Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Paaschmorgen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paaschmorgen

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De derde morgen is aangebroken, en zooals Christus zelf had voorspeld, de Heere der heerlijkheid is opgestaan uit de dooden. Het woord, door de vrouwen, aan het graf, van engelenlippen gehoord, wordt thans alom verkondigd, dat Jezus de Nazarener is opgestaan. Vroeg in den morgen is een engel uit den hemel gedaald, die den zwaren grafsteen heeft weggenomen, en zonder dat een sterfelijk oog het heeft aanschouwd, is Christus uit het graf verrezen. Gods Heilige heeft geen verderving gezien.
Nu kan de gemeente Gods zingen: dit is de dag de roem der dagen, dien Israëls God geheiligd heeft. De dood is overwonnen. Het leven en de onverderfelijkheid is aan het licht gebracht. Hij, die dood was is weder levend geworden, en leeft nu tot in alle eeuwigheid. De sleutels der hel en des doods zijn in Zijne handen.
Laat men nu maar trachten te beginnen in Jeruzalem, om het feit van Christus opstanding tegen te spreken, maar al is die leugen nog zoo fel, de waarheid achterhaalt haar wel.
De Heere is waarlijk opgestaan. Opgewekt door den Vader, en mede opgestaan door zijn eigen Goddelijke kracht, is Hij van Simon, en van de andere apostelen en door de vrouwen gezien. Herhaalde malen is Hij aan de Zijnen verschenen, veertig dagen lang, tot Hij ten laatste, lichamelijkt en plaatselijk, voor de oogen Zijner jongeren, van den Olijfberg ten hemel voer. Van twijfel aan de opstanding des Heeren kan hoegenaamd geen sprake zijn.
Tegenover zoovele historische getuigen, moet elk tegenspraak verstommen.
Van zoo groote beteekenis is de opstanding van Christus, dat een Paulus er van getuigt: Als Christus niet was opgestaan, dan was onze prediking ijdel en ijdel was ook ons geloof. Verloren ook waren zij allen, die in Christus ontslapen zijn.
De opstanding van Christus is daarom één van die grondzuilen, waarop al onze hoop voor de toekomst is gebouwd. Het ongeloof moge spotten en negeeren, maar voor hen, die in Christus gelooven, staat het vast, dat zij eens met Christus zullen worden opgewekt. Hem dan zullen gelijk wezen, en Hem zien zullen gelijk Hij is. Welk een troostvolle waarheid voor al het volk van God.
In de wereld, zegt Christus tot Zijne discipelen, zult ge verdrukking hebben, maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnes. De dood is geen vernietiging van den mensch. Voor de geloovigen is het slechts een poort, een doorgang tot het eeuwige leven. Wat zijn die discipelen en discipelinnen van Jezus verblijd geweest, toen zij op den dag der opstanding den Heere, als de levende Christus hebben aanschouwd.
En in diezelfde blijdschap deelen allen in meerder of in minder mate, die geloovig op Hem mogen zien, die als hun schuldovernemende Borg, hun schuldregister aan het kruis heeft verscheurd, gerechtigheid en vrede voor hen heeft verworven. De prediking van al dat heil, is de inhoud van hetgeen op ons Paaschfeest ons verkondigd wordt. En nu ons Paaschfeest juist in de lentetijd valt, zien we als het ware in de natuur aanschouwelijk voorgesteld, wat door het evangelie der opstanding ons, wordt verkondigd.
Het leven uit den dood, — zoo predikt God almachtig in het rijk der Schepping, als alles uit den winterslaap ontwaakt, en wat dood scheen te zijn, met nieuw, met heerlijk leven te voorschijn komt. Zoo zal het zijn met allen, die als een Paulus kunnen zeggen: Ik ben met Christus gekruist. Dit moet, zal het wel zijn, voorafgaan, om te kunnen getuigen, tot roem van Gods genade: Ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij. Al zijn Gods kinderen geen Paulussen, toch moeten allen door dezelfde genade zalig worden. Aan een wellicht en een misschien hebt ge niet genoeg. Neen, we moeten weten, al gaat dit met verscheidenheid van trap en mate gepaard, maar we moeten weten, dat we van dood levend zijn geworden. En dat leven, wordt door Zijn eigenschappen kenbaar. Er is geen leven zonder vrucht. Een mensch, die geestelijk dood is, heeft aan een dooden Christus genoeg.
Die van geestelijk dood levend is gemaakt, kan zonder de levende Christus niet leven noch sterven. Verheugt u dan, gemeente des Heeren! ja verheugt u, gij allen, aan wie de Heere aanvankelijk Zijne genade verheerlijkte, dat ge bij vernieuwing moogt hooren, dat Jezus Christus uit de dooden is opgestaan, en dat Hij eeuwig leeft om voor de Zijnen te bidden.
Hij ging Zijne eerste discipelen voor naar Galilea, dat moesten de vrouwen aan de discipelen zeggen, en ons is in last gegeven U te verkondigen, dat Hij U voorgegaan is, naar het Vaderhuis hier boven, om U plaats te bereiden, en dat Hij plaats bereid hebbende zal wederkomen en U tot Zich nemen zal in de eeuwige heerlijkheid.
J. Wisse

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 1921

De Wekker | 4 Pagina's

Paaschmorgen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 maart 1921

De Wekker | 4 Pagina's