Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leven en dood

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leven en dood

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Het leven en den dood heb ik u voorgesteld, den zegen en den vloek ! Kiest dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw zaad.”Deut. 30 :19.

Mozes de knecht des Heeren, honderd en twintig jaren oud geworden, weet dat zijn aardsche loopbaan ten einde spoedt, en dat hij weldra zal gaan den weg van aile vleesch.
Wel is zijne kracht niet vergaan, en zijn zelfs zijne oogen niet verdonkerd, maar zijn taak is ten einde, en nu zal des Heeren Raad bestaan:
Mozes zal niet inkomen In Kanaän, maar sterven op den berg Nebo.
Nog eenmaal roept bij gansch Israël samen, dat in stammen vertegenwoordigd hooren zal, wat hun Wetgever en Leidsman, nog aan zijn volk heeft te zeggen, alvorens voor altijd van hen te scheiden.
Nog eenmaal zal de man, die steeds het beste voor zijn volk heeft gezocht, Israël op ’t hart binden, dat zij als een volk dat met God in een verbond staat, moeten bedenken, hoe zij als een beweldadigd en rijk gezegend volk, Gods verbond hebben te houden en des Heeren inzettingen hebben te betrachten, dan, maar ook dan alleen, zal het hun welgaan.
Zullen ze daarentegen God verlaten, Gods geboden verachten, aan afgoderij en andere gruwelen zich overgeven, dan hebben zij Gods heilig ongenoegen te wachten, want die God verlaat heeft smart op smart te vreezen.
Mozes kent de zwakheid van zijn volk, hij weet, hoe zij tot hinken en tot zinken elk oogenblik gereed zijn.
Ach wat heeft de man, gedurende de 40 jaren, welke hij onder hen, als Hoofd en Leidsman heeft verkeerd, veel, zeer veel met dat volk doorstaan!
Wat heeft die Mozes veel voor zijn volk gedaan.
Hoe heeft hij, die de zachtmoedigste aller menschen was, veel verdragen, wat heeft hij veel gebeden en geworsteld, voor de belangen van de door God uitverkoren natie.
Nu overziet hij nog eenmaal zijn volk, en wat we hier boven schreven, behoort tot de laatste woorden, tot het afscheid van het volk, dat hij heeft liefgehad ten einde toe.
Met volle vrijmoedigheid en met een besliste overtuiging, spreekt hier de honderd en twintig jarige Dienaar en zegt: het leven en den dood heb ik u voorgesteld, den zegen en den vloek. Kiest dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw zaad.
Welk een ernstig en ontzachelijk oogenblik voor het volk. Mozes plaatst hen als aan de poorten der eeuwigheid, en wijst met nadruk op de toekomst, die allen tegemoet gaan.
Het moet indrukwekkend geweest zijn, zulk een man, aan het einde van zijn veelbewogen leven, aldus te zien en te hooren. Gansch Israël weet het hoe Mozes de man is geweest, van wien de Heere zich op bijzondere wijze heeft willen bedienen.
Mozes de Wetgever van Israël, de Middelaar des Ouden Verbonds.
Mozes, de man die met God sprak gelijk een man met zijnen vriend,
Mozes een type, en geheel eenig voorbeeld van Christus, deze Mozes staat hier voor ’t laatst voor en onder zijn volk, en ’t volk hoort, wat de dienaar des Heeren hun nog te zeggen heeft. Het gaat hierbij nu niet over de erfenis van Kanaän, noch over het in bezit nemen van dat land.
Neen, het gaat, verstaat dit wel, over de vraag wat Israël te wachten heeft, leven of dood, zegen of vloek. Daarbij zal de vraag zijn, en voor de toekomst beslissen, wat het volk doen zal, of men den Heere zal gehoorzamen, in Zijne wegen zal wandelen en Zijne inzettingen zal onderhouden, ja dan neen.
Gods beloften zijn gedaan aan de gehoorzamen, maar voor de verlaters van God is geen enkele belofte. En nu herinnert Mozes den volke, wat hij hun geleerd en steeds voorgehouden heeft. Laat hun geweten maar spreken, dan zullen allen moeten erkennen, de waarheid van ’s mans getuigenis, dat hij hun het leven en den dood, den zegen en den vloek heeft voorgesteld.
Dat was het, wat hem van ’s Heeren wege was bevolen.
