Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Theologische School

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Theologische School

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vrijdag 15 September werden de leasen aan de Theol. School geopend. Ds. P. de Groot, die namens het curatorium de opening zoude leiden, was door krankheid verhinderd. Ds. T. A. Bakker nam deze taak bereidwillig over en liet zingen Ps. 19 : 5, las Psalm 19 en ging daarna voor in het gebed. ZEerw. heette docenten en studenten hartelijk welkom met de bede, dat de Heere, die na den tijd van ontspanning weder in gezondheid herwaarts bracht, hen met liefde en lust vervulle bij de hervatting van hunne taak in de opleiding tot Dienaren des Woords, en dat de studenten zich biddende mogen bekwamen om eenmaal als dienstknechten Gods, toegerust met wetenschap en godsvrucht, uitgestooten te mogen worden in des Heeren wijngaard.
Hierna verkreeg de aftredende rectordocent P. J. M. de Bruin het woord.
Na een inleidend woord, waarin spreker wees op Salomo's bede bij de aanvaarding zijner regeering: „Geef mij nu wijsheid en wetenschap” als een gebed om 2 zaken, die, schoon verwant, toch wel degelijk van elkaar onderscheiden moeten worden, en als practijk en theorie eenigszins zich tegenover elkaar verhouden en toch elkaar aan vullen, behandelde spr. het onderwerp:

De vereeniging van wetenschap en godsvrucht.

Eerst werd oen breedvoerig historisch overzicht gegeven van het verleden en aan de hand van kerk en dogmengeschiedenis aangetoond hoe reeds in de tijden der kerkvaders wetenschap en godsvrucht scherp van elkaar gescheiden werden. Reeds de Alexandrijnsche School verhief de kennis verre boven het geloof en Origenes kwam tot een wijsgeerig gnostisch systeem, waarin de leer van eene eeuwige schepping, het vóórbestaan der zielen en de leer van de wederoprichting aller dingen en daarmede de eindelijke behoudenis der goddeloozen, zelfs van den duivel werd voorgestaan. Tegenover dit eenzijdig verheffen van de kennis verzette zich de! Noord-Africaansche School, die alle classieke studie en wijsbegeerte als van heidenen afkomstig verwierp, en met Tertullianus het geloof eenzijdig boven de wetenschap verhief. „Wat heeft”, zeide die kerkvader, „Jerusalem met Athene te maken?”
In de Middeleeuwen was het weer de scherpe tegenstelling tusschen scholastiek en mystiek en na de reformatie komt weer een dorre orthodoxie de wetenschap zóó hoog te verheffen, dat als reactie het piëtisme opkomt, dat afkeerig van wetenschap alleen de godsvrucht bevorderen wil. Spreker werpt daarna een blik op het rationalisme en de toleranten in de 18de eeuw, met daar tegenover het eenzijdige standpunt van Schortinghuis en de zijnen, waardoor ten slotte in de 19e eeuw eenerzijds het rationalisme hoogtij viert en anderzijds de vromen zich van de kerk onttrokken. Na een blik op de Afscheiding en het opkomen der geref. theologie in de vorige eeuw, wijst spreker in de 2e plaats op de waarschuwing, die hierin ligt voor het heden.
Een nieuw scholasticisme heeft zich in do tegenwoordige eeuw ontwikkeld, gepaard met eene wijsgeerige richting, die van wetenschappelijke theologie, door de kerk als instituut gegeven, niet weten wil. Los gemaakt van de kerk, moet de wetenschap der theologie van eene vereeniging uitgaan. De kerk mag opleiden tot het ambt, wetenschappelijke mannen, die de wetenschap om de wetenschap beoefenen, kan zij niet kweeken. De kerk moet niet onderzoeken naar roeping en genadestaat en daarna opleiden, neen, zoo'n onderzoek is niet noodig als men de wetenschap gaat beoefenen aan de universiteit. Er is weer scheiding gemaakt tusschen wetenschap en godsvrucht, 't Is, zegt spreker, of wijlen Ds. Gispen dit voorzien heeft, toen hij 30 jaar geleden het volgende profiteerde:
„Als de Heere niet krachtig door Zijn Geest tusschenbeide komt, zult ge eer gij vijf en twintig jaar verder zijt, wonderlijke dingen zien gebeuren. Wij gaan een tijd van groote reactie tegemoet. De anti-afscheidingspartij in de Groote Kerk zal onder de leus schriftgezag, formulieren van eenigheid, oude paden en wat schoone leuzen er meer zijn, tot de scholastiek terugleeren en zoo sterk mogelijk op godgeleerd en kerkelijk gebied positie te nemen. Onder dat alles zal de Bijbel de grootste martelaar zijn. Want rationalisme en scholastiek zijn tweelingzusters, die met de aangezichten van elkander afstaan, maar in den rug aan elkander vast gegroeid zijn.
Hoe het dan met onze kerk gaan zal kan mij wel eens bekommerd maken. Voor het naast denk ik, dat de scholastiek den magtigsten invloed in de toekomst op haar behouden zal. Hoe meer wetenschappelijk gevormde menschen de plaats der ouden zullen gaan innemen, hoe meer de scholastiek weer in eere zal komen”.
Dit schreef Ds. W. H. Gispen in 1884. Hoe is zijn woord vervuld geworden! Met een: „Aldus heeft Calvijn geschreven”, en een „zóó heeft Voetius gesproken”, wordt een dogmatisch systeem wijsgeerig opgebouwd en als echt gereformeerd aan de theologische markt gebracht.
Daartegenover staat weer de mystieke richting van hen, die de wetenschap en de studie verwerpen om allen nadruk te leggen op het „van Gods Geest geleerd zijn”. Kerkelijke banden worden losgemaakt en independentisme en individualisme treden op den voorgrond. In plaats van de Schrift wordt, evenals bij de ethischen, de ervaring grond van de leer des geloofs. Vrome bespiegeling plaatst de werken Gods in de genade van uit den tijd in de eeuwigheid. De grens tusschen Gods besluiten en werken wordt uitgewischt, en de weldaden des genadeverbonds worden wel in den tijd tot het bewustzijn der uitverkorenen gebracht, maar feitelijk reeds van eeuwigheid geschonken. Zoo komen scholastiek en mystiek ten slotte beiden tot eene eeuwige rechtvaardigmaking. Daartegen moet gewaakt. Wetenschap en godsvrucht moeten vereenigd blijven, dit zal tot zegen strekken voor onze theologen als dogmatiek, evangeliepredikers en niet het minst als Herders van do kudde des Heeren.
Daarna wees do aftredende Rector op do geschiedenis der School in den cursus 1915/16. Herinnerd werd den druk in het gezin van Doc. Lengkeek, aan het beroep van Doc. van der Heijden naar Kampen en het veldpredikersschap van Doc. Janssen. Ook werd stilgestaan bij het overlijden van den oud Curator Ds. M. den Boer, die in gevoelvolle woorden herdacht werd, terwijl ook mot dank aan den Heere werd opgemerkt dat Curator Ds. M, Schouten weder van zijne krank heid in hersteld.
De nieuwe cursus vangt aan met 18 studenten, waarvan 9 reeds zijn bevorderd tot de Theol. studiën.
Aan het einde werd op plechtige wijze en met hartelijken gelukwensch het rectoraat aan Doc. A. van der Heijden overgedragen. Gezongen wordt Psalm 119:17 en Doc. de Bruin eindigt met dankzegging.

De Secretaris v. h. Curatorium.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1916

De Wekker | 6 Pagina's

Theologische School

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1916

De Wekker | 6 Pagina's