Brieven uit het Zuiden 1918 (19)

Er verscheen bij de Firma F. Callenbach te Nijkerk een boek onder den titel van „De Boef”. Zeker een zonderling opschrift, dat echter verklaard wordt door den schrijver, die in dit boek zijn eigen levensgeschiedenis beschrijft, 't Is geen geleerde, maar een eenvoudige schoenmaker, die hier aan 't woord is, en die zoo goed als hij kan, op zonderlinge wijze, zijn geschiedenis beschrijft, die op zonderlinge wijze, bij de drukpers terecht kwam. Later komen we wellicht nog wel met een enkel woord op dit boek terug. 'k Wil er nu alleen dit woord van zeggen, dat de schrijver een misdadiger is geweest, die 15 jaar in de gevangenis heeft doorgebracht, en eindelijk weer als vrije man in de maatschappij is teruggekeerd. Maar, nu had de man zijn misdaad beleden en de welverdiende straf daarvoor gedragen, en kwam inderdaad als een gunstig veranderd mensch terug, doch vond noch in zijn vrouw, noch in zijn kinderen, noch bij anderen, anders dan minachting en verachting. Dat men maar niet op eens tegen zoo iemand kan zijn, alsof er niets gebeurd is, dat is verklaarbaar. Maar als er voor een berouwhebbend zondaar nog genade bij God is, mogen menschen tegenover hunne medezondaren niet onvergeeflijk zijn. Men heeft onder christenen ook menschen met allerlei karakters. Maar allertreurigst is het, als men één slecht voorbeeld heeft, en om dien éénen, nu allen met dezelfde maat gaat meten. Dat men, door al te gunstig te denken over iemand, die zich een ongelukkige noemt, wel eens teleurgesteld uitkomt, is echter ook vaak bewezen. Vooral tegenwoordig, nu tengevolge van den oorlog het aantal misdaden bij den dag vermenigvuldigt, stelen, rooven, inbreken, liegen en bedriegen, woekeren en meer dergelijke gruwelen, steeds aan de orde van den dag zijn. Gedurig leest men van gevangenissen, dat er geen plaats meer is om de misdadigers te bergen. Vandaag wordt deze en morgen weer een ander de dupe van allerlei list en sluwheid, waardoor men anderen tracht te berooven en ongelukkig te maken. Van zakenmenschen hoort men gedurig de waarschuwing: wees voorzichtig, want niemand is te vertrouwen.
De schrijver van het genoemde boek „De Boef” merkt zeer terecht in zijn boek op, dat er veel „boeven” in de gevangenis zitten, maar dat er nog veel meer en nog veel grooter „boeven” buiten de gevangenis omzwerven, waaronder sommigen, die zich bij oogenblikken, als het hun te pas komt, nog heel vroom en godsdienstig weten voor te doen. In den regel zijn dit menschen van het allerlaagste gehalte, die de godsdienst trachten te gebruiken om hun medemenschen te bedriegen. Dat zijn echte leerlingen van den duivel, die zich ook vroom weet voor te doen, zoo zelfs, dat hij met het zwaard des Geestes gewapend komt en zegt: „er staat geschreven!” Gelukkig, die met een Paulus zeggen kan: zijn listen zijn ons niet onbekend. De les die de Heere Jezus aan Zijne discipelen gaf, om oprecht te zijn als de duiven, en voorzichtig als de slangen, is voor ieder christen ter behartiging ten zeerste aan te bevelen.
Met den oorlog kwam het nog maar niet tot een beslissing. 't Is vreeselijk zooals er gestreden en geleden wordt. Bergen met lijken overdekken gedurig de slagvelden. 't Heet nu van alle kanten: er op of er onder! Landen nog niet direct in den oorlog betrokken, hebben het uiterst moeilijk. Ook in ons land begint het steeds meer te spannen met den honger. Geen vleesch, geen spek en uiterst weinig vet, wordt natuurlijk het eten, dat er nog is, steeds schraler. Erwten en boonen bijvoorbeeld is goed eten, maar als men alles slechts uit water opgeschept, moet eten, gaat men dit spoedig, als men het nog heeft, alleen uit nood gebruiken. We zeggen niet te veel als we beweren, dat er al ontzettend geleden wordt. Dat men daarbij gedurig nog hoort van massa's eten, dat bederft, omdat het niet naar behooren wordt verzorgd, is vreeselijk. Wie daarvoor verantwoordelijk is, heeft veel voor zijn rekening. De oordeelen Gods drukken zwaar op de volken. Om onzer zonden wil komen die oordeelen over ons. Heilige de Heere Zijne oordeelen, opdat de inwoners der wereld gerechtigheid mogen leeren, en wij, buigend onder de slaande hand des Almachtigen, onzen Rechter om genade bidden.

W.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen