Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ook een teeken des tijds

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ook een teeken des tijds

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij leven tegenwoordig in een tijd, waarin bijna alle vorm, alle lijn, alle wet zoek raakt. Er is in het leven hoe langer hoe meer iets chaotisch gekomen. Het warrelt alom. De catheders in de Staathuishoudkunde vermeerderen zich en dikke boeken worden door de professoren over dat vak geschreven en wij hebben nog nooit een tijd geboekt van zóó groote catastrophe als heden. Wij hebben onze beroemde koppen in de jurisprudentie of rechtsgeleerdheid en de begrippen van schuld en straf worden al meer uitgewischt. Wij hebben onze doctoren en professoren in de theologie en de massa gelooft niet meer in den Bijbel en weet niet meer wat zonde en genade is. Of, zoo men al zegt voor den Bijbel te buigen en zijne uitspraken te eerbiedigen, dan buigt en dan kneedt en dan vervormt men de Heilige Schrift zoo sterk naar eigen meening, dat velen de Pilatusvraag 't zij weemoedig, 't zij spottend herhalen: „wat is waarheid”.
Daar hebt ge nu de beweging, die als het „feminisme bekend staat. Gij weet, wat daaronder verstaan wordt. Het is het emancipatiestreven om aan de vrouw denzelfden rechtstoestand te verleenen als aan den man. De vrouw moet kunnen medespreken en medewerken op alle terrein des levens. Zij moet het woord voeren in 's lands raadzaal en in de catheder, zij moet treden voor de balie en op den kansel, zij moet haar stem kunnen doen gelden op kerkeraad en Synodes
i.e.w. nergens mag voor haar het tolhek worden gesloten. En meent nu niet, dat wij hier alleen en uitsluitend te doen hebben met een opzet der Socialisten, die met hun vaandel van algemeen vrouwenkiesrecht de wereld doortrekken. Integendeel, ook in den hof der kerk voelt men dezen wind aanwakkeren en zelfs in het huis van het Gereformeerd belijden begint dit streven door de glazen te gluren en treedt het op den dorpel van de voordeur. Natuurlijk niet zoo driest, niet in zulk een vuurroode tabbaard als elders. Dat zij verre. Hier heeft dit streven zich begrensd, hier heeft het het vrome kleed gezocht, waarop de gedenkcedels vele zijn en de uitgezochte teksten zijn gestikt. Hoe — zei voor eenigen tijd een Gereformeerd predikant tot mij: „zijt gij daar ook tegen, dat kunt ge immers niet meer tegenhouden, het zit overal in de lucht. Ge moet een oog beginnen te krijgen voor de historische ontwikkeling der Kerk, in het licht der verschillende Staatkundige stroomingen en dan komt ge er wel.”
Wie onzer stond niet een oogenblik paf, toen hij niemand minder dan de hoogleeraar Bavinck zulke bevreemdende denkdeelden in de Eerste Kamer omtrent de positie der vrouw hoorde ontwikkelen. Wie kan zonder bezorgd te zijn het boek van dienzelfden Gereformeerden professor lezen getiteld: „de vrouw in de hedendaagsche maatschappij”. En wanneer ge het debat gevolgd zijt, dat gevoerd is op „de vereeniging van predikanten van de Geref. Kerken” over het referaat van prof. Bouwman „de dienst der vrouw in de Kerk”, dan begint het u te schemeren.
Al moet met dankbaarheid erkend worden, dat prof. Bouwman opkwam voor de zuiver Schriftuurlijk gedachte, die het stemrecht aan de vrouw ontzegt, de tegenkanting die hij van verschillende zijden ontmoette, zegt meer dan genoeg.
Zoo is er zelfs in den kring der Gereformeerde belijders een snelle (?) afloop der wateren te constateeren. En nu weet ik wel, dat men thans den euvelen moed heeft om te beweren, dat wij tegenwoordig verder zijn dan Paulus, die schreef in de Corinthiërsbrief „dat uwe vrouwen in de gemeenten zwijgen.” Nu is mij bekend, dat men betoogt, „Paulus grondt deze redeneering op Romeinsche en Joodsche en Oud-Testamentische zeden, en thans draagt het historisch millieu een heel ander karakter. Maar dan ziet men toch over 't hoofd, dat Paulus deze redeneering niet grondt op historische gegevens, maar op een Scheppingsordinantie Gods. Lees maar 1 Timoth. 2:12—15.
En als men den grootschen tekst wil aanvoeren „in Christus is noch man noch vrouw” om de pariteit of gelijkheid van man en vrouw aan te toonen, dan zou ik heel naïef willen vragen of dan soms ook voor de Christenvrouw, die in Jezus Christus is, niet meer geldt „met smart zult gij kinderen baren.” Wie voelt hier dan niet aanstonds, dat in dit bijbelwoord geen natuurlijke, evenmin kerkrechtelijke, maar geestelijke verhoudingen worden bedoeld? Principiis obsta — „weersta deze beginselen” — zij het wachtwoord voor Christus Kerk.

A. (Amsterdam-W.) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1918

De Wekker | 4 Pagina's

Ook een teeken des tijds

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 oktober 1918

De Wekker | 4 Pagina's