Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Indrukken en Ervaringen CII

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Indrukken en Ervaringen CII

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijn pen heeft eenige weken gedwongen gerust, maar deze gedwongen rust heeft mij goed gedaan. Nu ik weer in mijn werk ben gevoel ik dat. Met den dag wordt ik sterker en aan al mijn bezorgde raadgevers en geefsters, die er met kracht bij mij op aangedrongen hebben, in de eerste weken toch vooral voorzichtig te zijn, wil ik de plechtige verzekering geven, dat ik hunne raadgevingen niet alleen hoogelijk gewaardeerd heb maar ook trachten zal er mij zoo veel mogelijk aan te houden. Er was echter heel wat veranderd toen ik weer in onze Divisie terugkeerde. Mijn collega Van der Ven was met klein verlof gegaan en zijn plaats is tot op dit oogenblik niet voorzien. Verder hadden wij eene brigade-omwisseling gehad en tengevolge daarvan waren onze Militaire Tehuizen tijdelijk uit zijn verband gerukt. Zoo'n brigade-omwisseling geeft altijd handen vol werk. Ik geloof dat het noodzakelijk is en daarom murmureer ik er ook niet over, maar, wat mij betreft, bleef iedere brigade onafgebroken in hetzelfde vak. Nu vindt zoo'n brigade omwisseling gewoonlijk om het halfjaar plaats, zij keert dus niet zoo spoedig terug, maar als ik hoor dat zij in aantocht is, slaat de schrik me al om het hart, vanwege de veranderingen en verplaatsingen, die zij veroorzaakt. Ditmaal viel zij juist tijdens mijn ziekenverlof. Twintig Militaire Tehuizen kwamen op eens zonder personeel. Drie werden er overbodig en op 3 andere plaatsen moesten nieuwe Tehuizen worden opgericht. Het eerste wat dus gedaan moet worden is, voor de Tehuizen die blijven nieuwe menschen aanvragen. Geen kleinigheid, want daar zijn op zijn minst 40 menschen voor noodig. Nu heb ik uit de verschillende bataljons wel eene lijst van geschikte personen laten samenstellen, waaruit wij slechts een keuze hebben te doen, maar bij dat kiezen beginnen de teleurstellingen, want daar zijn er zoo velen die of land-bouwverlof hebben of krijgen, of een verlof van 3 dagen per week genieten. Verder zijn er onder, die tot een afgaande lichting behooren, en niet meer voor „baantjes” in aanmerking mogen komen. Eindelijk blijkt dat er vele van onze vaste leiders met klein verlof zijn en hunne plaatsen door anderen moeten worden aangevuld. Toen wij dan ook ditmaal begonnen met het zoeken naar menschen die als leiders in de Militaire Tehuizen konden optreden, zeide mijn controleur die met al die dingen haarfijn op de hoogte is, telkens: kan niet, heeft landbouwverlof; of: behoort tot lichting 1911 of gaat iedere week met 3 dagen, of: is al met klein verlof gegaan. Gevolg is dat men nieuwe menschen moet zoeken en dat valt niet mee, want de post van leider vereischt heel wat eigenschappen in een jong mensch, vóór alles eerlijkheid. Immers de man heeft het beheer over het buffet en dat bestaat uit zulke oncontroleerbare artikelen. Wie kan bijv zeggen hoeveel kop thee een man uit een pond thee zetten kan? Niemand, want alles wordt hier beheerscht door de vraag; van hoedanige kwaliteit is de thee! het zelfde geldt ook van een pond cacao, ook hier ontbreekt alle controle. Op het punt der eerlijkheld doe ik ook dikwijls zeer ontmoedigende ervaringen op. 't Is nog maar een paar maanden geleden dat ik ƒ 45 betalen kon, omdat een paar mannen een Tehuis slordig beheerd hadden. Natuurlijk verzekerden zij bij hoog en laag dat zij eerlijk waren en dat zij de zaken goed beheerd hadden, maar het einde van het lied was: de dominé kan het betalen. Dan moeten zij zorg dragen, dat het geld niet ontvreemd wordt, want tijdens mijn ziekte is er in een van onze Tehuizen ingebroken met het noodlottig gevolg dat er ruim ƒ 38 ontvreemd werd. De zaak is thans in onderzoek bij de politie die den dader op het spoor schijnt, maar gewoonlijk wordt de dader nog wel gevat, het geld echter is weg.
