Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

D.C. v. S. te V. Dat de herders in Efrata's velden den engel gezien hebben, die hun de geboorte van den Heere Jezus aankondigde, is duidelijk: „Een engel des Heeren stond bij hen” Lukas 2:9. Dat zij ook gezien hebben „de menigte des hemelschen heirlegers”, is, dunkt ons, wel aan te nemen. Te bewijzen is het niet, of men moest er den nadruk op leggen, dat die menigte „met den engel” was.

Idem. Is de H. Geest in Zijne werking enkel tot troost voor des Heeren kinderen en niets meer?
Waarschijnlijk grondt deze vraag zich op Joh. 14:16, waar van den Heiligen Geest als van een anderen Trooster gesproken wordt. Trooster beteekent hier zooveel als: Voorspraak.
Nemen we de benaming Trooster in den ruimsten zin, niet slechts als troostbieder maar ook troostbewerker, dan kunnen voorzeker al de werkingen van den Heiligen Geest in den geloovige onder „troosten” worden saamgevat. Ook die, welke hem smart veroorzaken, gelijk het toch is in het ontdekkend werk. Wanneer de geloovige gebukt gaat onder het Godsgemis, is dit werk des Heiligen Geestes, — op zichzelve geen troost, maar wel leidende tot den waren troost.
De wereld kan dien Geest niet ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet. Joh. 14:16.
Toch overtuigt deze Geest de wereld van zonde, gerechtigheid en van oordeel. Joh. 16:8—11.
Zal dit altijd tot zaligheid zijn?
De concientie-overtuiging ligt niet buiten werking des H. Geestes; zij is echter daarom niet zaligmakend.
Misschien wil vrager nader toelichten, wat hij eigenlijk met zijne vraag bedoelt.

L. K. te W. In 2 Samuel 20:1 lezen we:Toen was daar bij geval een belialsman.Daar toch alles onder de voorzienigheid Gods geschiedt, is mij dit niet duidelijk. Zijn er nog meer plaatsen in de Schrift waar van „bij gevalgesproken wordt?
In Ruth 2:3 lezen we: „En haar viel bij geval vóór een deel des velds van Boaz.”
In 2 Sam. 1:6 zegt de Amalekiet: „Ik kwam bij geval op het gebergte Gilbόa.”
In Luk. 10:31 „En bij geval kwam daar een zeker Priester dien weg af.”
Van toeval is in de Schrift als van iets, dat zonder eenig bestier zou plaats hebben, geen sprake. Toeval als zoodanig bestaat niet, want alles ligt onder het voorzienig bestier des Heeren, zonder wiens wil geen muschje valt op het dak, geen stofje vervliegt.
Ook wij spreken toch nog wel eens van toeval, ook al gelooven we van heelerharte in de voorzienigheid Gods, dan n.l. als er dingen gebeuren, opmerkelijke, die we niet verwachtten, die ons door hun samentreffen min of meer verbaasd doen staan. Onwillekeurig zullen dan soms juist onze gedachten zich richten naar Gods voorzienigheid, ter verklaring.
Nu was het voor Ruth eene door haar niet berekende zaak, dat zij op Boaz' veld komt, daarom: bij geval. Zoo ook 2 Sam. 1:6. De man doet het voorkomen, dat bij niet met opzet op het gebergte Gilboa kwam. 2 Sam. 20:1. Het trof zoo, dat daar juist was een belialsman. De priester in Luk. 10:31 is niet den weg opgegaan, om den verslagene te ontmoeten. In al deze gevallen is er geen opzettelijk door den mensch gelegd verband. Het verband wordt eerst later opgemerkt. De grond er van ligt in de regeering des Heeren.

G. de V. te Z. Wat beteekent het woord wedergeboorte in Matth. 19:28?
Drieërlei woorden of uitdrukkingen in het oorspronkelijke zijn door de onzen met wedergeboorte vertaald.
In Joh. 3 beteekent wedergeboorte een „van boven geboren worden”, hetgeen wijst op den oorsprong des nieuwen levens; in I Petr. 1:3 een „naar boven geboren worden”, hetgeen wijst op het doel des nieuwen levens. De wedergeboorte in Matth. 19:28 is niet de schenking van het nieuwe leven aan een dooden zondaar, maar de wederoprichting, waarin een nieuwen hemel en een nieuwe aarde zullen zijn. Door den val is geheel de natuur ontheiligd; als vrucht van Christus Borgwerk zal ook alles vernieuwd, wederom geboren worden.

d. H. (den Haag) L.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1918

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1918

De Wekker | 4 Pagina's