Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Troostvol uitzicht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Troostvol uitzicht

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Ik heb hulp besteld bij eenen held.” Psalm 89 : 20b.

Psalm 89 is stellig één der meest bekende liederen uit onzen psalmbundel. Het is een verbondspsalm bij uitnemendheid. Het opschrift draagt den naam van Ethan, den Ezrahiet, een dier wijzen, die vermoedelijk in den tijd van Salomo hebben geleefd. De dichter bezingt in dit lied de heerlijkheid en trouw van Gods verbond, de macht en de majesteit des Heeren, Die de groote Schepper en Regeerder is van 't heelal. Tegenover al de machteloosheid Zijner vijanden, roemt deze vrome Israëliet de macht en de gerechtigheid Zijns Gods. In hoog verheven taal getuigt Ethan daarvan, als hij zegt: o Heere, God der heirscharen! wie is als Gij, grootmachtig o Heere! en Uwe getrouwheid is rondom U. En verder: „Gerechtigheid en gericht zijn de vastigheid Uws troons; goedertierenheid en waarheid gaan voor Uw aanschijn henen”.
Ziende op den treurigen toestand zijns volks, breidt het geloof de vleugelen uit en zegt de dichter: Want ons Schild is van den Heere en onze Koning van den Heilige Israëls. Sprekende van het verbond met David, heeft de Heere in een gezicht van Zijnen heilige gezegd: „Ik heb hulpe besteld bij eenen held.”
Het verbond met David, Zijnen knecht, heeft de Heere bewaard en al Zijne beloften aan dezen gezalfden Koning bevestigd. Uit alle nooden is David gered. Dapper als een held, die daar treedt door het slijk der straten, is in hem allerduidelijkst gebleken: is de Heere met ons, dan hebben we geen kwaad te vreezen. David was een type van Christus, en alleen in Hem komt ook dit woord tot zijn volle kracht, als de Heere door den mond Zijns dienaars getuigt: „Ik heb hulp besteld bij eenen held.” Profetieën hebben veelal een historischen achtergrond. De historie dient om door het mindere ons tot het meerdere op te leiden. De uitnemendheid van Koning David, die in de hand des Heeren zulk een rijken zegen was voor Israël, komt hier dan duidelijk bij uit; Davids zegenrijke regeering was slechts voor een tijd, maar Davids zaad zal in der eeuwigheid zijn.
Christus is de groote Davids spruit, gelijk de profeten van Hem getuigen, en als Christus in het vleesch verschijnt wordt Hij gezegd uit het geslacht en uit het huis van David te zijn. Zeker, onder menschen zijn helden geweest, gelijk ook Koning David een held was, maar wat is de grootste en de voortreffelijkste van allen die ooit hebben geleefd, in vergelijking met Hem, die de Eeniggeborene des Vaders is, vol van genade en waarheid.
Al aanstonds blijkt de geheel eenige grootheid van Gods Zoon, als we denken aan hetgeen een engel omtrent Hem voorspelde aan Maria, met te zeggen: Deze zal groot zijn en de Zoon des Allerhoogsten genaamd worden en God de Heere zal Hem den troon van Zijnen vader David geven, en Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn in der eeuwigheid en Zijns Koninkrijks zal geen einde zijn. David is als Koning opgetreden tegen de Filistijnen en andere aan Israël vijandige volken en heeft ze overwonnen, maar Christus, het ware zaad van David is opgetreden tegen Satan en tegen al de machten van de hel, en hoe is aan Hem op geheel eenige wijze het woord der belofte vervuld: „Ik heb hulp besteld bij eenen Held. Dat was in Gods eeuwigen en wondervollen raad van eeuwigheid besloten. De eerste aankondiging er van lezen we in de Paradijsgeschiedenis, waar de Heere de belofte doet van het vrouwenzaad, dat de slang den kop zal vermorzelen.