Dat was de gewichtige taak waarmede Jehovah al Zijne profeten en alle Zijne dienaren heeft belast. Mozes, was zich dit ten volle bewust.
Door de genade Gods heeft hij zich als een getrouw en waardig dienaar van zijne taak gekweten. Met vrede in zijn hart mag hij daarop terug zien, al wist de man, dat hij ook een menschenkind, en daarom ook niet zonder zonden en zwakheden was. Wat steeds in Mozes’ hart heeft geleefd, dat spreekt hij nu bij zijn afscheid van het volk nog uit dat hij niets vuriger wenscht en begeert, dan dat het zijn volk, ook straks, als hij er niet meer zijn zal, zal welgaan en dat zij de goede keus zullen doen, om den Heere hunnen God te dienen en te gehoorzamen. Daartoe dat goede, dat ernstige, dat beslissende woord: kiest dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw zaad.
Zoo hebben ook een Samuel, een Jozua en anderen voor hun volk gedaan. Zoo spreekt dan Mozes, gelijk een vader, die van zijne kinderen afscheid neemt, en voor het allerlaatst, hun aanwijst, wat tot hun eeuwig welzijn dient.
Kiest dan het leven. Men zou haast vragen:
zou ieder die keus niet doen en gaarne willen doen, die nu eenmaal weet, dat daar tegenover staat, de dood en de vloek. De geschiedenis geeft op deze vraag het antwoord en zegt ons, dat velen dit nog wel weten, maar helaas met een wetenschap, die buiten het hart omgaat.
Een wetenschap zonder geloof, want die waarlijk gelooft, dat tegenover het leven de dood, en tegenover zegen en vrede, de vloek staat, wie zou dan niet ultzien naar het leven en den vrede, en tevens vreezen voor alles wat met den dood en den vloek wordt bedreigd.
Vandaar, dat niemand in oprechtheid en waarheid, de ware, de goede keus doet, dan die door den Heiligen Geest zijn verlicht, God gelooven op Zijn woord, en die tevens bidden leerden, om door den Heere steeds meer en meer te worden onderwezen. Kiest dan het leven, wil Mozes zeggen, terwijl ge nog in de gelegenheid zijt, om de goede keus te doen, die u nooit zal berouwen.
Neen, wat een mensch ooit berouwen kan, maar dat nooit. Vandaar dat we van Mozes zelf lezen, dat hij liever wenscht met het volk Gods kwalijk en smadelijk behandeld te worden, dan de genieting der zonde te hebben, want hij zag op de vergelding des loons.
Ontelbaar en onoverzienbaar is de menigte, die de goede keus in hun leven hebben versmaad, maar aan het einde hunner aardsche loopbaan gekomen, al het vreeselijke daarvan hebben ondervonden.
Of is het niet ontzettend als de Heilige Israels getuigt, dat Hij zal lachen met het verderf der goddeloozen en dat Hij zal spotten als hunne vreeze komt.
Kiest dan het leven, zegt de man, die zelf zoo goed weet, wat dat inhoudt, hoe dit loont, en wat daarop te wachten is.
Zoo spreekt de man, die zijn volk zoo lief heeft, maar die ook weet, hoe velen onder hen aanleiding geven om te vreezen, dat zij zullen afwijken van achter dan Heere.
Het leven is zoo ernstig.
Het leven is zoo kort en onzeker.
De dood komt als een dief in den nacht. En wee den mensch, die aan de keus ten leven zou willen gaan denken ais het te laat is. Die het leven kiest, in den waren zin van het woord, die wil God gehoorzamen.
Toen de Joden later aan Jezus vraagden, wal zij moesten doen, om de werken Gods te doen, antwoordde de Heere met te zeggen, dat zij zouden gelooven in Hem, die uit den hemel was nedergedaald. En wat was het antwoord:
Ongeloof en miskenning van Hem, die de Weg, de Waarheid en het Leven is.
Oorzaken hebben gevolgen, en wat de mensch op aarde zaait zal hij hiernamaals maaien. Door de zonde is de mensch zoo verblind, dat hij wel voor het tijdelijke leven naar het beste zoekt en vraagt, maar zonder zich te bekommeren over hetgeen hij hiernamaals te wachten heeft. Hoe velen leven er nog, dien het van week tot week verkondigd wordt, en hoe velen hebben in die weldaad gedeeld, voor wie het nu voor eeuwig te laat is, omdat men tot geen beslissing kwam, om zijn hart en hand den Heere te geven.
