Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Luther, Calvijn, de Kock en de Kerkhervorming (VI)

Bekijk het origineel

Luther, Calvijn, de Kock en de Kerkhervorming (VI)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En dit is de overwinning, die de wereld overwint, namelijk ons geloof. I Joh. 5: 4b.

Op een kouden Decembermorgen van 't jaar 1520 gingen een groote menigte menschen te Wittenberg in de richting van de Elsterpoort. Immers het was spoedig wijd en zijd bekend geworden, wat op den vroegen morgen van den 10den December aan de muren der universiteit was aangekondigd. Luther zou des voormiddags te negen uur de pauselijke bul buiten de stadspoort verbranden, en ieder werd uitgenoodigd om daarbij tegenwoordig te zijn. Wat toch was geschied? 20 Juni 1520 was door den Paus een bul uitgevaardigd, die den banbliksem over Luther slingerde, wanneer hij niet heel spoedig herriep. Hoort, hoe deze bul aanvangt! „Sta op o Heere, sta op, richt uw zaak en zie den smaad aan, dien dolzinnigen zonder ophouden zich tegen U veroorloven! Sta op, o Petrus! gedenk uwe heilige Kerk, de moeder aller kerkert, de Koningin des geloofs! Sta op, o Paulus! want een nieuwe Perphyrius tast uwe leerstellingen en de heilige pauzen onzer voorgangers aan! Staat ook op, vergadering der heiligen! heilige Kerk van God! en verleen uw voorbede bij den Almachtige!”
Na dezen gezwollen aanleg gaat do Paus er toe over om Luthers geschriften en leer als verderfelijk, schandelijk en besmettelijk te veroordeelen en eindigt dan deze bul aldus: „Zoodra deze bul afgekondigd zal zijn, zullen de bisschoppen ijverig onderzoek doen naar de schriften van Martinus Luther, welke deze dwalingen bevatten en die openlijk en plechtig verbranden, in tegenwoordigheid van geestelijken en leeken. En wat Martinus zelf betreft, wat hebben wij niet al gedaan? Doch in navolging der lankmoedigheid van den almachtigen God, zijn wij nog bereid hem weder op te nemen in den schoot der Kerk en staan hem zestig dagen toe, binnen welken tijd hij ons zijne herroeping kan toezenden in een verklaring, door twee prelaten van hun zegel voorzien. Of anders kan hij zelf naar Rome komen, het welk ons nog veel aangenamer zou zijn, opdat niemand eenigen twijfel kunne voeden over zijne onderwerping. Intusschen en van dit oogenblik aan, moet hij ophouden te prediken, te leeren en te schrijven en zijne werken aan de vlammen te offeren. En zoo hij binnen zestig dagen niet herroept, veroordeelen wij hiermede hem en zijne volgelingen als openbare en halsstarige ketters.”
Deze bul nu, plus enkele kerkrechterlijke geschriften, werden den 10 Dec. 1520 aan de vlammen prijs gegeven. Zie, hoe hoog buiten de Elsterpoort de vlammen oplaaien. Tal van studenten, professoren en een groote menigte had zich om den houtmijt geschaard, en toen een van de oudste hoogleeraren den brandstapel had aangestoken, trad de geloofsheld in het ordekleed van de Augustijner-monniken naar voren! Wat vastberadenheid in dat oog! Wat diepte van overtuiging in die vastheid van stem! Hoe onverschrokken is geheel dat optreden! Reeds worden het kanonieke recht en sommige geschriften van zijne grootste bestrijders in het vuur geworpen, en als deze boeken tot asch verteerd waren, hief Luther de bul in de hoogte en zeide: „Daar gij den heilige des Heeren bedroeft hebt, zoo vertere u het eeuwige vuur”. Daarop wierp hij de bul in de vlammen.
Dat dit een forsche daad van Luther is geweest, begrijpt ieder en niemand heeft dit beter verstaan en gevoeld dan Rome. De breuk met Rome was onheelbaar geworden, — de klove niet meer te dempen. Maar al is dit voor ieder daghelder, daarom mogen wij, gelijk geschied is, deze daad niet maken tot het karakteristieke feit van de Reformatie. En evenmin is het aan te toonen, dat Luther bier een wel doordachte, wel overwogen kerkrechterlijke handeling heeft verricht. Noch Luther zelf, noch tal van beroemde historiekenners hebben ooit zulk een centrale beteekenis aan de daad van 10 Dec. 1520 toegekend! Luther zelf slaat het verbranden van boeken en decretaliën niet zoo hoog aan. In 1520 schreef hij in zijn geschrift „Tegen den bul van den Antichrist” o. m, ook dit: „Boeken te verbranden, 't is een zoo gemakkelijke zaak, dat zelfs kinderen dit kunnen doen. Maar zij mogen gerust mijne boeken vernietigen: Want al wat ik gewenscht heb, 't is de zielen te brengen tot de Bijbel, zoodat zij verder mijne schriften zouden kunnen ontberen. Groote God! zoo wij de Heilige Schrift kennen, wat behoefte zou er dan nog bestaan aan geschriften van mij?” Hoe duidelijk, dat Luther niet in het verbranden van enkele geschriften, maar in Gods Woord heel de beteekenis van zijn optreden als Reformator zag. En wilt gij zijn oordeel over de daad van 10 Dec. 1520, luister dan wat hij den volgenden dag op zijn college met hooge nadruk heeft betoogt. „Zijt op uwe hoede tegen de wetten en instellingen van den paus. Ik heb zijn besluiten verbrand, maar dat is slechts kinderspel. Het is tijd, meer dan tijd, dat de paus zelf verbrand worde, dat is, de zetel van Rome met al zijne leeringen en schandelijkheden.” En dan toch 10 Dec. 1520 de gedenkdag der Hervorming, omdat toen enkele kerkrechtelijke bescheiden ten vure zijn gedoemd?

A. (Amsterdam) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 oktober 1917

De Wekker | 4 Pagina's

Luther, Calvijn, de Kock en de Kerkhervorming (VI)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 oktober 1917

De Wekker | 4 Pagina's