Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Frankrijk (79)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Frankrijk (79)

De kracht des geloofs (384)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Niet lang daarna stond Alexander voor zijn rechters te Lyon en hoorde over zich het vonnis des doods uitspreken. Dit vonnis bracht groote ontroering bij de protestanten te Lyon, die hun geliefden leeraar bezwoeren tegen dit vonnis appèl aan te teekenen. Ze herinnerden hem aan het voorbeeld van den grooten Apostel Paulus, die zich op den Keizer beriep en daardoor, onder het bestuur des Heeren, voor zeer velen te Rome ten zegen werd. Alexander voldeed aan dien aandrang en de prediker werd onder bewaking van een kapitein en eenige dienaren naar Parijs gevoerd.
Die kapitein was een rechtschapen man. Hij liep naast den gevangene en deed hem onderscheiden vragen. Alexander vertelde hem, waarom hij was gevangen genomen, sprak tot hem over de leer der zaligheid, zooals hij die had gepredikt. Die woorden werden door den Heere gezegend en vóór men Parijs had bereikt, was de kapitein gewonnen voor die waarheid, die hij te voren nooit had gekend. Doch Alexander sprak ook elk der bedienden aan en wees hen op hetgeen ieder moet kennen tot zaligheid. Als men des avonds in een herberg een nacht-logies bestelde, waren daar vaak onderscheiden menschen vereenigd en de kapitein stond den gevangene toe, het woord tot ten te richten. Zoo ging het heel den weg over. Alexander's tocht naar Parijs geleek op die van Luther, toen hij van Wittenberg naar Worms reisde, en eerst de eeuwigheid zal openbaren voor hoevelen dit door den Heere ten eeuwigen zegen gemaakt werd.
Te Parijs aangekomen, werd Alexander in den kerker gebracht. De protestant n te Lyon hadden gehoopt, dat Frankrijk's koning zich voor hun leeraar zou interesseeren. Maar ze bedrogen zich! Frans I heeft in elk opzicht getoond een man te zijn, zonder eenige zelfstandigheid, die nu eens, om zijn macht te toonen, de protestanten voortrok, maar ook dan weer, in lauwheid verzonken, de Roomschen vrij spel liet. Hij werd niet geleid door vreeze Gods, doch door eigen willekeur. Daarom verhinderde hij niet, dat Alexander gesteld werd voor den rechtbank van het parlement.
De rechters eischten van hem, dat hij zijn medeplichtigen zou noemen.
„Ik heb geen medeplichtigen!” was 't antwoord. „Als ik Gods Woord predik, sta ik alleen, wat menschenhulp betreft. De Heere is mijne Sterkte!”
Om het weigeren namen van anderen te noemen, werd de gevangene gebracht in de kamer der pijniging. „Doe hem de scheenschroeven aan!” sprak de president van den rechtbank. Dadelijk brachten de beulen planken en wiggen, die zij aanwendden, om de beenen vast te klemmen. De pijn was weldra zoo hevig, dat de rechters hoopten hem daardoor tot rede te hebben gebracht.
De president gaf den beulen een wenk, op te houden.
„Noem uwe medeplichtigen!” sprak de president opnieuw, doch ook Alexander gaf hetzelfde antwoord als te voren.
De pijniging begon opnieuw en met grooter ruwheid De beulen klemden de planken en wiggen met zooveel woede, dat Alexander's linkerbeen brak. Hij slaakte een kreet en riep uit: „O Heere! er is in die mannen noch medelijden, noch barmhartigheid, dat ik die dan in U vinde!”
„Gaat voort!” riep het hoofd der beulen. Alexander, die onder de omstanders Budé had opgemerkt, sloeg een zachten, smeekenden blik op hem, en zeide: „Is er hier geen Gamaliël, die de wreedheid, waarmede men mij behandeld, zou willen verzachten ?”
Budé, de beroemde geleerde, de rechtschapen man, do voorstander van de letteren en dus van het vrije onderzoek, die de Protestanten deswege genegen was, maar gekenmerkt wordt door groote besluiteloosheid, hield de oogen op den gevangene gevestigd en verwonderde zich over diens geduld en standvastigheid.
„Het is genoeg!” riep hij uit, „men heeft hem al te zeer gepijnigd! Gij moet voldaan zijn hiermede!”
Het woord van Budé had in het parlement groot gezag, want de achting, die men hem toedroeg, was niet alleen algemeen, maar ook wezenlijk groot. Daarom werd op zijn bevel ook de tweede foltering gestaakt.
De beulen namen den martelaar op en droegen hem verminkt naar den kerker.
Hoe geweldig de pijn ook geweest was, toch was Alexander niet versaagd; — 't was hem eene eere om Christus' wil smaadheid te lijden, alsmede gevangenis en pijniging te dragen. In den kerker teruggevoerd, smaakte hij de vertroostingen des Heeren en werd ongemoeid gelaten, tot hij ten minste zoo ver was hersteld, dat hij weer staan kon.

K. (Kampen) V.

(Wordt vervolgd.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1917

De Wekker | 4 Pagina's

Frankrijk (79)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1917

De Wekker | 4 Pagina's