Het kwam er voor Israël op aan, bij de keus voor het leven, om den Heere te gehoorzamen, en te wandelen in Zijne wegen. Wat het leven was, en hoe dat werd verkregen, werd in de Levietische wetten aanschouwelijk voorgesteld en zij, die geloofden wisten het dan ook wel, dat het bloed van stieren en bokken de zonde niet kan wegnemen, maar dat het bloed der offerdieren hen wees, naar het bloed van het ware, van het tegenbeeldige Paaschlam, namelijk Christus.
En onder de nieuwe bedeeling is dit alles nog veel helderder en duidelijker, nu de belofte, omtrent den Messias gedaan, is vervuld, de Christus is gekomen, en in Hem de weg ten leven is ontsloten en zoo duidelijk geopenbaard. God, die geen lust heeft in den dood der goddeloozen, laat het alom verkondigen en door Zijn Woord aanzeggen:
Bekeert U bekeert U! want waarom zoudt ge sterven.
Een Paulus spreekt door Gods Geest tot het volk en zegt: wij bidden U van Christus wege, alsof God door ons bade: Iaat U met God verzoenen. Wat al arbeid der Goddelijke liefde wordt tot behoud van den zondaar besteed.
Hoe moest niet ieder sidderen en beven bij de gedachte: als ik het leven mis, dan zal de eeuwige dood straks mijn deel zijn. Daarbij is het leven zoo kort en zoo onzeker.
Ons rest maar een korte tijd om te kiezen tusschen het leven en den dood.
Gevoelt ge U onmachtig en onbekwaam om te breken met de zonde, om te verlaten de wereld met hare begeerlijkheden, om te strijden den goeden strijd des geloofs, al wat U ontbreekt wil de Heere uit genade schenken voor allen, die het in waarheid van Hem vragen.
Eer we het hadden vermoed, staan we gelijk Mozes aan het einde van onzen pelgrims tocht door deze wereld, en dan zal het niet zijn: kiest het leven, maar wat hebt ge gekozen.
Dan zal ieder maaien, wat hij in zijn leven heeft gezaaid. Kiest dan het leven, dat woord komt tot ouden en jongen, tot aanzienlijken en geringen, tot allen. zonder onderscheid.
Niemand heeft zekerheid, dat hij een hoogen ouderdom zal bereiken. Verreweg de meesten van ons geslacht sterven vroeger.
Wat we wel weten is dit: dat het den mensch gezet is eenmaal te sterven en daarna het oordeel. Gelukkig noemen we den dienaar, die als prediker van het woord Gods, aan het einde Zijner bediening, als een Mozes, kan en mag zeggen: het leven en den dood, den zegen en den vloek heb ik U voorgesteld.
En gelukkig zijn allen, die dit woord hebben geëerbiedigd en ter harte genomen, om den Heere te zoeken, terwijl Hij te vinden is.
Konden ze eens terugkomen, die in hun leven de goede keus hebben versmaad, hoe zouden ze dan anders denken, oordeelen en handelen.
Maar is eenmaal de tijd der genade voorbij, dan keert geen enkele seconde daarvan meer terug. Daarom is het leven zoo ernstig, en zijn ook de roepstemmen en waarschuwingen, waarmede de Heere tot ons komt, van zulk een ernstigen aard. Met vele voorbeelden in zijn Woord, heeft de Heere ons dit doen zien, hoe welgelukzalig zij zijn, wier God de Heere is, en die aan Zijne bevelen denken om die te doen.
Voor Mozes was de tijd door God bepaald, aangebroken, dat de man moest scheiden van zijn volk. Voor ieder mensch komt dit oogenblik. Met hoevelen en met welke teedere banden ook aan elkander verbonden, als Gods raad op aarde is uitgediend, worden alle aardsche banden gebroken. Dan scheiden man en vrouw, dan ouders van kinderen, dan scheiden leeraars en gemeenten.
Zalig dan, waar al het andere wegvalt, wie met een stervenden Aartsvader Jakob zeggen mag: op Uwe Zaligheid wacht ik Heere !
Dan zal des Heeren Woord en belofte worden bevestigd, dat het lijden dezes tegenwoordigen tijds niet is te waardeeren tegen de heerlijkheid, welke aan ons zal worden geopenbaard.

Maranathal De Heere komt, die een iegelijk zal vergelden naar dat zijn werk is geweest hetzij goed hetzij kwaad.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 1920

De Wekker | 4 Pagina's

Leven en dood

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 juni 1920

De Wekker | 4 Pagina's