Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Luther, Calvijn de Cock de Kerkhervorming (XLIII)

Bekijk het origineel

Luther, Calvijn de Cock de Kerkhervorming (XLIII)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

En dit is de overwinning, die de wereld overwint, namelijk ons geloof. I Joh. 5 : 4b.

Een tweede bedenking, die tegen de afscheiding wordt gemaakt, is, dat zij haar kerkbegrip niet heeft ontleend aan de Heilige Schrift, noch te rade wilde gaan bij de uitspraken der Gereformeerde vaderen, maar zich door Labadistische invloeden heeft laten leiden. Labadisme, dat zou feitelijk het grondaccoord der afscheiding wezen. Wanneer bijv. een man als Dr. Kromsigt het karakteristieke in de afscheiding u teekent, dan zegt hij „het eigenaardige van dit Seperatisme bestaat hierin, dat zij het kerkbegrip overspannen en zoo mogelijk evenals de Labbadisten een zuivere kerk zouden willen oprichten.” Nu moet ons zulk een zeggen of schrijven niet al te zeer verwonderen. Immers wat kan de eenvoudige meer afschrikken dan dat de boeman van
’t Labadisme op 't tapijt wordt gebracht. Velen hebben nu eenmaal den naam „Labadist en Labadisme” tot één van die gemakkelijke kracht- en machtwoorden gekozen waarmede zij den tegenpartij trachten uit het veld te slaan. Zonder eenig onderscheidingsvermogen, zonder eenig afdoend bewijs, zonder eenige zweem van ernstige studie wordt dan de naam van Jean de La Badie genoemd en herhaald. Wanneer ge bijv. den nadruk legt op het leven der ziel, op gevoelige genade, op zielverkwikkende bevindingen, wanneer ge den strijdbijl opgraaft om u te stellen tegen versteende verstands eenzijdigheid, dan moet ge u niet te zeer verbazen als ge op de zwarte lijst wordt geschreven en als „ziekelijk” als „doopersch” als „Labadistisch” wordt aangeteekend. Immers, zulk een ontwikkelde bevinding van het zieleleven, die zich kenmerkt door angst over zondeschuld, door diepe boete en berouw, door een vluchten en zuchten tot den Heiland, het behoort in het kader van een Labadist en Piëtist, maar niet op de erve van een gezond Gereformeerd belijder. Mij dunkt onder mijne lezers zullen er zijn, die dit smalend spreken wel eens vernomen hebben.
Welnu, even smalend en ongegrond is het, wanneer men de afscheiding als verstrikt in het wargaren van 't Labadisme voorstelt. Zeker, wanneer men zoo direct optreedt als weleer de predikanten Ds. Hillebrandus Janssonius en Ds. van Eerde, die zelfs onze Gereformeerde belijdenisgeschriften en formulieren als niet vrij van Labadistische gevoelens hebben gebrandmerkt, dan natuurlijk zou ook de afscheiding dit brandmerk dragen.
Wanneer bijv. de belijdenis zegt, dat de kerk is een vergadering van ware Christen-geloovigen, gewasschen zijnde door Christus’ bloed en geheiligd en verzegeld door den Heiligen Geest, dan is dat geen toon, die uit den klankbodem van 't Labadisme opklimt, maar een zilveren snaar van het zuiver Gereformeerd schriftuurlijk belijden. De leer van de La Badie was toch niet, dat de kerk alleen uit ware geloovigen, uit enkel kinderen Gods bestaat? Want dat is het zuivere standpunt onzer Gereformeerde vaderen en derhalve lag de fout van het Labadisme niet in deze waarheid, maar in de conclusie, die hieruit werd getrokken. Was de Kerk een vergadering van ware geloovigen, dan moest eerst door de ambtsdragers, die Gods groote zegelbewaarders zijn, uitgemaakt worden of iemand een waar geloovige is. Men kwam dus eerst op de schaal, de maatstok werd aangelegd, en dan moest het diepe zielbeweeg het „halen”, want anders werd men onherroepelijk uit de Synagoge geworpen. Maar dit pijlen naar verborgen diepe zielsmysteriën, dit oordeel over iemands staat voor de eeuwigheid is nimmer de praktijk der Gereformeerden geweest bij het ontsluiten van de geheiligde erve. De afscheiding stond voorzeker in het teeken „de Kerk is een vergadering der geloovigen”, maar niet iemands wedergeboorte of innerlijke bestaan, maar alleen diens belijdenis en wandel moest hier de doorslag geven. Naar belijdenis en wandel moet de Kerk zich als een licht in de wereld openbaren en uitbannen al wat zich daartegen stelt. Hier is toch zeker geen zweem van Labadisme te bespeuren ook al staat men naar zulk een zuivere kerk, hoewel menschen van de soort van Dr. Kromsigt toch durven schrijven en volhouden, dat de mannen van de Scheiding evenals de Labadisten een zuivere Kerk wilden oprichten! Men weet wel beter! Hoe noemt men ook weer iemand, die de waarheid moedwillig verdraait?

A. (Amsterdam-W.) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1918

De Wekker | 4 Pagina's

Luther, Calvijn de Cock de Kerkhervorming (XLIII)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1918

De Wekker | 4 Pagina's