Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

't Is zeer begrijpelijk, dat de besluiten der Parijzer conferentie met groote verontwaardiging in Duitschland ontvangen zijn. De verontwaardiging was niet minder groot dan toen de eischen, van den vrede van Versailles werden gepubliceerd, en nu als toen werd er door het Duitsche volk een krachtig „neen” uitgesproken. Zelfs schijnt de minister ran Binnenlandsche zaken, Simons er een oogenblik ernstig over te hebben gedacht om bij wijze van protest het bjjltje er bij neer te leggen, zijn ambtgenooten hebben hem echter daarvan terug gehouden door zich in alles solidair met hem te verklaren, 't Is heel verstandig geweest van Simons, geheel in overeenstemming met de algemeene verontwaardiging onmiddellijk een krachtig „non possumus” heeft uitgesproken, al heb ik voor mij aan dat „non possumus”, niet de minste waarde gehecht. Maar het werkt als olie op de golven, en daar moet het voor dit oogenblik op aan. Dat Duitschland die 42 jaar slavernij positief afwijst en heftig protesteert tegen do uitvoerbelasting is zeer natuurlijk. Welk volk laat zich voor 42 jaar door een conferentie in de boeien slaan Maar daarmee is de zaak niet uit. De besluiten der conferentie zijn aan Duitschland beteekend en de Entente wacht op Duitschlands antwoord. Nu is Duitschland wel zoo verstandig geweest om het „non poisimos” wel naar binnen, maar niet naar buiten, wel officieus, maar niet officieel uittespreken. Dan zou het in de kaart van de Entende gespeeld hebben en dan was men in Duitschland bij al de verontwaardiging toch te nuchter voor. Op 1 Maart zal er een voortzetting van de Parijzer conferentie te Londen plaats vinden en dan zal over de uitvoering der Parijzer besluiten gehandeld worden, over niets anders. Aan de besluiten zelf wordt geen tittel nog jota meer veranderd heeft Briand in de Fransche Kamer gezegd. Toch ben ik daar niet zoo heel zeker van al is het voor Briand te hopen, want als men in Londen weer afweek van hetgeen men te Parijs overeen gekomen was, en men gaf op de een of andere wijze aan Duitschland nog meer faciliteiten dan deed Briand het verstandigst wanneer hij van uit Londen telegrafisch het ontlag van het ministerie aanbood. En toch wordt het in de laatste dagen hoe langer hoe duidelijker: Parijs is niets zonder Londen en wat Londen brengen zal ligt nog in het onzekere. Aanvankelijk was men te Parijs overeengekomen, dat de Duitschers wel op de conferentie te Londen zouden worden toegelaten en dat zij daar ook spreken mochten over de uitvoering van de Parijzer besluiten, niet over de besluiten zelf. Dat is het Fransche standpunt. Aan de Parijzer besluiten willen de Franschen onder geen voorwaarde meer laten tornen, overtuigd als zij zijn, dat dit altijd in het voordeel van Duitschland en in het nadeel van Frankrijk is. Maar het Engelsche standpunt is, dat de Duitschers wel over de Parijzer besluiten mogen praten en zelfs met tegenvoorstellen mogen komen. Een beslissing tusschen het Engelsche en het Fransche standpunt zal nu een dezer dagen moeten vallen omdat Duitschland niet als een gedaagde in Londen verschijnen wil, maar het recht voor zich opeischt om ook over de besluiten zelven te spreken en tegenvoorstellen in te dienen. Aan deze tegenvoorstellen wordt thans te Berlijn met alle kracht gewerkt en zoodra zij gereed zijn zullen zij naar Parijs en Londen gezonden werden om te vernemen, of zij daar als grondslag voor verdere onderhandelingen worden geaccepteerd. Worden zij teruggezonden, zou Duitschland niet ter conferentie verschijnen en rustig afwachten wat de geallieerden alsdan in Londen besluiten zullen.
Ik geloof dat dit voorloopig het verstandigste standpunt is dat Duitschland kan innemen. Want eerstens geloof ik niet, dat de Entente het op een finale breuk met Duitschland zal laten aankomen. Daar zal Lord George wel voor zorgen. hij weet heel goed, dat hij daarin het Engelsche volk en vooral de Engelsche arbeiders niet onder zich zou hebben. Lord George moet om zijn eigen positie denken, die lang zoo sterk niet meer is als een jaar geleden. Een groot deel van het Engelsche volk begint heel hard naar wat anders te verlangen en laat dat bij tusschentijdsche verkiezingen duidelijk uitkomen. Dat zal Lord George geen oogenblik uit het oog verliezen. Daarbij komt nog iets. Wat kan de Entente bereiken, wanneer zij op een finale breuk met Duitschland aanstuurt? zij kan het Roergebied bezetten, zij kan heel Duitschland bezetten, maar hoe meer zij bezet hoe zwakker zij zelf wordt en ten slotte zou zulk eens bezetting zich zelf opheffen, omdat zij zoowel het bezette als het bezettende land volslagen zou uitputten. Ik zwijg nu maar van het gevaar dat men Duitschland alzoo in de armen van Rusland zou drijven, en wat dat voor Europa beteekenen zou, waag ik niet te beschrijven. Dat was mijns inziens de chaos waarin heel de Westersche beschaving en het Westersche christendom zou ondergaan. Deze dingen beseft men te Londen en te Parijs heel goed en ongetwijfeld zal men er rekening mede houden, zoodat het mij voorkomt, dat het Duische verzoek zal worden ingewilligd, al zal dit een geweldigen storm in Frankrijk ontketenen, die wellicht het ministerie Briand in een zeer droevig en arme positie zal kunnen brengen. En eindelijk is er Amerika nog. Amerika laat op dit oogenblik de zaken in Europa maar gaan, maar niemand trekke daaruit de conclusie, dat het Amerika niet zou interesseeren, hoe het gaat, allerminst. Amerika kan op dit oogenblik niets doen, omdat het feitelijk zonder regeering is. Wilson heeft afgedaan, zijn almachtig woord is tot een krachteloos woord geworden. Amerika heeft genoeg van Wilson en het Amerikaansche volk vergeeft het hem nooit, dat hij het niet buiten den oorlog gehouden heeft. Harding, de marinepresident kan nog niets doen, maar dat hij wat doen zal, staat vast. En de Duitschers hopen heimelijk, dat hij wat voor hen doen zal. Ik hoop het ook, omdat ik geloof, dat met Gods hulp Amerika Europa redden kan. En Europa is gered als Duitschland gered wordt. Zoo zie ik het. Maar het gebeurt niet altijd zooals wij het zien en meenen dat het alleen kan. Gods weg is niet onze weg en Gods gedachten zijn niet de onze. Er breken gewichtige dagen voor de volkeren aan, waarin over vrede en oorlog wel en wee, voor millioenen beschikt wordt. God geve dat het vrede zij en steeds meer vrede onder de volkeren moge worden.
Ds. H. Janssen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1921

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 februari 1921

De Wekker | 4 Pagina's