Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Synode (VIII)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Synode (VIII)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vraag kwam ter Synode ter sprake of het niet noodzakelijk zou zijn, dat een vierde docent aan onze Theol. School werd benoemd. Reeds het stellen van de vraag heeft mij verblijd. Allicht zou bij deze of gene de gedachte kunnen rijzen, dat wij er nu met onze Theol. School zoo wat boven op zijn, nu wij zoo'n prachtig gebouw te Apeldoorn hebben kunnen koopen. Maar wat doen wij met een schitterende villa als het onderwijs beneden het peil zelfs van 't middelmatige zou blijven? Van zulk een paradeschool zouden wij niet veel meer dan parade-domine's kunnen verwachten, die met een mondje vol Grieksch en Latijn en een stukje dogmatiek met nog een stukje van dit en van dat al een „heele Piet” zijn!
Toen dan ook de vraag om een vierde docent aan onze Theol. School ter tafel kwam was dat een bewijs, dat in onze kerk nog intellect leefde en dat men begreep, welke machtige geestelijke problemen opstuiven en worstelen in den gang van het Theologisch denken. Zeker wij weten allen, dat het met louter intellect niet zal gaan, omdat een groote dosis wetenschap nog geen waarborg is, om te zijn een bedienaar des goddelijken Woords. Waar geen hart klopt voor den Heere en Zijnen dienst, daar wordt de klank bodem gemist en hooren wij dus geen stemgeluid des Geestes, wanneer het klavier der wetenschap wordt aangeslagen. Waar niet het zaad der wijsheid Gods in den akker van 's menschen geest is gelegd en daar kiemt, kan nooit geboren worden de krans der wetenschap, die aan de voeten van den Heiland wordt gelegd met den blijden jubel des harten „eere zij God in de hoogste hemelen”. Zij verheerlijken dus niet de wetenschap ten koste van de wijsheid, van de genade Gods, die in de diepte van innerlijke bewogenheid uitblinkt, maar zij zeggen, dat ze bijeen behooren zooals zonlicht en warmte, als zaadkorrel en vrucht, als moederschoot en kind. En alzoo komt er in de geheiligde wetenschap groeikracht, eeuwigheidskracht, diepte en breedte in den levensgang, die ons zonder dit licht zou voeren in den doolhof, waar wij niet meer verstaan, noch wat wij lezen noch waar wij gaan.
Daarom mag en moet de Christelijke Gereformeerde Kerk den Heere dankbaar zijn, dat zij bezit een Theol. School, waar haar dienaren een wetenschappelijke opleiding ontvangen opdat dezen in het oerwoud van dit leven fakkeldragers van het licht der wijsheid Gods kunnen zijn.
Daarom mogen wij den Heere danken, dat wij in het drietal docenten mannen hebben gevonden, die zich met hart en ziel aan die opleiding hebben gegeven. Maar daarom mogen wij den Heere ook met vrijmoedigheid vragen, dat de tijd niet verre zij, waarop de leerkrachten vermeerderd mogen worden. Niet dat onze docenten bun taak niet naar behooren verrichten. Dat is hier geheel uitgesloten. Maar als wij het lijstje inzien, waarop de lessen in volgorde zijn aangegeven, de z. g. series lectionum, dan vinden wij daarop, dat alleen docent de Bruin een zevental vakken heeft te dooeeren. Ik heb werkelijk respect voor den man die tijd en kracht heeft om zooveel te verwerken. Maar mij dunkt, men behoeft nog niet eens een geschoold mensch te zijn om te begrijpen heel nuttig en noodig het is, dat hierin verandering komt, hetgeen én den docent tot verlichting én het onderwijs ten nutte zou zijn. Een docent toch, moet wat nieuws leveren, moet het gezichtsveld van zijn discipelen verbreeden, moet de problemen bijhouden, die tegenwoordig meer dan ooit in de dogmatiek, de isagogie en de godsdienstgeschiedenis om den voorrang strijden. Dat is bij zulk een overlading van vakken een totale onmogelijkheid en de kerk is aan haar zelf en haar toekomst verplicht dit wel onder den aandacht te honden. Wanneer op onze synode algemeen de wenschelijkheid van een vierde docent werd uitgesproken, maar het struikelblok was dat de geldmiddelen ontbreken, waar is dan de man in onze kerk, die de actie durft te beginnen en te voeren voer een vierden docent aan de Theol. school? 't Is niet de vraag of wij dat nu in één jaar voor elkaar krijgen als de zaak, waar het hier omgaat, maar voortdurend onder 't oog der kerk blijft. Stilzitten en stilzwijgen grenst hier aan het onverantwoordelijke.
Wie schrijft mij hier eens over? Of zoo u dit te moelijk is, Wie zendt mij uit sympathiebetuiging eens zijn kaartje? De Tbeol. school leeft in het hart van elken recht geaarden Christ. Gereformeerde, haar bloei is zijn blijdschap en daarom klimme de wenschelijkheid tot mogelijkheid.
Schrijf maar aan het redactiebureau: Ds. J. Wisse te Zierikzee, dan krijg ik het wel in handen.

Een Synodelid.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1919

De Wekker | 4 Pagina's

Onze Synode (VIII)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1919

De Wekker | 4 Pagina's