Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De geschiedenis van Mijnheers Overgrootvader (XVIII)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De geschiedenis van Mijnheers Overgrootvader (XVIII)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De jaren, die volgden op het Engelsche avontuur in Zeeland, gaan we stilzwijgend voorbij Niet, omdat het leven van Cornelis in dien tijd zoo rustig was. Dat kende onrust genoeg. Het was vol van gevaren zoo te land als ter zee, vol van vermoeienis en teleurstelling. Maar bij alles mocht hij ondervinden, dat de Heere hem veilig leidde.
In 1812, toen Cornelis onder Wellington in Spanje diende, ondernam Napoleon het groote plan, dat het begin van zijn ondergang zou zijn. Hij wenschte Rusland geheel aan zich te onderwerpen en mogelijk Engeland door Rusland heen aan te tasten in zijn koloniaal bezit. Een leger van een half millioen werd op de been gebracht — ook vele Nederlanders werden gedwongen mede te trekken — en met dit leger ondernam Napoleon zijn tocht naar Rusland. Ook hier scheen hem de zege te vergezellen. Binnen vier maanden lag Moskou aan zijne weten. Maar Rusland was niet overwonnen. De Russen staken hun heilige stad in brand. Het groote leger moest terugtrekken en dat in den barren Russischen winter terwijl het voortdurend bestookt werd door de Russen. Het leger smolt weg.
Zoo spoedig mogelijk verzamelde Napoleon een nieuw leger. Doch de volken waren ontwaakt. En n 1813 werd hij beslissend verslagen bij Leipzig. Toen Napoleon in Frankrijk terugkeerde, trok Wellington met de zijn en eveneens Frankrijk binnen ever de Pyeneën.
Den eersten Januari 1814 trokken de Rassen, Pruisen en Oostenrijkers over de grenzen van Frankijk. Van alle zijden benauwd moest Parijs zich 31 Maart overgeven. Den 2den April werd Napoleon afgezet en naar Elba verbannen. Cornelis keerde naar Engeland terug.
Hoe gaarne hij ook dadelijk naar Holland was gegaan, om daar mede zich te verheugen in de herstelling van Neerlands onafhankelijkheid en et huis van Oranje, het was hem niet mogelijk. In Maart 1815 eerst betrad hij opniew den Vaderlandschen bodem, maar net om daar rust te genieten na al zijne zwerftochten. Napoleon was van Elba ontvlucht, was weer in Frankrijk en weer was het oorlog.
Cornelis schaarde zich onder de vanen van den Prins van Oranje, die zich, gelijk bekend, naar de Zuidelijke Nederlanden, het slagveld van Europa, begaf.
Daar werd het pleit op den 18 Juni bij Waterloo beslecht Napoleon leed de nederlaag en word later, nadat hij zich aan de Engelschen had overgegeven, naar St. Helena gevoerd.
Deze laatste worsteling was ook de laatste strijd, dien mijn overgrootvader medemaakte. Mede naar Frankrijk trekken, gelijk zoovelen zijneikameraden, kon hij niet. Een kanonskogel had hem den rechtervoet verbrijzeld. Veel pijn moest hij doorstaan, toen hij daa verwond op 't slagveld lag en 't duurde lang, voor hij werd gevonden. Uitgeput door bloedverlies scheen hij te behooren tot de duizenden, wier leven een einde had genomen op de vlakte van Waterloo, Maar neen, hij was gespaard. Liefderijk werd hij verzorgd in een hospitaal te Brussel.
In November 115 keerde hij naar Holland terug en vond daar alles wel geregeld, vol moe en rust. Na al de verwoestingen, die hij had aanschouwd, deed het hem goee te zien, hoe de welvaart haar teeken eer zette op het land, dat hij lief had.
Het was in de avond, dat hij het dorpje bij Utrecht bereikte, waar hij vroeger met zijn tante had gewoond. Bij boer van Ark klopte hij aan.
„Een man op krukken, vader” riep een klein meisje.
„Een man op krukken? Een bedelaar?”
„Neen, geen bedelaar! Ik ben het! Cornells!”
Terstond kwam Van Arkel — niet de vader, van wien Cornelis eens zulk een geduchten schop ontvangen had, maar zijn zoon — voor en begroette Cornelis hartelijk.
Het bleek, dat de nood der tijden een zegen was geworden voor het dorp en zijne bewoners Velen hadden leeren vragen naar de Heere, waarin Cornelis zich zeer verblijde. Maar er was ook heel wat gebed, dat Cornelis droevig stemde. Meer in de helft der jongens, die hij vroeger gekend had, was gevallen in de oorlogen van Napoleon. Bijna in elk huis werd rouw gedragen.
In datzelfde dorp, waar Corneils eenmaal het a-b-c den kinderen had geleerd en in hetzelfde huis zag men jaren daarna nog een meester op krukken, wiens hoogste taak en lust hierin bestond, dat hij de kinderen wees op hetgeen tot hunne zaligheid dienen kon.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 1919

De Wekker | 4 Pagina's

De geschiedenis van Mijnheers Overgrootvader (XVIII)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 mei 1919

De Wekker | 4 Pagina's