Eindelijk moet de leider een man zijn, die den christelijken geest van het Tehuis hoog houdt en den moed bezit om te bestraffen en te waarschuwen wanneer anderen in strijd met dien geest handelen; dat is niet altijd even gemakkelijk, want dikwijls is die andere een meerdere; en nu is er heel veel moed en getrouwheid, heel veel takt en zelf beheersching noodig om als mindere een meerdere te waarschuwen. Toch wordt dit van onze leiders geëischt, omdat anders de christelijke geest uit het Tehuis binnen enkele dagen verdwenen is en het Tehuis zelf ontaard in een cantine. Ten slotte moet de leider de bekwaamheid bezitten om des avonds het Tehuis te kunnen sluiten d. w. z. een gedeelte van Gods Woord te lezen en een kort gebed uittespreken, iets waar tegen de meeste leiders verbazend opzien en waarom ik vrees, dat het helaas niet altijd gebeurt. Toch dring ik er altijd op aan dat het gebeuren zal. 't Geeft een bepaalde wijding, en de mannen gaan zoo geheel anders naar hunne kwartieren als zij gemeenschappelijk gebeden hebben als dat zij zonder gebed uit elkander gaan. Ieder zal nu eenigermate kunnen begrijpen hoeveel er vast zit aan het bezetten van een 20 tal Tehuizen met nieuw personeel.
Is deze zaak geregeld en zijn de menschen voor elk Tehuis aangewezen en aangevraagd, dan komt de kwestie van de overplaatsing der overbodig geworden Tehuizen aan de orde. Ditmaal waren het er 3, die alle recht van bestaan verloren. Het eene in Sprundel, het andere in Ruephen en het derde in Achtmaal. Niet dat deze kantonnementen niet meer belegd werden, maar zij werden ditmaal belegd met Limburgers en daaronder bevonden zich zoo weinig protestanten, dat het de moeite en de kosten niet loonen kan er een Tehuis te laten voortbestaan, dat alleen aan huur ƒ 5.— per week kost. Bij onderzoek naar het aantal protestanten in de zoo even genoemde kantonnementen aanwezig, bleek dat in het eene er 4, in het andere 8 en in het derde ook 4 protestanten aanwezig waren. Zijn deze nu toevallig alle opwacht of met verlof dan is er niemand. In de drie genoemde plaatsen moest dan het Tehuis opgeheven worden. Nu doe ik dat niet gaarne, omdat ik daardoor de beschikking over deze localiteiten verlies en ik niet zeker ben, gezien den langen duur van de mobilisatie, dat ik later in deze kantonnementen weer geen Tehuizen zal moeten oprichten. Maar al die maanden 5 gulden huur per week te betalen is mij toch te kras, en derhalve heb ik ze allen los gelaten.
Maar waar nu heen met die tafels, banken, petroleumstellen, lampen, boeken en alles wat tot den inventaris van een Mill. Tehuis behoort? Die kunnen weer gebruikt worden op die plaatsen waar nog geen Tehuis is en waar er thans een moet worden opgericht.

De Veldprediker

P. S. Ik ontving tijdens mijn ziekte te 's Gravenhage van N. N. ƒ 5.—. Van een zuster der gemeente ƒ 5.—, van een broeder uit Leiden ƒ 5.— voor het Mil. Tehuis in Urnbergen, waar hij vroeger zooveel gunst genooten had en ƒ 1.— uit de collecte. Ik zal voorloopig niet zooveel spreekbeurten kunnen vervullen. Daarom een dringend verzoek: vergeet uwe mildadigheid jegens dit heerlijke werk niet.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 maart 1917

De Wekker | 4 Pagina's

Indrukken en Ervaringen CII

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 maart 1917

De Wekker | 4 Pagina's