Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Indrukken en Ervaringen (39)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Indrukken en Ervaringen (39)

IIe Reeks

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is in de Tweede Kamer heel wat over de geestelijke verzorging geredeneerd en het opmerkelijkste was, iedere spreker had daarover een eigen opinie, geen twee sloegen er hier op hetzelfde aanbeeld. De Socialisten wilden er niets van weten. Begrijpelijk. Zij zagen in het instituut der legerpredikanten een gevaar voor hun beginselen. Want er is geen revolutie mogelijk, zoolang het leger trouw blijft aan de regeering. Daarom moet het leger bewerkt worden in revolutionaire richting. Het moet van instrument in de hand der overheid, verlaagd worden tot instrument in de hand der revolutionairen, of gelijk men dat uitdrukt: het leger moet omgezet worden. En dat speelt het Socialisme nooit klaar, wanneer do geestelijke verzorging actief optreedt. Dat hebben de Novemberdagen van 1918 afdoende bewezen. Toen heeft de geestelijke verzorging ook in dit opzicht haar sporen verdiend en het is niet het minst aan haar arbeid te danken geweest, dat het leger geen oogenblik aan revolutie heeft gedacht, maar ieder oogenblik bereid was het gezag tegen de revolutionairen te verdedigen. Geen wonder dat bij monde van den heer Zadelhof, de Socialistische fractie verklaarde tegen dezen post te zullen stemmen. De vrijzinnigen waren er voor, wanneer met de rechten der vrijzinnigen gerekend worden zou. Bij monde van den heer Oud spraken de vrijzinnigen hunne sympathie voor het denkbeeld van den minister uit en hadden mits de vrijzinnigen in het toekomstige instituut de hun toekomende plaatsen kregen, geen bezwaar tegen het voorgestelde plan. Anders was het bij de rechterzijde. Togen de geestelijke verzorging als zoodanig had niemand een principieel bezwaar, maar veel, heel veel bezwaar was tegen de wijze waarop de minister deze zaak wenschte te regelen. En nu was dit het eigenaardige: wat de een prees werd door den ander veroordeeld. Bijv. de heer Schokking, die Ned. Hervormd is, prees de regeling, zooals de minister die reeds voorstelde en de heer Duymaer van Twist eveneens Hervormd, veroordeelde haar. De heer Scheurer gereformeerd, veroordeelde de regeling van den minister, de heer Lohman gereformeerd, wilde nog veel verder gaan dan de minister en het legerbestuur de bevoegdheid toekennen te oordeelen over den inhoud der toespraken.
De heer Scheurer was niet afkeerig van een subsidie, die door den minister moest worden betaald van de kerken, die naar het oordeel van den heer Scheurer het werk moesten doen, maar de heer Rutgers kwam even zeggen, dat het aanvaarden van een subsidie in strijd was met de beginselen van het Gereformeerd kerkrecht. Deze spreker was de consequentste van allen en als zoodanig was hij mij, die dat alles rustig zat aan te hooren, sympathiek, al kon ik zijn denkbeelden niet doelen. De zaak is tenslotte zoo beeindigd, dat de minister beloofde, eerst overleg met de kerken te plegen alvorens hij tot de uitvoering zijner plannen zou overgaan. Niet de Kamer alleen, ook de kerken zouden in de gelegenheid worden gesteld kennis te nemen van de plannen van den minister, en dit heb ik dadelijk de groote winst van die Kamerdiscussies geacht, want tenslotte is het niet uitsluitend de vraag, hoe denkt de Kamer over deze plannen, maar hoe denken de kerken er over, want de kerken zijn hier allen eerst de belanghebbenden. Onze soldaten zijn burgers van des staat, maar door hun doop ook leden van hun kerk. Daarom was het heel goed gezien van den minister van oorlog den wensch der Kamer op dit punt in te willigen en overleg met de kerken te plegen. Dat overleg heeft plaats gevonden. Een commissie van 3 personen, door den minister van oorlog benoemd, heeft met deputaties of commissies van de verschillende kerken een samenspreking gehad over de plannen van den minister en ik maak mij aan geen onbescheidenheid schuldig wanneer ik mededeel, dat die commissie in haar samenspreking succes gehad heeft. Geen enkele kerk heeft, gehoord de toelichtingen van de commissie en de ophelderingen door haar gegeven, eenig bezwaar gemaakt tegen deze plannen, maar ze hartelijk toegejuicht en bij de uitvoering daarvan haar steun en medewerking beloofd.
Dat acht ik voor het nieuwe instituut van de allergrootste beteekenis. Want dan zullen de kerken aan de tot standkoming mede arbeiden, zoodat ook zij mede verantwoordelijk zijn voor het slagen van hetzelve. Aan de kerken is door den minister het recht Tan voordracht gegeven. Zij zullen dus de personen voordragen, waaruit door den minister de keuze zal worden gedaan.
Vele geraadpleegde kerken mogen een Voordracht van een of meerdere personen naar gelang het aantal hunner leden is indienen en daaruit zal de minister het benoodigde aantal legerpredikanten benoemen. Deze legerpredikanten zullen zich van hun gemeenten los moeten maken. Ambtelijk mogen zij niet aan een gemeente verbonden zijn. Derhalve zal de positie van deze predikanten door de respectieve kerken nader moeten geregeld worden. Maar al zijn zij ambtelijk niet meer aan hun kerk verbonden leden blijven zij en als lidmaten hunner kerk vallen zij voor hun. leer en leven ook onder de tucht van hun kerk. En de regeering zou er niet over denken de kerk in het uitoefenen daarvan ook maar eenigzins te bemoeielijken. De eenvoudigste oplossing van dit nieuwe kerkrechterlijke vraagstuk zal dunkt mij deze zijn, dat genoemde predikanten, een eervol emeritaat erlangen en dan hebben zij het hoogste wat zij kunnen wenschen en de kerk geeft hun het hoogste wat zij kan geven. Ik meen dat tegen een dergelijk emeritaatsverklaring geen overwegende bezwaren zijn in te brengen.

De Veldprediker

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1919

De Wekker | 4 Pagina's

Indrukken en Ervaringen (39)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1919

De Wekker | 4 Pagina's