Die belofte wordt door den Heere gedurig herhaald, uitgebreid en aan de profeten aanschouwelijk voorgesteld, zoodat een Jesaja al kan spreken alsof dat kindeke al geboren en die Zoon al gegeven was, Die eerst in de volheid des tijds de menschelijke natuur aannam, toen het Woord vleesch is geworden en onder ons heeft gewoond. David is door Samuël met heilige olie gezalfd, maar Christus is van eeuwigheid gezalfd niet met olie, maar met den Heiligen Geest. Ik, is hier God de Vader, van Wien die bestelling en verordineering is geschied. De voorwerpen voor wie zijn menschen, geen engelen, maar zondige menschen, kinderen van Adam. Eer iets van hen begon te leven, was alles in Gods boek geschreven. Paulus getuigt van de geloovigen, dat zij verordineerd zijn van voor de grondlegging der wereld. Hij moest den naam dragen van Jezus, want Hij zou Zijn volk zalig maken van hunne zonden.
Hulp besteld bij eenen held. Wat zou er van geheel het geslacht van Adam zijn geworden, had God de Heere zich daarover niet ontfermd? Afgevallen van God, zijnen maker, een rebel en opstandeling geworden tegen zijnen Schepper, onrein en machteloos geworden door de zonde, werd de mensch door den val van Adam, in wien geheel zijn geslacht begrepen was, des eeuwigen doods schuldig. Zoo schuldig, dat niemand zijnen broeder kon verlossen, hij kon Gode zijn rantsoen niet geven. Maar nu heeft God alzoo lief de wereld gehad, dat Hij Zijnen eeniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Dat kan onmogelijk zijn om de waardigheid van den mensch, want allen hebben gezondigd en derven de heerlijkheid Gods. Alleen aan Gods vrije gunst en ondoorgrondelijke liefde hebben we die openbaring van genade, ons in het heilig Evangelie voorgesteld, te danken. Dat is het eeuwig en ondoorgrondelijk welbehagen Gods. Ieder zondaar, die aan zichzelven wordt ontdekt, komt tot de vraag: „Is er nog eenig middel om de straf op de zonde bedreigd te ontgaan en wederom tot genade te komen?” En wie kan buiten God op deze zoo ingrijpende vraag een afdoend, een bevredigend antwoord geven? Daar moet alle wetenschap der wereld voor verstommen. De Wet veroordeelt en verdoemt. God is heilig; Die kan ook van Zijn recht niet afstaan. Maar, en daar ligt het groote wonder der verlossing in, Zion zal door recht verlost worden, en hare wederkeerende door gerechtigheid. Wat onmogelijk is en blijft voor de menschen, dat is mogelijk bij God.
Geen wapenstilstand slechts, maar volle en rechtvaardige vrede wordt gesloten in de offerande van Christus. Vrede wordt verkondigd door het bloed des kruises. Vrede, die Gods kind door het geloof doet roemen: „wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus”. Dat is de vrede, die Gods heilige engelen bij de geboorte van Christus, in de velden van Efratha jubelen doet, als zij God verheerlijkend zingen: „Eere zij God in de hoogste hemelen, vrede op aarde, in den menschen een welbehagen”.
Hulp besteld bij eenen held, — zoo kan dan terecht van Christus worden getuigd, Die den Naam van Verlosser draagt. Verlosser in geheel eenigen zin. Hoe ontzaglijk toch is de macht van den Satan. Hoe vreeselijk is de macht en de heerschappij der zonde en hoe vlekkeloos heilig is God, Die met de minste zonde geen gemeenschap kan hebben. Vandaar, dat bij ontdekkend licht des Heiligen Geestes de zondaar zoo in uiterste nood en verlegenheid kan komen, dat hem niet anders overblijft, dan voor den hoogen God in het stof gebogen, met een verbrijzeld en door schuldbesef geslagen hart uit te roepen: „o God! wees mij zondaar genadig. Dan zeggen we niet meer, dat er menschen zijn nog veel slechter en schuldiger dan wij.
