Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. v. O. te T. Is het wenschelijk, dat bij eene kerkelijke huwelijksinzegening aan het formulier in het geheel geen toespraak of vermaning wordt toegevoegd? Kan Ps. 128 worden weggelaten?
Het is gebruik, aan de huwelijksinzegening een korte toespraak vooraf te doen gaan, in welke toespraak met veel rekening kan gehouden worden dat hetgeen in het formulier slechts even wordt aangestipt. Vanzelf zal deze toespraak zich wijzigen naar de verhouding van het bruidspaar, maatschappelijk, kerkelijk enz. In alle toespraken hetzelfde te zeggen gaat niet. Nu eens zal meer de nadruk gelegd kunnen worden op het huwelijk in zijne beteekenis, voor de samenleving, dan weer meer op de samenleving in het huwelijk, op de plichten tegenover elkander, op de roeping tegenover de kinderen, bovenal op de openbaring van het huwelijksleven tegenover den Heere.
Er moet — en dat kan gemakkelijk, waar de bevestiger het bruidspaar kent — er moet iets eigens, iets persoonlijks in de bevestiging zijn en toch moet de bevestiger zich wachten te persoonlijk te worden.
Als er bij mij, als bevestiger, twijfel is in het hart, of de bruidegom straks als hoofd van het gezin zich wel als priester zal openbaren, is het mijne roeping niet, die twijfel uit te spreken en daardoor aan de belangstellenden een punt van overdenking en verdenking en bespreking en misschien kwaadspreking te bieden.
Roeping is die zaak met de betrokken personen onder zes of acht oogen in het huisbezoek te bespreken.
In het huwelijksformulier, waarvan de overdenking aan hen, die zullen trouwen, dus nog niet trouwen of getrouwd zijn, moet worden aanbevolen, ligt als in een kort bestek alles, wat de gehuwden noodig hebben te weten en te betrachten.
De zaak ligt echter zoo, dat velen trouwen en eerst dan voor de eerste maal het huwelijksformulier hooren. En hoe dan nog?
Of Ps. 128 kan worden weggelaten?
In 't algemeen, neen! Dus, lezen!
Er kan toch echter een leeftijdsgrens zijn, waarop het lezen van Ps. 128 geen zin heeft.

G. Th. te Z. Is de kerkeraad een dienende, dan wel een heerschende macht?
Wat verstaat vrager onder dienen? Kan er tusschen dienen en heerschen nog niet iets liggen? Deze vragen kwamen onwillekeurig in ons op. Vermoedelijk weet vrager zeer wel zelf een antwoord. Toch willen we er iets van zeggen.
De kerkeraad is er, gelijk duidelijk is, om de gemeente, niet andersom! De opzieners door den Apostel gesteld in de verschillende gemeenten, hadden opzicht over haar te oefenen en moesten dat doen, opdat het tot heil der gemeenten zoude zijn. In dezen zin hadden zij de gemeente te dienen. Dat is dus niet een doen van hetgeen de gemeente op een oogenblik goed vindt of aangenaam is, maar wat in het wezenlijk belang der gemeente geacht moet worden. Daarmede zal een kerkeraad de gemeente ook het best dienen, al verstaan we, dat er mogelijk sommigen zijn die dat „heerschen” noemen. We zijn zoo spoedig er bij met dikke woorden. Werden ze minder gesproken en werd er meer eerst degelijk onderzocht en nagedacht, er zou wat minder quaestie zijn. Doet een kerkeraad niet, wat men wil, dadelijk heeft men dat hatelijke „heerschen” bij de hand. De kerkeraad is echter niet geroepen in alles maar te doen wat men van haar wil. Hij is tegenover God verantwoording schuldig en zal voorzeker ook aan de gemeente verantwoording willen doen. Evenwel niet als dienstknecht van de gemeente. We zouden dan een heerschen van de gemeente over den kerkeraad krijgen.
Waar 't goed is, is de kerkeraad de vader der gemeente. Als de kerkeraad niet ingaat tegen Gods Woord en de belijdenis en de bestaande bepalingen, drijve de gemeente niet tot de een of andere handeling.
De kerkeraad heeft een bedienende macht.
Die macht is ook eene regeerende.

d. H. (den Haag) L.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 oktober 1918

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 oktober 1918

De Wekker | 4 Pagina's