Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

M. J. v.d. K. te B. Is er in onze belijdenis omtrent God en Satan geen dualisme? Wij belijden het bestaan van een almachtig, alomtegenwoordig, eeuwig en oneindig God en toch gelooven wij in de werkelijkheid van Satan, zonde en zonde gevolgen (alle ellende, ja, de verdoemenis zelve, volgens onzen catechismus). Wanneer nu de algoede en alwijze God oneindig en alomtegenwoordig is, hoe moet ik dan verklaren, dat er in werkelijkheid disharmonie kan bestaan?
We moeten met het gebruik van vreemde woorden voorzichtig zijn, anders geven we ze soms een te beperkte of te uitgebreide draagruimte. Twee tegenover elkander staande begrippen vormen nog geen dualisme. Zoo is de mensch niet dualistisch, omdat hij bestaat uit stof en geest. Stof en geest vinden hun eenheid in den mensch zelf. Eerst dan kan van zuiver dualisme sprake zijn, als beide geheel onafhankelijk van elkander bestaan. Er kan geen eeuwig kwaad zijn in den zin, waarin God eeuwig is, dus van eeuwigheid tot eeuwigheid naast Hem en in strijd met Hem voortbestaande. De Satan is geen god, maar schepsel en het kwaad is niet van eeuwigheid, maar is geworden. Hoe? Wij weten het niet. De brief van Petrus leert ons, dat de engelen (geschapen geesten) hun beginsel, d.i. hun toegewezen taak of heerschappij, niet bewaard hebben, maar het hebben verlaten. Wanneer? Niet vóór, maar na de schepping. Alzoo heeft het kwaad een begin gehad. Dit alles klaar te maken voor het verstand is onmogelijk. De oorsprong van het kwaad te verklaren, ligt buiten ons. De Schrift stelt ons voor het feit van des duivels bestaan en voor dat van het bestaan van zonde en ellende. Wie de werkelijkheid van Satan, zonde en ellende loochent, miskent niet slechts de ervaring, maar verwerpt Gods Woord. Dat doet, schermende met den Bijbel, de Christian Science, welker producten u tot uwe vraag brachten. Dat schermen met den Bijbel is juist het gevaarlijke. Dat geeft aan de Christian Science haar Christelijk tintje. Maar de God des Bijbels, de Vader van onzen Heere Jezus Christus, is de God des Scientisten niet. Zij zijn in waren zin pantheïstisch, hun denkbeeld van God een vervagend begrip, geene persoonlijkheid. Jezus Christus is niet de Middelaar, gelijk de Schrift het ons leert. Hadde Hij de Christian Science gekend, Zijn lijden ware geen lijden geweest, Zijn sterven geen dood. Hij had dan ook nooit kunnen spreken van verdoemd worden, in tegenstelling van zalig worden, van geen eeuwige vreugde tegenover eeuwige pijn en smart lijden in de hel. Christus is dus de Waarheid niet. De Waarheid is de leer van Mrs. Mary Bakes.
Dat die leer er in wil, laat zich begrijpen.
1∘. Zij komt tot den mensch met de belofte van opheffing aller kwalen en ellenden, die zij niet als vrucht of rechtmatige straf, maar als iets onwezenlijks beschouwt. Volgt de regelen der Christian Science, geloof haar onvoorwaardelijk en — gij zijt niet ziek meer, gij hebt begrepen, dat de pijn maar inbeeldig was.
2∘. Om de eeuwigheid behoeft ge u zoozeer niet te bekommeren. Alleen het goede is blijvend, het overige is slechts waar; de eeuwigheid kan, als zij iets oplevert, voor niemand iets kwaads beteekenen.
3∘. Een rechtvaardig God, heilig, wrekende de zonde en die voor de Zijnen het hoogste recht in Christus Jezus geoefend heeft, bestaat eigenlijk niet. Immers, als zonde en ellende niet wezenlijk zijn, dan ook niet de heiligheid.
4∘. Deugdzaam door eigen toedoen willen de menschen altijd nog wel zijn.
5∘. De Christian Science heeft geen plaats voor de genade.
Wat blijft er over van de Schrift? Wat van de werking des Heiligen Geestes? Wat van het Borgwerk van Christus? Wat van de liefde Gods? Zij scheppen zich een God naar hun beeld en naar hunne gelijkenis. En wie met hen dien god aanbidt, zal met hen de realiteit der eeuwige verdoemenis aan lichaam en ziel ervaren.
Weg met de lectuur der Christian Science uit onze woningen!
„Tot de wet en tot de getuigenis!”
Naar het Woord terug, de openbaring van den waarachtigen God!

d.H. (den Haag) L.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1918

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1918

De Wekker | 4 Pagina's