Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

L. H. te V. Is de paus van Rome de anti-christ?
Dat men eertijds (b.v. in den tijd der Hervorming en nog lang daarna) den Paus van Rome hield voor den anti-christ, is te verstaan. Van de wereld had de kerk toen niet te lijden, wel van Rome. Met alle macht vervolgde de Roomsche kerk degenen, die zich aan haar niet onderwerpen wilden, die in plaats van het „ingewikkeld” geloof, door haar geleerd, het eenvoudige geloof, gelijk de Schrift het ons voorhoudt, beleden en beleefden. Te vuur en te zwaard moesten de aanhangers der „nije leere” worden uitgeroeid, en dat eindelijk paal en perk gesteld werd aan de vervolgingen, lag niet aan de verbeterde inzichten van Rome, maar, onder Gods voorzienig bestel, aan de veranderde politieke omstandigheden, die Rome beletten zich te doen gelden, gelijk het wel wilde. Waar het de overhand bleef behouden, ging het voort. Op 't eind der achttiende eeuw rookte nog in Frankrijk de houtmijt, blonk nog het zwaard van den beul voor de Hugenooten. Anti-christ noemde men den Paus, die de spits van Rome vormde. Handelde Rome niet anti-christelijk? En zoo Rome de macht nog eens kreeg, zou het niet weer zich openbaren? Al zijn de zeden uiterlijk zachter, meer gepolijst, innerlijk is de mensch dezelfde als in de 16e en 17e eeuw.
Toch durven we den Paus niet den anti-christ noemen. Wie anti-christelijk handelt is daarom nog niet de anti-christ. Wel een anti christ, gelijk Johannes ook schrijft in zijn eersten brief (2:18): „Kinderkens, het is de laatste ure; en gelijk gij gehoord hebt, dat de anti-christ komt, zoo zijn ook nu vele anti-christen geworden; waaruit wij kennen, dat het de laatste ure is”.
De apostel beschrijft ons den anti-christ in I 2 :22 aldus: „Wie is de leugenaar, dan die loochent, dat Jezus is de Christus? Deze is de anti-christ, die den Vader en den Zoon loochent”. En in 4:3: „Alle geest, die niet belijdt, dat Jezus Christus in het vleesch gekomen is, die is uit God niet; maar dat is de geest van den antichrist, welken geest gij gehoord hebt, dat komen zal, en is nu alreede in de wereld”. En eindelijk II: 7 „Want daar zijn vele verleiders in de wereld gekomen, die niet belgden, dat Jezus Christus in het vleesch gekomen is. Deze is de verleider en de Anti-christ”.
Deze bepaling van den anti-christ is niet op Rome, derhalve ook niet op den Paus van toepassing. Rome belijdt met ons de drieëenheid en geeft met ons uitdrukking van den hoofdinhoud van zijn geloof in de Twaalf Artikelen, de apostolische belijdenis. Rome loochent dus niet den Vader, noch den Zoon en houdt vast aan het feit, dat Jezus Christus in het vleesch gekomen is.
Antichrist wijst eigenlijk aan een tegen-Christus, een verwerper van de geheele openbaring Gods, die in Christus Jezus is; een, die den mensch een anderen weg zal opvoeren, voorgevende, dat hij zoekt des menschen behoud, den weg der godloochening, zonde en ongerechtigheid. En dat zal hij doen, welbewust, wetende tegen wien hij strijdt, wetende, dat hij den mensch ten verderve voert.
De apostel Paulus noemt hem in 2 Thess. 2 : 3, 4 „den mensch der zonde, den zoon des verderfs, die zich tegenstelt en verheft boven al wat God genoemd of als God geëerd wordt, alzoo, dat hij in den tempel Gods zal zitten, zichzelven vertoonende, dat hij God is.” Zijn komst zal zijn tegen de komst van den dag van Christus.
Men heeft onder den anti-christ verschillende beginselen verstaan o. a. het socialisme, anarchisme en het huidige bolsjewisme, dat in Europa veel van zich doet spreken en voor zich doet vreezen. Anti-christelijk zijn deze bewegingen inderdaad. Wij gelooven, dat al de woelingen ook die van onze dagen, voorbereiden de komst van dien mensch, den mensch der zonde, in wien het ongeloof als belichaamd zal zijn, voor wien de volkeren zullen knielen, dien zij zullen gehoorzamen in alles en die openlijk den strijd zal aanbinden tegen den Heere en Zijnen Gezalfde.
Vreeselijk zullen die tijden zijn, maar om der uitverkorenen wil zullen zij verkort worden.

d.H. (den Haag) L.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 1919

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 maart 1919

De Wekker | 4 Pagina's