Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Synode (21)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Synode (21)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is dus een feit, dat wij niet mogen vergeten, dat de Synode der Christ. Geref. Kerk te Leeuwarden nimmer het reglement van 69 als Collegialiatisch heeft aangemerkt.
Ook al waren er bezwaren tegen het reglement.
Ook moet duidelijk worden aangeteekend, dat deze zelfde Synode evenmin voor hare rekening heeft durven nemen om het reglement van 69 als een statuut te brandmerken.
De uitspraken op de Synode en heel de gang van zaken zeggen dit onloochenbaar.
En het zou mij spijten, en voor mij een weg wisschen van grenzen en een afglijden van de lijn onzer Christ. Geref. beginselen zijn, wanneer ooit een Synode onzer Kerk vergetend, ja smalend haar eigen historie, een ander standpunt in zake het reglement van 69 zou innemen.
Noch de gedachte van het collegialisme, noch de idee van een statuut mag door onze Christ. Geref. Kerk ooit worden getolereerd wil zij haar eigen historie eeren.
In het eindbesluit, dat door de Synode der Christ. Geref. Kerk te Leeuwarden genomen is, vindt ge dan ook geen tittel noch jota, dis zweemt naar deze onteerende gedachten.
Het besluit heeft deze Synode aldus geformuleerd,
a. gelet op de bezwaren, die binnen onzen eigen kring tegen dit Reglement worden ingebracht,
b. over het al of niet gegronde dier bezwaren zich niet uitsprekende, maar overwegende dat geen enkele Provinciale Synode op het behoud van dit Reglement gesteld is, indien maar de eenheid der Christ. Geref. Kerk bewaard blijft en hare goederen rechtszekerheid behouden, besluit ook afgezien van de Vereeniging:
1e. pogingen in 't werk te stellen om het Reglement alzoo te wijzigen, dat de Dordsche Kerkerde de plaats daarvan inneme en den dienst daarvan vervulle.
2e. Een commissie te benoemen, die de toestemming der gemeenten verzoekt,
3e. en die commissie te machtigen om na verkregene toestemming bij de Regeering de daarvoor noodige stappen te doen.
Ik vind dit besluit van de Synode te Leeuwarden voorbeeldig, en ik kan heel goed verstaan dat op 't laatst niemand hier tegen was. Zelfs prof. Lindeboom, die met hand en tand zich verzet had tegen de doleantie-gedachte inzake het reglement, verklaarde ter Synode, dat indien hij lid der Synode was, hij voor het voorstel zou hebben gestemd.
Ik geloof, dat de Synode te Leeuwarden het eenige juiste goede standpunt heeft ingenomen, wanneer het raakt de kwestie om het reglement te wijzigen.
Al die agitatie, al dat argumenteeren om het reglement toch meer als Statuut en als Collegiaal te brandmerken, is een stap achter uit.
En ik heb gegronde hoop, dat men dit drijven in onze kerkelijke vergaderingen zal nalaten, want anders komen wij nooit uit, waar wij kunnen komen en waartegen geen enkel gegrond bezwaar is in te brengen om ook in de rechtsfeer van den Staat niet aan het reglement van 69 maar aan de Dordsche Kerkenorde prioriteit toe te kennen.
Wanneer ge niet begint met de Dordsche Kerkorde tegen het reglement 69 uit te spelen, maar wanneer het al de gemeenten goed duidelijk is, dat het reglement van 69 de Dordsche Kerkenorde veronderstelt, dat in art. 1 en 8 van het reglement deze Kerkenorde wordt genoemd en heel onze kerkregeering daar naar wordt uitgeoefend, dan is het op 't laatst veel juister om geen verkorte en daarom zeer gewronge Kerkenorde (het reglement 69) maar de Dordsche Kerkenorde zelf bij de Hooge Regeering in te zenden.
Want al zal en al kan ik nooit staan aan de zijde van hen, die het reglement in den collegialistischen hoek duwen, toch zal ieder bij een vergelijking willen toestemmen, dat de unitas ecclesiarum d. i. de eenheid van kerken veel duidelijker in de Dordsche Kerkenorde uitblinkt dan in het reglement van 69.
Dat laat zich verklaren.
In een zestal artikelen heeft men in het reglement heel de regeering onzer kerk moeten saamgrijpen en saamknijpen, terwijl de Dordsche Kerkorde uit niet minder dan 86 artikelen bestaat.
Ik lees in art. 9 van onze confessie „maar hetgeen wat duister is in het Oude Testament, is zeer klaar in het Nieuwe”. Ik zou met herinnering aan dit woord uit onze confessie kunnen zeggen: „hetgeen wat duister is in het reglement van 69 is zeer klaar in de Dordsche Kerkenorde”.
En nu zal ieder mij toestemmen, dat een kerk tegenover de Hooge Regeering des lands zich zoo duidelijk en zoo klaar mogelijk moet uitspreken, indien de Regeering vraagt naar inrichting en bestuur.
Dan heeft natuurlijk de Dordsche Kerkorde den voorrang en is deze de volledigste missive, die onze kerk kan overleggen.

Hoe nu is men in 1891 gekomen tot wijziging van het reglement en inzending van de Dordsche Kerkenorde?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juni 1920

De Wekker | 4 Pagina's

Onze Synode (21)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juni 1920

De Wekker | 4 Pagina's