Dan stellen we het ook niet uit om met hart en ziel uit te zien naar verlossing. Dan zoeken we ons ook niet te troosten met de ellende van anderen, maar dan verstaan we, dat een Paulus zich de allergrootste der zondaren kan noemen, wien barmhartigheid was bewezen. Krijgt ge deel aan Jezus en aan Zijne dierbare Middelaarsverdiensten, dan wilt ge uw God wel gaarne de eere geven van alles. Eere dan den Vader, die hulp voor u bestelde, eere den Zoon, die Zich voor u in den dood gaf, eere den Heiligen Geest, die door Christus verworven weldaden u toepast. Die hulpe in den eeuwig gezegenden Verlosser besteld, is een genadige, een almachtige, een getrouwe en volstrekt genoegzame. Van welk een majesteit en Goddelijke kracht getuigt het, als een Levi van den tol, een Zacheus uit den vijgeboom, een Saulus op den weg naar Damaskus geroepen werd en gehoorzaamde.
Laat zich dan maar opmaken wat wil om zulk een mensch te weerhouden van Jezus te volgen, maar koste wat het koste, dan zegt ge immer: geef mij Jezus of ik sterf, want buiten Jezus is geen leven maar een eeuwig zielsverderf. Maar nog meer. Er worden wel hulpbehoevende kinderen, maar geen volwassenen geboren. Op geestelijk gebied is dat evenzoo. En wat doen er zich nu veel moeilijkheden en bezwaren op in het leven, waar Gods kind in zou omkomen, als niet de Heere ook bij den voortgang ons zeggen en zingen deed: De Heer' is mij tot hulp en sterkte, Hij is mijn lied en psalmgezang.
Wij hebben in druk en beproeving, in alle smart en droefenis, niet anders noodig dan de toepassende kracht dezer waarheid, dat er hulp besteld is bij eenen held. Al kwaamt ge dan als het leger van Israël voor de Roode zee, als een Daniel in den kuil der leeuwen, — al bande men u als een Johannes naar een eenzaam eiland van alles verstoken, dan zegt het geloof met een David: met mijn God loop ik door een bende, met Hem spring ik over eenen muur. Afgedacht van alle andere bezwaren en moeilijkheden, allen weten we, dat we eenmaal moeten sterven.
En als die laatste vijand, die te niet gedaan wordt, op ons aankomt, wat kan er dan zelfs bij vrome zielen nog veel vrees en ontroering zijn, Al weet en al belijdt ge dan met geheel uw hart, dat de Heere getrouw is en dat Hij het werk Zijner handen nooit laat varen, dan hebben we niet genoeg aan een blijmoedig opzien naar boven. Als Satan u vervolgt tot voor de poorten des doods, dan valt er niet te redeneeren. Dan is het alleen de Heere, Die u kan sterken en troosten, en Die uw fel bestreden geloof kan sterken. Mag u dit gebeuren, dan zal uw scheepje de branding wel doorkomen. Dan neemt de Heere de vrees weg en scheldt den satan, die dan van u zal vlieden. Dan blijft ge ook niet staren op uwe vele en groote zonden, dan zoekt ge geen gerechtigheid in u zelven, maar dan verstaat ge het groote geloofsgeheim, dat de zaligheid buiten u ligt, en dat het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, ons reinigt van alle zonden. Zoo komen de woorden: Ik heb hulp besteld bij eenen held, volkomen tot hun recht. Er is geen andere weg, er is geen ander middel om te ontkomen aan het eeuwige verderf. Er is maar één Naam onder den hemel gegeven, door welken wij moeten zalig worden. Wie naar wat anders zoekt en op wat anders hoopt, zal bedrogen uitkomen voor de eeuwigheid. Daarom besluiten we met het woord uit deze onderwijzing van Ethan: Welgelukzalig is het volk, hetwelk het geklank kent; zij zullen in het licht van Gods aangezicht wandelen.

W.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 1918

De Wekker | 4 Pagina's

Troostvol uitzicht

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 december 1918

De Wekker | 4 Pagina's