Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Indrukken en Ervaringen (33)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Indrukken en Ervaringen (33)

IIe Reeks

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De overleden veldprediker in Algemeenen Dienst Oud-Minister Talma, heeft zich reeds met de geestelijke verzorging van onze militairen in vredestijd bezig gehouden. De laatste maal dat ik hom te Noordwijk aan Zee bezocht, hebben wij er nog breedvoerig met elkander over gesproken en wij waren het hierin tezamen hartelijk eens, dat de geestelijke verzorging in vredestijd anders georganiseerd moest worden, dan in deze mobilisatie. Het instituut der veldpredikers heeft uit organisatorisch oogpunt groote gebreken. Allereerst dat het een instituut zonder leiding was. De veldpredikers werden op voordracht van de kerken door Hare Majesteit de Koningin benoemd, door den opperbevelhebber paarsgewijze ingedeeld, een orthodoxe en vrijzinnige bij elke Divisie en toen in het leger gezonden. Ieder was op zich zelf aangewezen. Ieder meest zijn eigen weg maar gaan, ieder moest zijn eigen methode maar vinden. Onderling contact was er hoegenaamd niet. Wij hadden al maanden gewerkt en wij hadden elkander nog nooit gezien, over het werk nog geen woord gewisseld en van elkanders wijze van werken nog nimmer kennis kunnen namen.
De oorzaak daarvan zat hem in gemis aan leiding. Men had aan dat instituut een hoofd moeten geven, dat de leiding van het geheel op zich genomen had, en dat systeem in den arbeid der veldpredikers gebracht had. Door samenkomsten met de veldpredikers had hij zich van de resultaten van hun arbeid op de hoogte kunnen stellen, hij had ze persoonlijk in hun Divisie kunnen bezoeken en allerlei verbeteringen kunnen aanbrengen die in praktijk noodig bleken, zoo had het instituut der veldpredikers een instituut kunnen worden, dat in elkaar zat. Later, nadat de veldpredikers reeds eenige maanden aan het werk waren is er een veldprediker in Algemeenen Dienst benoemd, maar deze stond theoretisch en praktisch eigenlijk naast het instituut.
Een ander gebrek is dat de veldpredikers aan hun plaatselijke gemeenten verbonden zijn gebleven. Verklaarbaar! want niemand heeft gedacht, dat de mobilisatie zoo lang duren zou als zij geduurd heeft. Er werd hoogstens op eenige maanden inplaats van eenige jaren gerekend en wie had zich daarvoor van zijn gemeente willen losmaken. Maar toen het jaren instee van maanden werd, voelde ieder de moeilijkheid van zijn positie. De gemeenten werden ongeduldig omdat zij niets aan hun leeraar hadden, en de arbeid in de Divisiƫn eischten zoo den geheelen mensch, dat hij niets voor zijn gemeente kon zijn. Al wat bij voor zijn gemeente was en in zijn gemeente deed moest ten koste van zijn arbeid in het leger gaan.
Voorop stond dus dat de geestelijke verzorging in vredestijd, wanneer het er ooit toe komen zou, een instituut met leiding zou moeten wezen. De veldprediker of legerpredikant in algem. Dienst, moest niet naast, maar in het instituut staan. Niet als een commandant, die gebood, maar als een predikant staat in zijn kerkeraad. Verder moesten zij die deel van het instituut zouden uitmaken niet verbonden zijn aan een plaatselijke gemeente, zij zouden emeriti predikanten van hunne kerken worden en zich geheel moeten wijden aan de taak, die hun zou worden opgedragen. Eindelijk zou er meer contact onderling moeten zijn, dat door middel van vergaderingen kon worden verkregen en ten slotte zou er meer voeling met de kerken moeten zijn dan er in deze mobilisatie was. Daar waren Ds. Talma en ik het toen al over eens en ware het ham vergund geweest de geestelijke verzorging in vredestijd te organiseeren, dan zou hij dit zonder twijfel in deze richting hebben gedaan. Hij heeft het echter niet mogen doen. In de kracht van zijn leven werd hij afgelost en hij heeft de vervulling van dezen wensch niet aanschouwd, want ik geloof dat Ds. Talma stellig legerpredikant in algemeenen Dienst zou geworden zijn. Hij had zulk een warm hart voor onze soldaten en hij was zoo diep doordrongen van de noodzakelijkheid van dezen arbeid in vredestijd, dat hij er zich niet gemakkelijk van had losgemaakt. Ds. de Visser werd zijn opvolger en opmerkelijk, hij had over de geestelijke verzorging in vredestijd ongeveer dezelfde gedachten als Ds. Talma en was hij niet geplaatst geworden voor de keuze van Minister van Onderwijs, ik geloof dat hij straks zich geheel uit het politieke laven had teruggetrokken, om als legerpredikant in Algemeenen Dienst zijn gaven en krachten aan de geestelijke verzorging van onze weermacht te wijden. Maar al is hij ook minister van onderwijs geworden, wat thans werkelijkheid worden zal is in beginsel van bom afkomstig en het was in overleg met Dr. de Visser en den hoofdaalmoezenier dat de minister van oorlog de Jonge een post op de oorlogsbegrooting van 1919 bracht, voor een instituut van legerpredikanten en aalmoezeniers in vredestijd.

De Veldprediker

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1919

De Wekker | 4 Pagina's

Indrukken en Ervaringen (33)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 augustus 1919

De Wekker | 4 Pagina's