Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Millerand was president van de Fransche republiek geworden, maar al had niemand het hem gezegd dat men van zijn onvaste politiek niet gediend was, gevoeld heeft hij dit stellig. Daarom heeft hij het bij zijn optreden als president duidelijk uitgesproken, dat men ook in de politiek met hem zou moeten rekenen, m. a. w. hij wenschte meer te zijn dan een ledig toeschouwer, hij zou waar het hem noodig voorkwam voor een persoonlijk ingrijpen niet terugdeinzen. Met applaus werden deze woorden door Kamer en Senaat ontvangen, maar zijn eerste ingrijpen was niet gelukkig. Millerand was in zijn ziel overtuigd dat zijn politiek de heilzaamste was die Frankrijk in deze tijden kon volgen, en daarom trachtte hij de voortzetting van deze politiek te verzekeren door de keuze van een minister-president, die hij naar zijn hand zou kunnen zetten, president van de republiek dus en ministerpresident achter de schermen. En dat is hem aanvankelijk gelukt, want de ministerpresident die hem opvolgde liep geheel aan den leiband van Millerand.
Natuurlijk moest dit mis loopen, 't Werd voor Frankrijk weer tegenslag op tegenslag in zijne buitenlandsche politiek. Eerst met Wrangel, dien Frankrijk erkend had als de wettige Russische regeering en daarom alleen steun verleende, terwijl Engeland een zeer gereserveerde houding had aangenomen.
Daarop met Griekenland, waar de volksstemming met een overweldigende meerderheid Constantijn uit Zwitserland had teruggeroepen. Frankrijk protesteerde heftig tegen dezen terugkeer en zou zoo noodig ....maar Engeland overwoog de kansen en toen het zijn besluit genomen had liet het Constantijn naar Athene vertrekken en Frankrijk kon het aanzien.
En dan Duitschland dat hoe langer hoe driester optreedt en langzamerhand een toon aanslaat, waar Frankrijk kennelijk voor siddert, want wel heeft het zijn leger nog in het bezette gebied, maar en de Duitschers en de Franschen weten maar al te goed dat die legers duchtig gedemoraliseerd zijn, zoodat er niet in alle deelen op kan gerekend worden. Daarbij ziet men in Frankrijk met leede oogen, de opkomst der Duitsche industrie, waardoor in Duitschland verbazend veel geld verdiend wordt en de wereldmarkt met Duitsche producten overstroomt. Ja zoo sterk is het op dit oogenblik, dat Frankrijk bij Duitschland koopt en in Duitschland laat produceeren omdat het nergens in de wereld goedkooper en beter terecht kan. En duidelijk heeft men in Frankrijk het gevoel dat Engeland, Duitschland in het geheim begunstigt. Loyd George beweert wel van niet en verzekert op hoogen toon dat Engeland en Frankrijk schouder aan schouder staan en dat hij niet zal dulden dat er een tittel of jota van het vredesverdrag van Versailles zal worden geschonden, maar in Frankrijk vertrouwt men ze niet. Zoo is op 't oogenblik de toestand begrijpelijk, dat Frankrijk heimelijk razend van woede is. Maar het durft niet te razen, uit vrees dat het Engeland verliezen zal en dat aanstonds Engeland, Amerika en Duitschland zullen samengaan om het Bolsjewisme in de wereld ten onder te brengen. Maar een van beiden: het Bolsjewisme onderwerpt de wereld of de wereld verplettert het Bolsjewisme. Als het laatste niet gebeurd, zal het eerste onafwendbaar zijn.
Dat vreest men vooral in Engeland heel sterk, daar dit in zijn Indische bezittingen door het Bolsjewisme bedreigd wordt. Vandaar dat Engelands binnenlandsche Staatkunde eenerzijds streeft naar een overeenkomst met Rusland en anderzijds zich verzet tegen de worgpolitiek van Frankrijk ten opzichte van Duitschland. Want als de onderhandelingen met Rusland dan totaal mislukken en Engeland wordt in Indie door de Bolsjewisten benauwd, dan kan het zich in Europa nog van Duitschland bedienen om het Bolsjewisme in hun land ten ondersten boven te werpen.
De Engelsche Staatkunde wordt niet beheerscht door de vrees voer Duitschland, maar door die van het Bolsjewisme. Nu Duitschlands vloot op den bodem van den Oceaan ligt heeft Engeland van Duitschland niets meer te vreezen. Maar de Bolsjewisten kunnen Engeland in zijn hartader aantasten. Dat wil men in Frankrijk blijkbaar niet inzien waar men zich blind staart op Duitschlands toekomst, en dag aan dag den invloed van een kwaad geweten gevoelt. Daarom moest er tegen de minister president, dien Millerand gekozen had, met het doel zijn politiek door te zetten, weer dezelfde ontevredenheid ontstaan, die er tegen hem zelf opgekomen was, want de een vond Leygues te slap en de ander beweerde dat hij te hard van stapel liep, de een wilde een pootiger president, iemand die tegen den Engelschen premier opgewassen was, een ander een handigen president, die met behoud van Engelands vriendschap voor deelen voor Frankrijk wist te behalen. Zoo was langzamerhand de situatie in Frankrijk geworden. Niemand was te vreden en ieder wilde wat anders maar niet allen wilden hetzelfde. Maar hierin waren zij alleen een: Leygnes moest verdwijnen liefst voor de Opperste Raad bijeen kwam. Daar wilde men hem Frankrijk niet zien vertegenwoordigen. Dat gewichtige en hoogst moeilijke werk vertrouwde men hem niet toe. Want in die vergadering zouden zeer gewichtige en verstrekkende besluiten genomen worden. Daarom moest nog voor deze Raad bijeenkwam het ministerie omvergeworpen worden en Frankrijk in het bezit zijn van een anderen president, pootiger en handiger dan Leyques. En zoo werd Woensdag 12 Januari het Fransche Ministerie plotseling omvergekegeld. Niemand die het vermoed had. 't Scheen zelfs alsof het ministerie door den uitslag der Senaatsverkiezingen versterkt geworden was. Zelfs de ministerpresident had er geen voorgevoel van.
Er waren, wel eenige interpellaties ingediend over het politieke beleid van het kabinet, maar Leygnes meende dat hij dit politieke stormpje gemakkelijk zou kunnen bezweren. Maar onder het spreken werd het hem duidelijk. Er broeide wat. Er hing een drukkende atmosfeer in de Kamer. Toen werden de woorden van Leygnes steeds krachtiger. „Schenk mij vertrouwen of zend mij rondweg naar huis” riep hij „doch ik kan mijn kracht niet laten verlammen, door een Kamerdebat op het oogenblik dat ik met onze bondgenooten moet gaan onderhandelen.” Deze sprekers dienden hierop kort maar scherp van antwoord en eischten eenparig dat hij de interpellaties onmiddellijk zou beantwoorden. Leygues weigerde en stelde de motie van vertrouwen, die met 463 tegen en 115 voor verworpen werd. Leygues greep zijn portefeuille, en verliet onmiddellijk de Kamer .... het Fransche ministerie was gevallen.
Ds. H. Janssen

P.S. Van verschillende zijden ontving ik bewijzen van instemming met het plan om een „Staatkundig Weekblad” op te richten. Laat ieder die er wat voorvoelt mij thans een klein berichtje zenden. Als de tientallen honderdtallen worden, gaat het goed.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 1921

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 1921

De Wekker | 4 Pagina's