Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Echtscheidiegskwestie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Echtscheidiegskwestie

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er was sinds lang in de Christ. Geref. Kerk in Amerika een moeielijke echtsscheidingskwestie hangende.
Een kwestie zoo moeielijk, volgens de „Wachter”, dat er om raad gevraagd werd aan de Gereformeerde kerken in Nederland.
Aan een Commissie van zeer bekwame theologen werd door die kerken opgedragen deze kwestie nader te bestudeeren.
In de Heraut van 4 Juli 1920 werd dit rapport met bijgaande opmerkingen medegedeeld.
Op de Synode van Rotterdam, was de vraag ingekomen van de Christ, Geref. Kerk van Noord Amerika hoe de kerk tucht had te oefenen over degenen, die na ongeoorloofde echtscheiding tot een nieuw huwelijk overgingen.
In Amerika, waren de meeningen hierover verdeeld. Genoemde Deputaten hebben van deze zaak veel.studie gemaakt. Zij hebben overwogen, na vaststelling, dat elke willekeurige en lichtvaardige echtscheiding zondig is, welke de roeping is van de overheid ten opzichte van de echtscheiding.
Vervolgens hoe de kerken zich tegenover dit echtscheidingsrecht hebben te houden. En eindelijk: hoe de kerk tucht heeft te oefenen over degenen, die na ongeoorloofde echtscheiding, tot een tweede huwelijk overgaan, en komen dan de navolgende conclusies:
1. Dat de Kerk zeer zeker geroepen is om, wanneer leden der gemeente op ongeoorloofde wijze of onder leugenachtige voorwendschen echtscheiding verkrijgen, en evenzoo, wanneer zij daarna tot een nieuw huwelijk overgaan, tucht tegen hen te oefenen.
2. Maar dat, wanneer na het begaan van deze zonde berouw wordt betoond en de schuldigen tot de gemeenschap der Kerk willen terugkeeren, de Kerk — gelijk dit bij elke zonde het geval is — alleen als eisch kan stellen, dat de zonde beladen en berouw over deze zondige daad getoond worde.
3. Dat er dan alleen reden zou wezen voor de Kerk om aan de eprechtheid van zulk een berouw te twijfelen, wanneer dezelfde zonde van lichtvaardige echtscheiding en hertrouw daarna herhaald werd.
Het uitgebreide rapport zelf met de uitvoerige uiteenzetting van de gronden, waarop deze conclusies rusten, is te groot om in ons blad op te nemen.
Toch meenden we, kan het nuttig zijn, deze zaak onder de oogen, vooral van onze kerkeraden te brengen.
We zullen zeker de eenige niet zijn, als we zeggen ernstige bedenkingen tegen dit rapport te hebben. Maar ieder kan er alvast eens over denken.

Redactie

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 augustus 1920

De Wekker | 4 Pagina's

Echtscheidiegskwestie

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 augustus 1920

De Wekker | 4 Pagina's