Hosianna !

Met Christus daaltde uit den hemel
Het Koninkrijk der heem'len neer.
En de van God gezalfde Koning
Herstelde het verstoorde weer.
Het was het Godsrijk der genade,
Welks deur nòg heden open staat,
Hem, die de liefelijke klankon
Des Evangelies niet versmaadt.

Verkondig dan de groote blijdschap,
Die al den volke wezen zal,
Dat Christus eenmaal werd geboren.
Als Kindeke in Bethlems stal!
o, Predik dan het Evangelie,
Dat, bij den laatsten klepelslag.
Diezelfde Christus zal verschijnen,
Als Rechter in den oordeelsdagl

Straks, aan het naad'rend eind der eeuwen.
Komt Hij, der eeuwen Vader weer.
Dan daalt met Hem zijn rijk van glorie,
Van macht en kracht op aarde neer,
De wereldrijken zijn vermalen.
Hun stof is over d'aard verstrooid;
De steen is tot een berg geworden.
De Christusheerschappij voltooid.

Hg zal zijn gouden schepter zwaaien,
Geen leemen schepters heerschen meer!
De Dagons vallen in hun tempels
Ter gruis'ling, handeloos ter neer!
Grijp naar pen palmtak der aanbidding,
Maak van uw kleed'ren een tapijt!
Den Vredevorst het voor de voeten,
Bij uw „Hosana!” uitgespreid!

's Gravend. H. v.d. B.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen