Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoofdstuk IV. Wat de reformatie ons schonk (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoofdstuk IV. Wat de reformatie ons schonk (4)

Onze Kerkregeering (VIII)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zoo kwamen dus door de reformatie naast het pauselijke vele stelsels van kerkregeering op. Het presbyteriale in de kerken van Gereformeerde belijdenis, het territoriale in de Luthersche landskerken, het episcopale in de Engelsche staatskerk, en het independentische in de vrije of congregationalistische kerken, die overigens Gereformeerd in de leer waren.
In de achttiende eeuw kwam nog een ander systeem van kerkregeering op, hetwelk den naam draagt van collegiaal. Dit stelsel is het eerst geleerd door Christoffel Mattheus Pfaff en later door Masheim ontwikkeld. Naar de beginselen van dit systeem is het kerkrecht ingericht, dat sedert 1816 in de Nederlandsche Hervormde Kerk geldende is. In dit jaar toch werd in de Ned. Herv. Kerk de kerkregeering veranderd op last van Koning Willem I. De Dordtsche Kerkorde werd ter zijde gesteld en een reglement op de inrichting en het bestuur der Ned. Herv. Kerk ingevoerd. Door deze invoering werden de aloude Gereformeerde Kerken in ons land omgezet in een synodaal genootschap, bestuurd door een college van personen, hetwelk den naam van Synode kreeg, hoewel het in den grond der zaak geen Synode maar een synodaal bestuur was.
Het collegiale systeem is principieel onderscheiden van al de andere stelsels. Het pauselijke gaat uit van de ééne onverdeelde wereldkerk met een paus aan het hoofd, het territoriale of Luthersche van de landskerk, met den vorst des lands aan het hoofd, het presbyteriale van de plaatselijke kerk, bestuurd door den kerkeraad en het independantische van iedere groep geloovigen, maar het collegiale kent geen Kerk als uitgangspunt. Het gaat uit van het begrip „vereeniging van personen,” die vrijwillig saamkomen om eene godsdienstige vereeniging te stichten, welke dan den naam van Kerk ontvangt, doch geboren is uit eene vrije wilsdaad van saamkomende personen. Naar dit beginsel is dan de Kerk geen stichting van Christus, maar van menschen, die, als zij willen, bij de gemeente aansluiten, maar ook evenzoo vrijwillig weer hun lidmaatschap kunnen opzeggen, evenals bij eene vereeniging.
Dit stelsel is dus van revolutionaire strekking en erkent noch de staat noch de kerk als van goddelijken oorsprong. De staat is naar de idee der revolutie ontstaan door een verdrag van vrije menschen, die naar eigen willekeur een Overheid kiezen naar meerderheid van stemmen. De Overheid is niet Gods dienaresse, zooals de Schrift leert, maar dienaresse des volks en de volkswil is heer en meester in den staat. Dit revolutionaire idee wordt in het collegiale stelsel toegepast op de kerk. Zij is niet van goddelijke, maar van menschelijke instelling en ontstaat dus door een vrijwillige vereeniging, waarop de Staat dezelfde rechtsbepalingen moet toepassen, welke voor vereenigingen gelden. Iemand kan als lid eener vereeniging bedanken; welnu hij kan volgens dit stelsel als het hem beliefd ook voor het lidmaatschap der kerk bedanken en de Staat geeft hem daartoe volle vrijheid. Hoezeer deze collegiale idee is doorgedrongen onder het volk van Gereformeerde belijdenis, ervaren onze kerkeraden voortdurend. Hoe menigeen, die in eene plechtige ure van belijdenis het ja woord uitsprak, wellicht met een traan in het oog, zegt later zijn lidmaatschap op, alsof het verlaten van Christus gemeente een daad is van vrije keuze, terwijl het in den grond een revolutionaire daad is, in strijd met het Gereformeerde kerkrecht. Evenzoo handelen kerkeraden collegiaal inplaats van presbyteriaal, wanneer zij leden, die cencurabel zijn of lankmoedig moesten gedragen worden, al zijn ze ook wat lastig, eenvoudig rooyeeren alsof de kerk een vereeniging is. Het collegiale stelsel miskent dus het karakter als stichting van Christus.
In den bloeitijd der Gereformeerde Kerk kende men dit collegiale systeem niet. Wanneer leden der kerk zich voegden bij Doopsgezinden, Remonstranten, enz., werden zij eenvoudig onder de tucht gesteld en niet zoogenaamd „geschrapt als lid.” In 1620 bepaalde de Synode van Zuid-Holland, dat zij die tot de Doopsgezinden overgingen, al was op hun leven niets te zeggen, afgesneden zouden worden. In 1623 werden te Amsterdam op 31 December 10 lidmaten afgesneden, die bij de Remonstranten waren aangesloten, omdat zij ondanks alle vermaning zich hadden afgezonderd van de gemeenschap der Geref. Kerk en tot de Arminiaansche en Wederdoopersche vergaderingen gingen. Koelman noemt hen in zijn „Het ambt en de plichten der ouderlingen en diakenen”, pag. 234 met name.
Ook in de rechtspraak wordt naar dit collegiale stelsel geoordeeld. Vóór enkele jaren moest de kantonrechter beslissen over een persoon, die geen hoofdelijken omslag wilde betalen aan de Ned. Herv. gemeente. Die persoon beriep er zich op, dat hij nimmer in de Herv. Kerk belijdenis had gedaan en dus geen lid was. De kerkeraad grondde echter den aanslag daarop, dat die persoon als gedoopte in de Ned. Herv. Kerk te boek stond en dus wèl lid was, zij het dan ook dooplid. De rechtbank sprak uit dat de doop geschied was zonder toestemming van den doopeling, dus zonder zijn vrije wilsdaad en sprak hem vrij van betaling. Volgens het collegiale stelsel zijn dan ook doopleden feitelijk geen leden der kerk, omdat zij niet vrijwillig zijn toegetreden tot de gemeenschap.

's Gr('s Gravenhage) de Br.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 augustus 1918

De Wekker | 4 Pagina's

Hoofdstuk IV. Wat de reformatie ons schonk (4)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 augustus 1918

De Wekker | 4 Pagina's