanstonds het groote onderscheid.
In 't Herv. genootschap heeft zij wel ter dege de regeer- en beheermacht. Zoo lezen wij in haar lastbrief „van uitspraken, door haar gedaan, tengevolge van beroep in cassatie, geeft zij aan de Synode alleen verslag.”
Zoo zegt o. m. art. 15 van 't Algemeen Reglement „het verzoek tot vernietiging van uitspraken van classicale en provinciale besturen wordt gedaan bij de Algemeene Synodale Commissie, die in dezen beslist.”
Maar zulk een allesbeheerschende macht is aan de Synodale Commissie der Christ. Geref. Kerk vreemd, als geheel in strijd met 't presbyteriaal karakter, dat de Kerk der Scheiding kenmerkt.
Leest den lastbrief onzer Synodale Commissie en go merkt aanstonds, dat deze commissie in zake regeer en beheer totaal niets te zeggen heeft en dat zij alleen Commissie van uitvoering is van al datgene, dat de Synode haar in last geeft. Art. 5 toch van dezen lastbrief zegt uitdrukkelijk: „Aan deze Commissie is de uitvoering opgedragen van alles, wat de Synode haar in last geeft. Verder is haar opgedragen de behartiging van alles, wat uit de betrekking der Christ. Ger. Kerk tot de Regeering voortvloeit en van hetgeen haar door eenige provinciale vergadering wordt opgedragen.”
Wie hierin nu leest, dat de centrale macht bij de Synodale Commissie berust, moet al zeer bevooroordeeld of beneveld in zijn denken zijn. Duidelijk wordt hier gezegd, dat de macht alleen en uitsluitend bij de presbyteriale vergaderingen berust en dat deze Commissie niet anders dan gedeputeerden zijn, in gelijken zin als op heden de deputaten voor de correspondentie met de hooge Overheid in de Gereformeerde Kerken. Ook deze deputaten zijn aan een bepaalden lastbrief verbonden en voeren in zake de Geref. Kerken de correspondentie met de Regeering, zooals zij dat nuttig en goed oordeelen. Van hierarchie is hier schijn noch schaduw en de omschrijving van de macht en de bevoegdheid der Synodale Commissie in 't reglement is toch altijd zoo, dat de zelfstandigheid der vergaderingen wordt gehandhaafd. De Synode der Christ. Geref. Kerk heeft dit presbyteriale standpunt uitgesproken, toen zij in art. 17 der acta van 1866 bepaalde, „dat er geene redenen bestaan om die Commissie op te heffen, daar haar bestaan niet tegen de Kerkorde strijdt.”
Maar dan is het een slag op 't gelaat der Chr. Geref. Kerk geweest, wanneer Dr. Kuyper in Heraut 548 zoo echt krenkend over de Synodale Commissie schrijft. Na eerst er op gewezen te hebben, in welke een impasse de Kerk der Scheiding kwam, om zich bij de hooge overheid bekend te maken, schrijft hij: „En toen, in die verlegenheid, hebben de mannen, aan wie deze zaak ter afdoening werd opgedragen, zich herinnerd, dat het Synodaal Genootschap een Synodale Commissie had en door deze Synodale Commissie met de Regeering in verband stond. Welnu, als zij het ook zoo eens beproefden. En zoo is toen die fameuse Synodale Commissie in 't leven getreden…. d. w. z. er was een stel mannen, die ook als de vergadering uiteenging, met macht over heel de Kerk bekleed bleven. Men had nu een permanent bestuur.”
Neen maar, denk u dat even in. Mannen als van Velzen, Brummelkamp, Cock, aan wie deze zaak ter afdoening was opgedragen, vol neigingen naar de hierarchie uit het Herv. genootschap en op 't laatst de Kerk der Scheiding met volle zeilen in die wateren sturend! Is het eigenlijk niet om te lachen of liever is het niet diep treurig, dat een man als Kuyper zulk een smading dezen gescheidenen aandoet en dat alles vergoedt met te zeggen: dat wij dit hun niet euvel mogen duiden! Zoo iets als ontoerekenbaar misschien? Zij deden het immers met de beste bedoelingen. Toch zullen wij Kuyper in dit smaden van de Synodale Commissie der Christ. Geref. Kerk als de kroonlijst van 't collegialisme niet al te hard vallen. Wie pas de zweepslag van 't Collegialisme zoo had voelen striemen als Kuyper en zijn doleantiegroep in '86—87, die ziet overal die gevreesde schim, zoodra hij hoort van besturen, reglement, Synodale Commissie, zonder aanstonds op de fijne notie te letten, waar hier het wezenlijke verschil schuilt.

A. (Amsterdam) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1916

De Wekker | 4 Pagina's

Een Geloofsstuk contra een Meestersstuk (XLIX)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1916

De Wekker | 4 Pagina's