Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Kerk der Reformatie (33)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Kerk der Reformatie (33)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit is de overwinning die de wereld overwint, namelijk ons geloof.I Joh. 5:4b.

„Terug tot God en Zijn Woord”.
Wie begrijpt niet, dat deze oproep der kerk tegelijk is een droeve aanklacht, voor ’t oor eener Christen-natie?
Waar zijn de jaren gebleven, toen Gods Woord de stemvork was, waarnaar ieder wilde luisteren om ’t lied des publieken levens op toon te brengen?
Ik wil hier even herinneren aan een groot historisch feit, waaruit duidelijk wordt, èn wat Gods Woord voorheen voor ons volk was, èn welk een voorname plaats de kerk weleer in de structuur van ons volksleven innam. Het betreft onze Staten-Bijbel, die toch eigenlijk in geen enkel christelijk gezin mag ontbreken. Wie deze Bijbel opslaat wordt getroffen door het kernachtige voorwoord, dat van de hand der Hoog Mogende Heeren Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden is.
Het is gedateerd 29 Juli 1637, het jaar, waarin de Staten-overzetting het licht zag. Natuurlijk had ons volk ook vóór dit jaar 1637 zijn Bijbel.
De Liesveldsche Bijbel en de Bijbel van de Deux, als zoo genoemd naar een randteekening bij Nehemia 3:15, waar de zonderlinge verklaring (?) wordt gegeven „de armen moeten het cruyce dragen, de rycke en geven niets, Dex, als en heeft niets, six cinque en geeft niet, quater dry die helpen blij”, deze beide bijbels waren de meest gezochte.
Echter was er in deze altijd nog een noodstand, wijl men geen enkele Hollandsche overzetting had, die rechtstreeks uit de grondtalen was verschenen. Men moest zich tevreden stellen met vertalingen meestal naar de Vulgata of naar die van Luther.
Niet alleen de kerk, maar ook de Staten Generaal hadden er meermalen met heiligen drang op gewezen, hoe noodzakelijk het was, dat er een overzetting van de Heilige Schrift uit den oorspronkelijke tekst in de Nederlandsche taal het licht zou zien Zelf hadden de Staten-Generaal het niet by woorden gelaten, maar dienaren des Goddelijken Woords aangezocht dit zoo grootsche werk te beginnen. Echter is dit werk voortdurend gestaakt door het afsterven van hen, die de hand hier aan de ploeg hadden geslagen.
Toen daarop de Dorische Synode 1618—’19 bijeenkwam, was het eerste, wat de Staten-Generaal deze hooge kerkelijke vergadering verzocht om de overzetting van den Bijbel ter hand te nemen en aanstonds heeft toen deze Synode haren aandacht daaraan gewijd en heeft gedeputeerden benoemd, die onder Gods zegen dit werk op schitterende wijze ten einde hebben gebracht.
Hieruit blijkt, hoe toen heel ons nationale leven door den adem van ’s Heeren Woord werd geïnspireerd en hoe heel de regeering van ons volk in Gods Woord de geestelijke poolster vond, bij wier licht het schip van staat meest worden gestuurd. Lees eens den aanvang van de zoo even genoemde voorrede en ge merkt aanstonds, welk een andere geest toen het raderwerk dreef.
De Staten-Generaal der Vereenigde Nederlanden, allen dengenen, die deze zullen zien of hooren, saluut, doen te weten, dat wij van den aanbeginne der Reformatie in deze landen ter harte genomen en met alle vlijt en zorgvuldigheid getracht hebben te bezorgen alles wat tot goeden welstand en voortplanting van de oprechte, ware Christelijke, Gereformeerde Religie en den zuiveren Godsdienst heeft mogen strekken en noodig was; en onder anderen mede, dat Gods heilig Woord naar den rechten zin, oogmerk en verstand van den grondtekst en taak, waarin God de Heere Almachtig geliefd heeft zijn leer en godsdienst door ingeving des Heiligen Geestes te openbaren mocht worden uitgelegd, geleerd en gepredikt, opdat daardoor de zaligheid der zielen en het eeuwig welzijn bevorderd zouden worden.
Welk een heerlijk staatsstuk, dat onder zulke heilige klanken werd ingezien!
Hoe weet ge daaruit, dat in die jaren heel oase volksvertegenwoordiging alle staat en maatschappelijk leven uit de beginselen der Heilige Schrift, wilde opbouwen.
Hoe bemerkt ge, dat toen do diepte der overtuiging van hoog tot laag leefde, dat een volk tegen den socialen ondergang alleen in het Woord des Heeren het afdoend middel heeft,
Uit heel dit actestuk der Staten-Generaal blijkt hoe dicht of toen overheid en volk bij God en Woord leefde. Hoe toen het werk der overzetting gereed was, was ’t allereerste, dat de kerk een folio exemplaar van den Bijbel, in do vergadering der Staten-Generaal neerlegde.
Hoe zou zulk een daad tegenwoordig wel beoordeeld worden in ’s lands raadzaal waar Wijnkoop, schettert en Troelstra zijn zweep laat klappen?
Ons volk wordt niet meer dooraderd van den geest van Heeren Woord.
Ons volk is Gods Woord kwijt, maar Gods Woord is ons volk nog niet kwijt; want het Woord des Heeren

’t Rigtsnoer zijner daan
Zij volmaakt rechtvaardig
Al onze achting waardig
Eeuwig zal ’t bestaan.

A.(Apeldoorn)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1920

De Wekker | 4 Pagina's

De Kerk der Reformatie (33)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1920

De Wekker | 4 Pagina's