Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Frankrijk 72

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Frankrijk 72

De kracht des geloofs CCCLXXVII

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wolman had van Calvijn gesproken met onderscheiden familiën te Bourges. En nu ging het te Bourges als voorheen te Orleans. Velen noodigden hem in hunne huizen, om hen het Woord Gods te verklaren. Calvijn, die natuurlijk niets wist van wat Wolman over hem gesproken had, verwonderde zich zeer over deze aanvragen. „Ik ben geheel versuft te zien,” zeide hij, „dat degenen, die eenig verlangen naar de zuivere leer hebben, zich om mij scharen om te leeren, hoewel ik zelf nog pas begin!” Toch had hij geen vrijmoedigheid te weigeren, wat van hem gevraagd werd en wat hij dus te Orleans had aangevangen, zette hij te Bourges voort en kreeg daarin telkens grootere vrijmoedigheid. Langzamerhand breidde de kring zijner werkzaamheid zich uit. Inwoners van de omstreken van Bourges hoorden hem in die stad in de huizen hunner vrienden en waren verrukt over hetgeen ze hoorden. „Kom ook bij ons,” zeiden ze tot hem, „en predik die goede woorden.” Ook aan dat verlangen voldeed hij en zoo wandelde hij nu eens naar dit dorp, dan naar dat kasteel en verkondigde daar den weg des heils, zooals hij dien zelf voor zijn eigen leven had leeren kennen. Zijn prediking droeg groote vrucht. De heer van Lignières, die Calvijn meermalen op zijn kasteel ontving, zeide meermalen: „Waarlijk, het komt mij voor, dat Calvijn beter preekt dan al de monniken te samen en dat hij wezenlijk met oprechtheid te werk gaat!”
Maar ook aan die werkzaamheid werd plotseling een einde gemaakt. Op zekeren dag ontving hij een schrijven uit Noyon, dat zijn vader plotseling gestorven was. We weten, dat Calvijns vader reeds lang ziek was geweest en dat Johannes daarom uit Orleans was getrokken. Nu moest hij vaarwel zeggen aan zijn vrienden, aan zijn studie, aan zijn nieuwen werkkring, immers hij wenschte de begrafenis zijns vaders bij te wonen en zou dan zien, waarheen des Heeren leiding hem verder zou voeren.
Toen Calvijn uit Bourges vertrokken was, werd zijn werk opgevat door een ouden leeraar Michel Simon, die ondanks zijn ouderdom heilige stoutmoedigheid openbaarde. Michel betrad eenvoudig den predikstoel in de kerk te Bourges en de gewelven, die nooit anders dan Roomsche prediking en 't gezang onder de bediening der mis had opgevangen, deden de volle waarheid des evangelies weerklinken. Doch de priesters sloten een overeenkomst, om die prediking te storen.
Toen Michel op een zondag den predikstoel beklommen had, en op het punt stond zijn rede aan te vangen, traden de pastoor, de vikarissen en de zangers het koor der kerk op en begonnen de mis voor de afgestorvenen te zingen. Het preeken werd daardoor even onmogelijk als het hooren. De verontwaardigde studenten der hoogeschool sloten zich aaneen, betraden eveneens het koor, grepen de misboeken uit de handen der priesters en wierpen die boeken naar alle zijden, stootten de koorlessenaars om en joegen de priesters en zangers weg, die naar alle kanten vluchtten. Nu kon Michel zijn rede aanvangen en voleindigen. Aan het einde bad hij het „Onze Vader,” maar niet in het Latijn, zooals nog steeds uit gewoonte was volgehouden, maar in het Fransch, zoodat ieder het verstaan kon. Ook liet hij het „Ave Maria” geheel weg. Maar toen zag men een man, die op een aanzienlijken zetel had plaats genomen, de procureur-generaal des konings, van zijn zetel opstaan en hoorde hem met luider stemme beginnen: „Ave Maria gratia!” Doch verder kon hij niet komen. Een algemeene kreet viel hem in de rede; eenige licht opgewonden vrouwen grepen haar kleine stoelen, omringden den procureur-generaal en zwaaiden de stoelen boven zijn hoofd. „Deze lieden waren katholieken, die walgden van de priesters, doch ze waren geen discipelen van den Zaligmaker”, zegt een geschiedschrijver. En we zullen het toestemmen, zulk een einde van een godsdienstoefening is weinig stichtelijk.
Intusschen was Calvijn naar Noyon gereisd. Daar aangekomen vond hij zijn familie in droefheid over den dood zijns vaders en hij treurde met hen. Even later hoorde hij van den marteldood van Berquin, die juist in dien tijd was omgebracht. De toekomst der kerk en zijn eigen toekomst deden hem in groote bekommering verkeeren. Alles samen deed hem verkeeren in een toestand van gedruktheid onder een last „gelijk een half-dooden man, indien God hem den moed niet had hergeven, door hem door Zijn vertroosting weer op te richten.”
Op bijzondere wijze zorgde de Heere voor zijn jeugdigen dienstknecht. De waardigheidsbekleeders der kerk traden hem met achting tegemoet. In hunne gesprekken met hem bemerkten zij, dat hij veel geleerder was, dan ze hadden durven denken en ook in zijn denkwijze bemerkten ze niets, dat hen tegenstond. Een der vrienden zijner kindschheid Claude de Hangest van Mommor, die abt van St. Eloy was geworden, bood hem het pastoorschap van Pont lévèque aan. Calvijn nam die aanbieding aan en werd daardoor dus weer in de gelegenheid gesteld te prediken de waarheid, die hem lief was geworden.

(Wordt vervolgd.)

K(ampen), V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1917

De Wekker | 4 Pagina's

Frankrijk 72

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 maart 1917

De Wekker | 4 Pagina's